Verslag Guy QUADEN Gouverneur Embargo tot (6:00)
2 Internationaal goederenverkeer (seizoengezuiverde maandgegevens, gemiddelde van uitvoer- en invoervolumes, indexcijfers 2005 = 100) Bron: CPB.
3 Bbp-groei in België vanuit een historisch perspectief 1 (veranderingspercentages naar volume t.o.v. het voorgaande jaar) Bronnen: Buyst E. 2, INR, NBB. 1 Vanaf 1996 voor kalenderinvloeden gezuiverde gegevens. 2 Buyst E. (1997), « New estimates for the Belgian economy », Review of Income and Wealth, 43,
4 Bbp-groei in de voornaamste economieën (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar) p.m. 2008, aandeel van het mondiale bbp 1 p.m. 2009, bijdrage tot de groei van het mondiale bbp 2 Verenigde Staten2,10,4-2,520,8-0,52 Japan2,3-0,7-5,36,4-0,34 Eurogebied2,70,5-4,015,8-0,63 China13,09,68,711,51,00 India9,17,35,64,80,27 Wereld5,13,0-0,8100,0 p.m. Wereldhandel³ 7,3 3,0 -12,5 Bronnen: EC, IMF, OESO. 1 Procenten van het mondiale bbp van 2008, op basis van koopkrachtpariteiten. 2 Procentpunten. ³Gemiddelde van de in- en uitvoer van goederen en diensten.
Omvang van de budgettaire stimuleringsmaatregelen en automatische stabilisatoren in de G20¹ tijdens de periode (in procenten bbp) Bronnen: EC, IMF, OESO. 1 De G20 bestaat uit de EU en 19 landen: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, Duitsland, Frankrijk, India, Indonesië, Italië, Japan, Mexico, Rusland, Saoedi-Arabië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Zuid-Korea. 2 Gewogen gemiddelde voor de G20-landen berekend op basis van het bbp tegen koopkrachtpariteiten. BUDGETTAIRE STIMULERINGSMAATREGELEN AUTOMATISCHE STABILISATOREN
6 Balanstotaal van de centrale banken van de voornaamste geavanceerde economieën (maandgemiddelden, in procenten van het gemiddelde bbp over de periode ) Bronnen: IMF, Bank of England, Bank of Japan, Federal Reserve, ECB.
7 Beleidsrentes van de centrale banken (daggegevens, procenten) Bronnen: Thomson Financial Datastream, ECB.
8 8 Economische groei in België, de drie belangrijkste buurlanden en het eurogebied (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar) Bronnen: EC, OESO, INR, NBB.
9 Reëel bbp: herstel in het tweede semester, maar nog lange weg te gaan (indexcijfers, K = 100) Bronnen: INR, NBB. -4,2 pct. -3,1 pct.
r Consumptieve bestedingen van de particulieren 1,21,81,61,0-1,5 Consumptieve bestedingen van de overheid 1,21,02,63,31,7 Bruto-investeringen in vaste activa7,72,75,73,8-4,6 Woningen 10,93,4-0,8-1,6-2,8 Ondernemingen 5,54,58,76,1-6,5 Overheid 15,8-12,43,63,47,4 p.m. Totaal van de finale binnenlandse bestedingen2,51,82,72,2-1,4 Voorraadwijziging ¹ 0,50,60,1-0,2-1,6 Uitvoer van goederen en diensten4,85,04,41,4-11,0 Invoer van goederen en diensten6,54,74,42,7-11,1 p.m. Netto ‑ uitvoer van goederen en diensten ¹ -0,90,40,2-1,00,0 Bbp2,02,8 0,8-3,0 Bbp en voornaamste bestedingscategorieën (voor kalenderinvloeden gezuiverde volumegegevens; veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) Bronnen: INR, NBB. 1 Bijdrage tot de verandering van het bbp, in procentpunten.
