Thuis in verandering Cederdialogen 19/03/2013

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
KWALITEITSZORG november 2012
Advertisements

Het schoolwelbevinden van Brusselse scholieren
‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
Niet verspreiden zonder toestemming van de auteurs
De rol van ouders in de ontwikkeling van alcoholgebruik onder adolescenten Door Elisa De Jonghe Engels, R. & van der Vorst, H. (2008). De rol van de ouders.
Inhoudstafel.
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
Obesitas De obesitasepidemie en de evolutie van het aantal bariatrische ingrepen bij MLOZ-leden Dr. Katrien Van Rie Dr. Jan Van Emelen.
LAGO studiedag 22 september 2011
De ideale levensloop van jongerern
GfK PS Retail NLGfK Supermarktkengetallen juli 2014 GfK Supermarktkengetallen Antwoord op deze vragen vindt u op: bij “GfK Publicaties”
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
Resultaten bevraging voorzieningen “participatie ouders”
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Opvoeden in de puberteit
Welkom 1 aan het bestuur en de leden van OXO aan alle (plus)ouders en (plus)grootouders aan alle aanwezigen.
Vaderschap na echtscheiding
Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
van homoseksuele ouders
1 © GfK 2013 | Supermarktkengetallen | februari 2013 GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Wat is de omzet van de supermarkten op weekniveau?’ ‘Hoe ontwikkelt het.
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
Kwaliteit van Geestelijke Verzorging 2e Symposium Religie en Zorg, vrijdag 22 juni 2012 Bijdrage Drs. Joleen Kieneker Student religiewetenschap en bestuurder.
Vechtscheidingen en partnergeweld
LAGO studiedag 22 september 2011
KINDERBIJSLAG- REGLEMENTERING praktische aspecten Jean-Paul Dauw en Geert Cnudde Informatiesessie over kinderbijslag RKW – 30 oktober 2012 De federale.
KINDERBIJSLAG-REGLEMENTERING theoretische aspecten
Opvoeden binnen een eenoudergezin
Het patchworkgezin: een nieuwe vorm van gezinsleven
Echtscheiding: gevolgen voor kinderen
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Adolescentie aan het begin van de 21ste eeuw
Inkomen les 14 Begrippen & 65 t/m Begrippen Primaire sector Bedrijven die zaken aan de natuur onttrekken (landbouw, jacht, bosbouw, visserij)
1 © GfK 2012 | Supermarktkengetallen | GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Hoe ontwikkelt het aantal kassabonnen zich?’ ‘Wat is de omzet van de supermarkten.
Brussel nader onderzocht
Inger Plaisier Marjolein Broese van Groenou Saskia Keuzenkamp
Sessie 5 Fysiek en psychisch (on)welbevinden dr. Martine Corijn (Studiedienst Vlaamse Regering) prof. dr. P. Bracke (Hedera, Universiteit Gent) LAGO studiedag.
NAH BIJ EEN KIND ONTREGELT HET HELE GEZIN…. ÉN LANG
Enquête.
Welkom!. Opvoeding Maarsen, 14 november 2009 Opvoeding Vooraf, voor de jongeren (1/4): Hoe zou je de relatie met elk van je ouders waarderen? Uitstekend.
Pagina 1 1 Ietje Heybroek-Hessels Deelsessie 6 De andere partner Congres 23 mei De Meervaart Amsterdam Het Ouderschapsplan.
Opvoedingsondersteuning
Karla Van Leeuwen Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek
Werkhervatting van zieke en niet-zieke werklozen. R. Steenbeek en K. Jettinghoff.
Kinderen in gescheiden en nieuw samengestelde gezinnen
Delinquent gedrag bij Vlaamse jongeren.
Ouderschap en scheiding: wetten en regels
Werelden overbruggen. Kinderen en scheiding.
Kirti Zeijlmans MSc Rijksuniversiteit Groningen Voor meer informatie:
In opdracht van NOC*NSF
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
Gezondheid oudere migranten in Utrecht (selectie)
School- en gezinsgerichte preventie: Literatuuronderzoek
Nieuwe gezinnen scheidingen en de vorming van stiefgezinnen
Echtscheiding en sociaal kapitaal in Vlaanderen Belinda Wijckmans, Maaike Jappens & Jan Van Bavel Interface Demography Vlaanderen Gepeild 2009 Brussel,
WAT IS MANTELZORG?.
MANTELZORG IN ONZE MAATSCHAPPIJ
Moeders in Detentie Richting aan Re-integratie Amersfoort, 12 november 2014.
Les 7 Kind en omgeving Het individu in de context Kind en omgeving Het individu in de context.
Kinderen in de schoolleeftijd  worden kritisch naar hun ouders  kunnen steeds beter beargumenteren  willen op een gegeven moment niet meer in het openbaar.
1 § 1: Met elkaar omgaan p140 § 2: Verliefd, verloofd, getrouwdp142 § 3: Als de relatie stuklooptp144 § 4: Samen of alleen?p156 § -: Soms loopt het andersp148.
(mee)Bewegen in de jeugdzorg. Kaders 1.Landelijke visies op opvoeding en jeugdzorg 2.Transitie jeugdzorg 3.Gedeelde missie en visie in Overijssel 4.Organisaties.
Nestkleven in Hotel Mama: Wanneer ouders en bijna-volwassen kinderen samen onder één dak leven ‘Zoals het klokje thuis tikt’ Studiedag 13 mei 2016 Evie.
De seksuele start Timing en kenmerken van de eerste keer, en verbanden met de latere seksuele loopbaan Dra. Katrien Symons Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr.
Echtscheiding in de school?!
Transcript van de presentatie:

