Onderwijs bij de Romeinen
De lagere school Meisjes en jongens van 7 tot 12 jaar. Lesgever: ludi magister (moest betaald worden!) Lezen, schrijven, rekenen Paedagogus begeleidt kinderen op weg naar “school”. School = klein lokaaltje of in open lucht : 20 à 30 lln. van verschillende leeftijden
Lijfstraffen: onderdeel van de opvoeding. Soms privé-leraar: Griekse slaaf
Middelbare school Enkel de jongens (van 12 tot 18 jaar) gingen naar school. Leraar: grammaticus. Latijnse en Griekse taal en literatuur Algemene kennis: geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde, astronomie: om te begrijpen wat men las. Van buiten leren!
Hoger onderwijs Getalenteerde jongens uit de hoogste klasse. (vanaf 18 jaar) Leraar = rhetor (redenaar) = voorbereiding op politiek en rechtspraak. Vervolmaking: Athene of Rhodos
Schrijven bij de Romeinen
Tabulae Album: witgeverfd plankje voor officiële mededelingen Zwarte verf: gewone tekst Rode verf: voor titels (rubricae) Wastafeltje: kleine plankjes met bijenwas ingestreken. Ze werden “beschreven” met een “stilus”.
Tabulae Codex: (was)tafeltjes door ringen met elkaar verbonden tot een soort boek.
Papyrus Papyrus = een rietachtige plant uit Egypte. Gemaakt van de stengel van de plant.
Papyrus De papyrusbladen werden aan mekaar gelijmd en opgerold tot een rol (volumen) De Griekse naam voor rol = biblos of biblion.
Pen en inkt De inkt bestond uit roet, lijm en water. Pen: rietstokje (calamus) en later (ME) een “penna” = ganzenveer.
Perkament en papier Perkament: genoemd naar Pergamum (een stad in Turkije). Gemaakt van dierenhuiden Verdringt vanaf de late oudheid de papyrus.
Papier Afkomstig vanuit China verdringt samen met de boekdrukkunst het perkament op het einde van de Middeleeuwen.