11 Aanbod van en vraag naar arbeid (jaargemiddelden; veranderingen in duizenden personen t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) Bronnen: ADSEI, FPB, INR, RVA, NBB. 1 Duizenden personen. 2 Bevolking van 15 tot 64 jaar. 3 Namelijk de bedrijfstakken « landbouw, jacht, bosbouw en visserij », « industrie », « bouwnijverheid », « handel, vervoer en communicatie » en « financiële diensten, vastgoed, verhuur en diensten aan ondernemingen ». 4 Namelijk de bedrijfstakken « gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening », « gemeenschapsvoorzieningen en sociale en persoonlijke diensten » en « particuliere huishoudens met werknemers ». 5 Niet-werkende werkzoekenden, bestaande uit de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (exclusief de niet-werkzoekende oudere werklozen) alsook de andere verplicht of vrijwillig ingeschreven werkzoekenden. De werkzoekenden die in PWA ‑ verband werken, werden buiten beschouwing gelaten, aangezien zij reeds in de werkgelegenheid zijn opgenomen r p.m r, niveau¹ Bevolking op arbeidsleeftijd² Beroepsbevolking Nationale werkgelegenheid Grensarbeiders Binnenlandse werkgelegenheid Zelfstandigen Loontrekkenden Conjunctuurgevoelige bedrijfstakken³ Overheid en onderwijs Overige niet-marktdiensten Werkloosheid
12 Geharmoniseerde werkloosheidsgraad (procenten van de beroepsbevolking) Bronnen: EC, NBB. 1 EC voor het eurogebied en de VS, NBB voor België. 12 Eurogebied België VS
13 Werkgelegenheid in personen en arbeidsvolume in uren (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar) Bronnen: INR, NBB. 13
14 Inflatie-ecart tussen België en het eurogebied Bronnen: EC, NBB. 1 Ongerekend het geraamde effect, in januari en juli 2000, van de opname van de koopjes in de HICP vanaf Gemeten aan de hand van de HICP, ongerekend levensmiddelen en energiedragers.
15 Consumptieprijsindex voor België (veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar) Bronnen : EC; FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie; NBB. 1 Nationale consumptieprijsindex ongerekend de producten die schadelijk worden geacht voor de gezondheid, namelijk tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel.
16 Bronnen: EC, NBB (België). Overheidsfinanciën: internationale vergelijking van het financieringssaldo (procenten bbp) Finland5,2-2,8 Duitsland0,2-3,4 Nederland0,2-4,7 Italië-1,5-5,3 België-0,2-6,0r Eurogebied-0,6-6,4 Frankrijk-2,7-8,3 Spanje1,9-11,2 Ierland0,3-12,5 Griekenland-3,7-12,7 Verenigd Koninkrijk-2,7-12,1 Verenigde Staten-2,8-11,2 16
17 Overheidsfinanciën: internationale vergelijking van de overheidsschuld (procenten bbp) Finland35,2 41,3 Spanje36,1 54,3 Nederland45,5 59,8 Ierland25,1 65,8 Duitsland65,0 73,1 Frankrijk63,8 76,1 Eurogebied66,0 78,2 België84,2 97,8r Griekenland99,2 112,6 Italië103,5 114,6 Verenigd Koninkrijk44,2 68,6 Verenigde Staten61,8 83,9 17 Bronnen: IMF (Verenigde Staten), EC, NBB (België).
18 Overheidsschuld in België en in het eurogebied (in procenten bbp) Bronnen: EC, INR, NBB.
19 Rendementsverschillen van de staatsleningen op tien jaar t.o.v. de Duitse bund (daggegevens, basispunten) Bron: Thomson Reuters Datastream
20 R&D-UITGAVEN EN TFP-GROEI (gemiddelde ) Bronnen: EC, OESO, EU KLEMS. 1 De gegevens betreffende de TFP zijn afkomstig van de gegevensbank EU KLEMS teneinde een internationale vergelijking mogelijk te maken op geharmoniseerde basis. Die gegevens zijn slechts beschikbaar tot 2005 en niet vergelijkbaar met die welke worden voorgesteld in grafiek 46 van het Jaarverslag, aangezien de decompositiemethode van de potentiële groei verschillend is van die van de Bank.
21 Opsplitsing van het verloop van de door de particulieren aangehouden uitstaande financiële activa (in € miljard) Bron: NBB. 1 Gegevens voor de eerste negen maanden.
22 Vermogen van de huishoudens (uitstaande bedragen per einde kwartaal, in € miljard) Bronnen: ADSEI, NBB. 1 Som van het financieel en onroerend vermogen van de huishoudens, waarvan de waarde van hun verplichtingen is afgetrokken. 2 Raming op basis van het aantal door het Kadaster geregistreerde huizen en appartementen, in de drie gewesten van het land. De voorraad woningen wordt gewaardeerd op basis van de gemiddelde prijzen van de vastgoedtransacties (huizen en appartementen) en per gewest. De waarde van de bouwgronden en van het andere vastgoed (kastelen, huurpanden, enz.) wordt niet bij de raming betrokken, evenmin als die van eventuele onroerende eigendommen in het buitenland. De raming berust daarentegen op de hypothese dat alle op het nationale grondgebied geregistreerde woningen toebehoren aan de ingezeten huishoudens.