Thuis in verandering Cederdialogen 19/03/2013 Niet verspreiden zonder toestemming van de auteurs 14/03/2013 Thuis in verandering Cederdialogen 19/03/2013 An Katrien Sodermans Sofie Vanassche Promotor: Prof. Dr. Koen Matthijs Family and Population Studies Leuven www.fapos.be Matthijs, K., Sodermans, A.K. & Vanassche, S. (FaPOS, KU Leuven)

Structuur DEEL 1: MACRO-CONTEXT DEEL 2: ONDERZOEKSRESULTATEN Veranderingen in de private leefwereld Kinderen en ouderlijke scheiding DEEL 2: ONDERZOEKSRESULTATEN Verblijfsregeling en gezinssamenstelling: een complexe wisselwerking Gezinsprocessen binnen nieuwsamengestelde gezinnen Focus op verblijfsco-ouderschap DEEL 3: DISCUSSIE

Deel 1: Macro-context

Vanaf ongeveer 1965 Ten opzichte van de na-oorlogse periode: Minder en later kinderen, Minder en later huwen, Meer echtscheidingen, Meer geboortes buiten het huwelijk, Meer ongehuwd samenwonen, op alle leeftijden. Forse toename van het opleidingsniveau en van de tewerkstelling buitenshuis van vrouwen. Naast het kerngezin, komen er veel andere gezinstypes bij. Dus geen uniformisering, maar meer diversiteit, heterogeniteit en flexibiliteit.

Longitudinaal echtscheidingscijfer (1955-2004) Niet verspreiden zonder toestemming van de auteurs Longitudinaal echtscheidingscijfer (1955-2004) 14/03/2013 Matthijs, K., Sodermans, A.K. & Vanassche, S. (FaPOS, KU Leuven)

Kinderen en ouderlijke scheiding Bij twee derde van de echtscheidingen zijn kinderen betrokken (FOD Justitie, 2011). Ruim 20% van de 0- tot 17-jarigen in het Vlaamse Gewest heeft een scheiding van de ouders meegemaakt (Lodewijck, 2005): 11% echtscheiding, 3% feitelijke scheiding, 6% decohabitatie, 1% overlijden. (± 250.000 kinderen)

Gezinssituaties na scheiding Kinderen worden op een steeds jongere leeftijd geconfronteerd met een echtscheiding van hun ouders: Groter deel van kindertijd/jeugd met gescheiden ouders. 4 jaar na scheiding (kinderen <14 jaar bij scheiding): 44% woont samen met een stiefouder, 56% woont in een eenoudergezin. (Verdere?) toename doorheen de tijd van aandeel kinderen met (nooit-gehuwde) gescheiden ouders. Twee structurele componenten: Gezinssamenstelling, Verblijfsregeling.

