Experimenteel en quasi-experimenteel onderzoek

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
Advertisements

SSL-studiedagen februari 2011 De invloed van de studieloopbanen in het secundair onderwijs op het succes in het hoger onderwijs Kim Bellens & Jan.
Lessen uit de eerste ronde OnderwijsBewijs Lex Borghans Universiteit Maastricht Voorzitter begeleidingscommissie OnderwijsBewijs.
Ed van den Berg VU en HvA 21 november 2013
Statistiek II Deel 1.
Waarom ben ik hier op aarde?
NVMO 27 maart2013 NVMO Workshop OvO 27 maart 2013 Quasi-experimental study design and get the grant.
Artikel over een wetenschappelijk onderzoek Gemaakt door Vicky Peers
College 2 Between-subject en within-subject designs
Individuele factoren die bewustwording, behoeften en participatie in professionele ontwikkelingsactiviteiten beïnvloeden: Een model op drie niveaus over.
Marktonderzoek als proces
Het vergelijken van twee populatiegemiddelden: Student’s t-toets
Hoofdstuk 3 – Gegevens verzamelen
Kwaliteit van meetinstrumenten
Inhoud bijeenkomst 1 Doel- en vraagstelling Conceptueel model
Verschilmetingen Geraldine Clarebout CIP&T / itec K.U.Leuven Studiedag OOF project: Didactische scenario’s voor een goed gebruik van webcolleges09/02/2010.
Methoden van Onderzoek
Synthese Artikel Onderwerpsverkenning
A LS JE NIET KUNT ZIEN DAN BEKIJK JE HET MAAR Experimenteel onderzoek naar de effecten van ernst, persoonlijke verantwoordelijkheid en openheid op stigmatisering.
Xxxxxxxxxxxxxxx 4/4/2017 Inleiding onderzoeksleer Helleke Hendriks docent werktuigbouwkunde voormalig productonderzoeker bij Consumentenbond xxxxxxxxxxxxx.
Chapter 9. Understanding Multivariate Techniques
Non-parametrische technieken
Twee-factor Variantie-analyse
Beschrijvend onderzoek
Meten van onderzoeksvariabelen
Hoofdstuk 3 Gegevens verwerven.
Presentatie Artikel Traditionele Chinese Geneeskunde
Meten bij marktonderzoek
Meten bij marktonderzoek
Marktonderzoek als proces
Wetenschappelijke methode
Vormen van studie (ontwerp)
Vormen van studie (ontwerp)
S.O.R. Strategische Oriëntatie Ronde
Wetenschapsfilosofie Werkcollege 2. Programma Opzet: 1. Vragen over het afgelopen hoorcollege 2. Vragen over de leesstof (studieboek en essay Popper uit.
Interpretatie van statistiek bij toetsen en toetsvragen
Gemeenschapsdienst en recidive een vergelijking met de traditionele jeugdbeschermingsmaatregelen (Tijdschrift voor Criminologie : Geudens Hilde) Vanoverbeke.
Opbrengsten van onderwijs
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Bijkomende Variabelen (Extraneous Variables)
Varianties bij replicatie (herhaald testen)
Betrouwbaarheid.
Partiële r² Predictie van y gebaseerd op z alleen
Controle van bijkomende variabelen
Experimentele designs en resultaten
Baarde en de goede Hoofdstuk 11: Data-analyse
Psychologisch contract
Wat zegt de COS over steekproeven en data-analyse?
20 mei Symposium Statistical Auditing Slide 1 Wat zegt de COS over steekproeven en data-analyse? Paul van Batenburg.
Presentatie Presentatie door Elja Barten en John v/d Kimmenade van Stichting Welzijn Laarbeek.
PSO. Praktisch school onderzoek.
Paramaribo, september 2015 Ten behoeve van leerkrachten van de EBGS Mr.dr.E. Marshall & M. Day.
De Invloed van Populaire leeftijdgenoten op de Bereidheid van Adolescenten om Alcohol te Drinken: Een Experimentele Chat Room Studie Hanneke Teunissen,
Bias in onderwijsevaluaties: Hoe gaan we er mee om? Dr. Benjamin Boerebach Strategie & Informatie, Bestuursstaf,
Onderzoeksvaardigheden 3
Week 2 : Ontwikkelingspsychologie, Liesbeth van Beemen:
Minder moe door verbetering van het lichaamsbewustzijn?
Hogeschool Rotterdam, Opleiding Vastgoed & Makelaardij drs. ing. M.M.A. Scheepers Collegejaar college.
Hogeschool Rotterdam, Opleiding Vastgoed & Makelaardij drs. ing. M.M.A. Scheepers Collegejaar college.
Methoden & Technieken van Onderzoek
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
H2 antagonisten dé behandeling van wratten!?
Marktonderzoek © 2011 | Noordhoff Uitgevers bv H 10 onderzoek met vragenlijsten.
Presentatie Schone stranden. Onderdeel I Testje gedragsbeïnvloeding.
Behandeling. Moet elke behandeling getoetst? Plausibel mechanisme: carotisbypass?
Blindering in klinische onderzoeken
Experimenteren.
Een opleiding kies je met je hart én je verstand
Evaluatie armoedebeleid Amsterdam
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve dataverzamelingsmethoden Nel Verhoeven
Transcript van de presentatie:

