Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa. Om de verdeling van de macht.

Hoofd- en deelvragen: HV: Hoe ontstond de parlementaire democratie in Nederland en hoe functioneerde die in de 19e en 20e eeuw? DV1: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld? DV2: Waardoor werd het regeren na de wederopbouwfase moeilijker? DV3: Waardoor nam de rol van de overheid in de Nederlandse samenleving af?

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945) Grondwetten in Nederland: van monarchie naar constitutionele monarchie en parlementaire democratie:

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945) Enkele begrippen: Ministeriële verantwoordelijkheid Onschendbaarheid Eerste en Tweede Kamer Attributief kiesrecht / actief en passief kiesrecht Trias politica Districtenstelsel

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945) Wijzigingen 1917: Evenredige vertegenwoordiging Algemeen kiesrecht

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945)

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945) Conflicten tussen koning en parlement: Conflict tussen koning en kabinet:

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945) Ontstaan van politieke partijen. Drie kwesties: Schoolstrijd Kiesrechtkwestie Sociale kwestie

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945) Politieke partijen: Protestanten: ARP en CHU Katholieken: RKSP Liberalen: Liberale Unie en VDB Socialisten: SDB en SDAP

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945)

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945) Taken parlement: Medewetgever en controle Rechten Eerste en Tweede Kamer: Taken regering: Bestuur van het land

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945)

1. Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945)

2. De afbrokkeling van het traditionele gezag (1945-1980) Wederopbouw: Consensus Rooms-rood

2. De afbrokkeling van het traditionele gezag (1945-1980)

2. De afbrokkeling van het traditionele gezag (1945-1980) Jongeren:

2. De afbrokkeling van het traditionele gezag (1945-1980) Vrouwen:

3. De overheid treedt terug (1980-heden) No-nonsense Afbraak van de verzorgingsstaat Terugtrekkende overheid

3. De overheid treedt terug (1980-heden) Terug naar het harmoniemodel: Paarse coalitie Poldermodel: consensus (akkoord van Wassenaar)

3. De overheid treedt terug (1980-heden) De Europese Unie: EEG – EU Europese staatsinrichting:

SLOT: De dag van vandaag ….. en van morgen (de toekomst) ….