Europese Eenheid Dr. Hein Roelfsema Utrecht University School of Economics
Inhoud Oorsprong van de Europese gedachte. Leidende ‘Grand Theories’. Opknippen in ‘Balassa stages’. Economische effecten van regionale integratie. Monetaire Unie en crisis in Europa.
Douane Unie Handelsuitbreiding (HU): minder protectie leidt tot goedkopere producten uit het buitenland (+). Handelscreatie (HC): minder protectie leidt tot ‘scherpere’ comparatieve voordelen en verschuiving van binnenlandse productie naar handel (+). Handelsverschuiving (HV): goedkope producten van de wereldmarkt worden verdreven door duurdere producten van regionale handelspartners (-). Welvaartswinst als HU + HC > HV Dat is meer waarschijnlijk als: – Afbraak protectie groot is. – Vraag en aanbod elastisch is. – Handelspartners efficiënt zijn.
Gemeenschappelijke Markt Mobiliteit van productiefactoren: welvaartswinst door aanwending waar productiviteit hoog is. Kapitaal: verwachting is dat het stroomt naar ‘arme’ landen. Echter, agglomeratie-effecten kunnen juist leiden tot ‘core-periphery’ effecten. Arbeid: Stroomt naar ‘rijke’ landen. Verliezers daar waar arbeid vertrekt door ‘brain drain’. Maar, op langere termijn ‘brain circulation’ en ‘brain gain’?
Monetaire Unie Wat ging eraan vooraf: Eenwording in Duitsland. Een gemeenschappelijke munt is goed voor handel (+) Een gemeenschappelijke munt leidt tot suboptimaal nationaal macrobeleid (-). Waarom brengt een gemeenschappelijk monetair beleid de noodzaak tot fiscale harmonisatie?
Gemeenschappelijke Munt KapitaalmobiliteitDecentraal macrobeleid beleid
Optimaal Valuta Gebied Benefits Costs Handelsintegratie
Diepere oorzaken crisis in Europa Verschillen in productiviteitsgroei Duitsland en Zuidelijke lidstaten. Geen macroaanpassing zuidelijke lidstaten. Sterke connectie banken en overheden, kostbare ‘bail-outs’. Nederland als zwakke broeder: van publieke naar private schuld?