Gezinssamenstelling na scheiding Toename doorheen de tijd van aandeel gescheiden mannen en vrouwen dat nieuwe partnerrelatie aangaat. Hertrouw wordt vervangen door post-maritaal samenwonen: Hertrouw instabieler dan eerste huwelijk, Ongehuwde relaties instabieler dan gehuwde relaties. Scheiden op jongere leeftijd: vaker kind in nieuwe partnerrelatie: Kinderen vaker halfbroer/zus. Ouders ontmoeten elkaar steeds vaker op de relatiemarkt: Kinderen vaker stiefbroer/zus.

Verblijfsregeling na scheiding Echtscheidingswetgeving: 1995: gezagsco-ouderschap, 2006: verblijfsco-ouderschap. Geen officieel cijfermateriaal beschikbaar voor België. Verblijfsregeling bepaalt of gezinstransities bij moeder of vader zich binnen het huis(houden) van het kind situeren.

Deel 2: onderzoeksresultaten

Niet verspreiden zonder toestemming van de auteurs 14/03/2013 Twee databronnen Scheiding in Vlaanderen: Steekproef van 1/3 intacte en 2/3 ontbonden huwelijken waarin beide (ex-)partners, een gezamenlijk kind, een ouder van iedere partner en nieuwe, inwonende partners werden bevraagd (2008-2010). www.scheidinginvlaanderen.be Leuvens Adolescenten en Gezinnenonderzoek: Jaarlijkse bevraging van Vlaamse middelbare scholieren sedert 2008, reeds 4 rondes voltooid. Informatie over 7056 12- tot 18-jarigen uit 52 secundaire scholen uit verschillende provincies. www.kuleuven.be/lago Matthijs, K., Sodermans, A.K. & Vanassche, S. (FaPOS, KU Leuven)

1) Kinderen en ouderlijke scheiding

Kinderen doen het minder goed na een scheiding Externaliserende problemen: Agressie, vandalisme, delinquentie. Internaliserende problemen: Stress, depressiviteit, angst, zelfbeeld. Slechtere schoolprestaties: Studievoortgang, spijbelen, toekomstverwachting. Riskante gewoonten: Roken, drinken, drugs.

Verklarende factoren De gevonden scheidingseffecten kunnen meestal verklaard worden door verschillen in: De ouder-kindrelatie De opvoedingsstijl Voortdurende ouderlijke ruzie Financiële moeilijkheden Cumulering van veranderingen Een slecht functionerende thuisouder Niet nakomen van afspraken ouders => Ook binnen de groep van kinderen met gescheiden ouders kunnen deze factoren het verschil maken

Knipperlichten voor het beleid Divorce divide: Ongelijke ontwikkeling van huwen en scheiden naargelang van sociale status: Hoge sociale status: meer huwen, minder scheiden, Lage sociale status: minder huwen, meer scheiden. Echtscheiding als motor van de (re)productie van sociale ongelijkheid: selectie en coping/resources Kwetsbare groep die wel lijdt onder de complexe gezinssituaties verdient beleidsmatig extra aandacht: Toename ouderlijk conflict na echtscheiding door grotere nadruk op gezamenlijke verantwoordelijkheid na scheiding?