Experimenteel en quasi-experimenteel onderzoek Deel 3 Experimenteel en quasi-experimenteel onderzoek Chapter 16. Experimental and Quasi-Experimental Research

Vaststellen van oorzaak-gevolg relaties door manipulatie van OV en effect op AV Meestal eerst correlationeel onderzoek dan experiment om oorzaak-gevolg vast te stellen

OORZAAK-GEVOLG Goed theoretisch kader Passende subjecten Passend experimenteel onderzoeksopzet Correcte statistiek Juiste selectie en contrôle van OV Juiste selectie en meting van AV Correcte interpretatie van resultaten

1. Bedreigingen voor validiteit Interne validiteit : experiment zelf valide Externe validiteit : generaliseerbaarheid  Interne validiteit   Externe validiteit alles onder contrôle  ver weg van realiteit

KEUZE maken : wat is belangrijkst : interne of externe validiteit ??? Procedure : Eerst veel contrôle : hoge interne validiteit ten koste van externe Indien effect : dan meer experimenten met hogere externe validiteit eventueel ten koste van de interne validiteit

2. Negen bedreigingen voor interne validiteit Indien met deze bedreigingen geen rekening gehouden wordt, en ze niet gecontroleerd worden, is het moeilijk om veranderingen in AV toe te schrijven aan OV

2.1.History Iets dat zich tijdens het experiment voordoet, niet bedoeld was, en een bedreiging vormt voor interne validiteit Bv. Tijdens een interventie (bv. 2 soorten instructies) krijgt de helft van de groep ook nog ‘toevallig’ extra lessen

2.2. Maturatie Voor onderzoek dat loopt over langere tijd Rijpingeffect is concurrent van interventie-effect Vooral bij kinderen en adolescenten

2.3. Testeffect Als een test 2 of meer keer wordt afgenomen Subjecten ‘leren’ van invullen van de test alleen Zowel voor kennis als attitude als presteren

2.4. Instrument Na een tijd gaan instrumenten minder precies meten Observatoren gaan na een tijd anders coderen

2.5. Statistische regressie Groepen die geselecteerd zijn op basis van extreme scores Laag actief – hoog actief Laag angst – hoog angst zullen bij een volgende afname minder extreem scoren = regressie naar midden

2.6. Selectie bias Groep dat meedoet aan het experiment is op voorhand reeds geselecteerd Bv. Gebruik van vrijwilligers Bv. Subjecten niet representatief voor de populatie

2.7. Uitval van subjecten Uitval van controlegroep : geen actie niet meer meedoen Uitval uit experimentele groep : te moeilijk, te lastig, te tijdsintensief, ….

2.8. Selectie-maturatie interactie Indien twee groepen meedoen waarbij 1 groep experimentele en 1 groep controlegroep kunnen maturatieverschillen in beide groepen resultaten vertekenen

2.9. Verwachting Indien men weet wie in welke conditie zit : effect op scoring, codering, omgang = Self-fulfilling prophecy

3. Vier bedreigingen van externe validiteit 3.1. Testeffect Op voorhand testen van subjecten kan hen meer gevoelig maken voor participatie Zelfde programma slaat minder aan bij populatie die niet gepretest is

3.2. Interactie tussen selectie bias en experimentele manipulatie Een interventie kan wel werkzaam zijn in een specifieke populatie (bv. Jongeren) maar niet werkzaam in een andere

3.3. Reactiviteit door experimentele manipulatie Subjecten gaan enkel zo reageren in experimentele situatie maar niet in het werkelijke leven Hawthorne effect : gedrag van subjecten verandert als men er aandacht aan besteedt

3.4. Multiple interventies Als subjecten doorheen verschillende interventies gaan kunnen deze allen een aditioneel effect hebben Geen conclusies trekken over 1 manipulatie als er meerdere zijn gebeurd

4. Contrôle van bedreigingen van interne validiteit Trachten om bedreigingen zoveel mogelijk op te vangen zodat de kans groter wordt dat manipulatie van OV werkelijk effect in AV verklaart

4.1. Randomisatie Geen verschillen tussen groepen bij het begin van experiment Is antwoord op history effecten VOOR begin van experiment, niet TIJDENS experiment Antwoord op maturatie, statistische regressie, selectie bias, selectie-maturatie interactie

Techniek van gematchte paren : eerst groepen testen op bepaalde karakteristiek en dan indelen zodat de twee groepen ongeveer gelijk zijn : dit is GEEN GOEDE techniek : verborgen variabelen !! Within-subjects designs : subjecten zijn hun eigen controles : beide condities doen : volgorde counterbalanceren en random toewijzen aan volgorde

