Zo leer je kinderen met een lichte en matige verstandelijke beperking lezen en spellen Wendy Lankhorst, M.Sc Dr. A. Verschoorschool, Nunspeet drs. José L. M. Schraven TGM, Zutphen Prof. dr. Anna M.T. Bosman Radboud Universiteit Nijmegen “Goed om te horen, goed om te weten” 12 februari 2008, Abrona, Huis ter Heide
Onderzoeksvraag Profiteren leerlingen met een lichte tot matige verstandelijke beperking meer van de methodiek “Zo Leer Je Kinderen Lezen en Spellen” (ZLKLS) dan van hun huidige leesmethode?
Het onderzoek 2 scholen voor cluster-3 onderwijs 2 leesmethodes: Leeslijn aangepakt met de methodiek “Zo leer je kinderen Lezen en Spellen” (ZLKLS) Lezen moet je doen (LMJD) 3 maanden, 5 dagen per week, 45 minuten lees- en spellingonderwijs Voor- en nameting op (voorbereidende) lees- en spellingvaardigheden Geen enkele leerling was bij aanvang van het onderzoek in staat om een woord te lezen of te spellen
Onderzoeksgroepen
Voor- en nameting Auditieve synthese Auditieve discriminatie Visuele discriminatie Auditieve analyse Visuele analyse Letters benoemen 15 woorden lezen (van mkm- tot mmkmm) 7 onbekende woorden spellen (van mkm- tot mmkmm)
Resultaten De ZLKLS-groep behaalde significant betere prestaties dan de LMJD-groep op: Auditieve analyse Letterkennis Leesvaardigheid Spellingvaardigheid NB: Op de andere toetsen waren geen verschillen
Voortoets = blauw Natoets = groen Letterkennis Voortoets = blauw Natoets = groen ZLKLS LMJD
Leesvaardigheid (max. = 15) ZLKLS LMJD
Spellingvaardigheid (max. = 23) ZLKLS LMJD
3e Onderzoeksgroep 9 leerlingen met een lichte tot matige verstandelijke beperking 3 tot 4 jaar leesonderwijs gehad behaalden vergelijkbare prestaties op zowel lees- als spellingsvaardigheden als de ZLKLS- groep die 3 maanden leesonderwijs hebben genoten.
Conclusie Een grotere groep leerlingen met een lichte tot matige verstandelijke beperking is in staat om te leren lezen en spellen met de instructiemethodiek 'Zo leer je kinderen lezen en spellen' dan met de huidige leesmethode.
Pareltjes uit de praktijk Een leerling van 14 jaar, gediagnosticeerd met downsyndroom heeft leren lezen en schrijven, terwijl de leerkrachten het hadden opgegeven. Een leerling gediagnosticeerd met Williams-Beuren bleek motorisch wel in staat tot het schrijven van letters, leerkrachten waren begonnen met stempelen. Leerlingen zijn in staat om onbekende woorden van mkm- tot mmkmm-niveau te lezen en zijn niet meer afhankelijk van globaalwoorden. De blijheid bij het besef dat ze het kunnen maakt dat je het leren lezen en spellen niet van deze leerlingen wilt en mag onthouden!
Wat maakt ZLKLS zo effectief? Preventieve instructiemethodiek, te gebruiken bij iedere methode Instructiegedrag van de leerkracht Op basis van kennis van hoofdelementen van technisch lees- en spellingproces èn de mogelijke problemen
Het 'WAT' Structuur van de orthografie Hierdoor ontstaat een denkkader (meta-cognitie) Ordening – letters / overeenkomstige lees-schrijfwijze Regels / denkwijzen Structuur van oefeningen op basis van de taakanalyse Leesoefeningen vooraf aan lezen (auditieve synthese) Spellingoefening vooraf aan spellen (auditieve analyse)
Het 'Hoe' Directe instructie Oriënteringsbasis Multi-sensoriële basis heldere, sobere instructie leerkracht is model frontale opstelling differentiatie tijdens groepsles Oriënteringsbasis concreet doel oefenen van onderdelen integratie met bestaande kennis Multi-sensoriële basis visuele, auditieve en motorische kanaal Toetsing en herhaling elke dag dezelfde volgorde elke dag een dictee
voor de afname van alle toetsen Veel Succes Met dank aan Linda Zijlmans, M.Sc. voor de afname van alle toetsen Meer informatie: www.zoleerjekinderenlezenenspellen.nl www.annabosman.eu