4.2. Placebo, blind en dubbel blind Placebo : echt of psychologisch effect ? Zelfde aandacht en interactie met onderzoeker Blinde studie : subjecten weten niet of ze experimentele of controleconditie zijn Dubbel blind : noch subjecten noch tester weten in welke conditie subjecten zitten

Deze technieken zijn een antwoord op controleren van Hawthorne-effecten, verwachtingseffecten, halo effecten of Avis-effect (subjecten in de controlegroep doen harder hun best omdat ze weten dat ze in de controlegroep zitten)

4.3. Niet gecontroleerd … Door randomisatie en blind onderzoeken kunnen veel bedreigingen beantwoord worden maar : Testeffect niet, wel door soort design (later) Instrument : validiteit en betrouwbaarheid vaststellen Uitval van subjecten : aangenaam maken, goed uitleggen, beloning, …

5. Contrôle van bedreigingen van externe validiteit Ook hier random selectie zeer belangrijk Ecologische validiteit ? Heeft de experimentele situatie voldoende kenmerken van « real life ? » Kan het experiment ook in veldsetting worden uitgevoerd ?

6. Soorten onderzoeksopzetten PRE-EXPERIMENTELE designs Weinig contrôle van interne validiteit Geen randomisering van subjecten

6.1. One-shot studie T O Interventie en daarna meting naar effect Geen oorzaak – gevolg Zeer zwak design

6.2. Eén groep Pre-test Post-test O1 T O2 Zwak design Toch al verandering kunnen meten Niet zeker of alleen de interventie verantwoordelijk is voor het effect History effecten of rijping

6.3. Statische groep vergelijking T O1 …………………… O2 Vergelijking van twee groepen Groepen niet gerandomiseerd, wel bestaand Selectie effect en selectie-maturatie effect

BESLUIT Deze drie pre-experimentale design laten geen conclusie toe over verandering in AV te wijten aan verandering in OV Meestal zuiver TIJDVERLIES

ECHTE EXPERIMENTELE designs Random toewijzing van de groepen Ervoor zorgen dat tijdens het experiment geen (onverwachte) interventie gebeurt voor 1 van beide groepen er geen instrument problemen zijn er geen differentiële uitval is (experimentele mortaliteit)

6.4. Gerandomiseerd groepdesign R T O1 R O2 Is vergelijkbaar met statische groeps-vergelijking maar hier wel random Indien andere bedreigingen van interne validiteit voldoende gecontroleerd worden : oorzaak –gevolg is mogleijk

R T1 O1 R T2 O2 R O3 Twee soorten behandelingen worden met elkaar vergeleken Via ANOVA drie observaties contrasteren

R A1 B 1 O1 R A1 B 2 O2 R A2 B 1 O3 R A2 B 2 O4 R A3 B 1 O5 R A3 B 2 O6 3 x 2 factorieel opzet waarbij er 2 OV zijn A met 3 niveau’s en B met 2 niveau’s

B 1 2 1 2 3 A1 B1 A1 B2 A2 B1 A2 B2 A3 B1 A3 B2 A

Random toewijzing aan de zes cellen Analyses met two-way ANOVA Hoofdeffect van A Hoofdeffect van B Interactie-effect A*B Kan nog verder complexer gemaakt worden

6.5. Pre-test Post-test gerandomiseerd groepsdesign R O1 T O2 R O3 O4 Is er meer verandering in de experimentele groep in vergelijking tot de controlegroep Testeffect wordt gecontroleerd

Statistische verwerking : Met anova voor herhaalde metingen (repeated measures) Met anova uitgezuiverd voor pre-test scores Met anova op verschilscores

6.6. Solomon Four groepsdesign R O1 T O2 R O3 O4 R T O5 R O6 Enig opzet waar testeffecten kunnen uitgesloten worden

Meest sterke design dat de meeste bedreigingen voor validiteit controleert Maar zeer veel subjecten nodig : dubbel zoveel enkel om testeffect te bekijken : wordt dan ook zelden gebruikt

QUASI-EXPERIMENTELE designs Als externe of ecologische validiteit wil verhoogd worden is strenge contrôle soms moeilijk of onmogelijk Quasi-experimenteel : om experimenten in « real world » settings te kunnen uitvoeren

6.7. Time series design Tijdreeksen analyse O1 O2 O3 O4 T O5 O6 O7 O8 Slechts 1 groep Toont dat invoegen van interventie een ander effect heeft dan geen interventie

Effect van behandeling Treatment

6.8. Reversal design O1 O2 T1 O3 O4 T2 O5 O6 Opnieuw bekijken op grafiek T2 T1

6.9. Non-equivalent contrôle groep design O1 T O2 …………………………….. O3 O4 Equivalent met pre-test post-test gerandomiseerd groepsdesign, maar niet gerandomiseerd Dan kijken naar pre-test verschillen en hiervoor controleren

6.10. Ex post facto design Vergelijking tussen twee groepen waarvan we weten dat ze op bepaalde karakterisitieken verschillend zijn Fit –niet fit Atleten – niet-atleten Vrouwelijke sporters – mannelijke sporters Welke variabelen discrimineren tussen deze groepen