2) Verblijfsregeling en gezinssamenstelling: een complexe wisselwerking

De gezinssituatie van kinderen na scheiding % Voltijds = 100% Deeltijds = 1-99% SiV LAGO Voltijds = 67-100% Deeltijds = 33- 66% SiV LAGO Voltijds bij alleenstaande moeder 18.5 17.5 32.9 32.5 Voltijds bij alleenstaande vader 3.3 2.9 4.2 5.1 Voltijds bij moeder en stiefvader 15.9 15.4 32.1 33.1 Voltijds bij vader en stiefmoeder 3.7 2.5 4.3 Deeltijds bij alleenstaande moeder, deeltijds bij alleenstaande vader 12.6 14.3 6.2 6.7 Deeltijds bij moeder en stiefvader, 12.9 13.0 6.4 5.7 deeltijds bij vader en stiefmoeder 14.8 15.3 6.1 19.2 7.5

Meer verblijfsco-ouderschap impliceert toenemende complexiteit Vaker samenwonen met een nieuwe partner van moeder en/of vader Meer kinderen in nieuwsamengestelde gezinnen: Gescheiden moeders met deeltijds inwonende kinderen starten vaker een nieuwe samenwoonrelatie dan gescheiden moeders met voltijds inwonende kinderen, Gescheiden vader met deeltijds inwonende kinderen starten niet minder vaak een nieuwe samenwoonrelatie dan gescheiden vaders met niet-inwonende kinderen. Meer residentiële ouderfiguren voor kinderen  rolambiguïteit: Minder voltijds samenwonend met stiefvader, meer deeltijds samenwonend met stiefvaders(naast deeltijdse vader), Minder niet samenwonend met stiefmoeder, meer deeltijds samenwonende met stiefmoeder (naast deeltijdse moeder).

3) Gezinsprocessen binnen nieuw samengestelde gezinnen

Een netwerk van gezinsrelaties moederverblijf vaderverblijf Verblijfsco-ouderschap

De relatie met ouders en stiefouders Kinderen rapporteren over het algemeen goede relaties met ouders én stiefouders, vooral wanneer ze er mee samenwonen: Deeltijds = voltijds voor relatie met moeder en stiefvader, Deeltijds < voltijds voor relatie met vader en stiefmoeder, Frequentst goede relatie met ouder én stiefouder zelfde geslacht in verblijfsco-ouderschap. Goede relatie met ouder belangrijk voor goede relatie met diens partner. Relatie met ouder en stiefouder van hetzelfde geslacht staan niet in concurrentie. Betrokkenheid stiefouder bij opvoeding: Niet gerelateerd aan relatie stiefkind met stiefouder, Positief gerelateerd aan relatie stiefouder met stiefkind.

De relatie met ouders en stiefouders Conflicten binnen de nieuwe partnerrelatie kleuren af op de stiefouder-stiefkindrelatie. Conflicten tussen ex-partners hangen niet samen met de stiefouder-stiefkindrelatie. Relatie tussen ouder en stiefouder van hetzelfde geslacht positief gerelateerd aan de stiefouder-stiefkindrelatie: bondgenoten. Inwonende kinderen stiefmoeder negatief gerelateerd aan stiefmoeder-stiefkindrelatie. Algemeen: Hoofdzakelijk samenhang tussen gezinsrelaties binnen hetzelfde huishouden, Grotere spanning tussen moeder- en stiefmoederrol dan tussen vader- en stiefvaderrol.

De relatie tussen ouders en stiefouders Opvoedingsgerelateerde communicatie tussen ex- partners: is algemeen beperkt (Frequentst in verblijfsco-ouderschap) impliceert vaak ook opvoedingsgerelateerd conflict. Gescheiden moeders en vaders vormen vaak een nieuwe ouderlijke eenheid met hun nieuwe partner: Deeltijds versus voltijds samenwonen met het kind maakt enkel verschil in betrokkenheid voor stiefmoeders.

De relatie tussen ouders en stiefouders Ouderlijke eenheid tussen ex-partners en binnen nieuwe partnerrelatie zijn onafhankelijk van elkaar, evenals de kwaliteit van beide relaties. Opvoedingsgerelateerde communicatie is een onderdeel van een goede partnerrelatie én van een goede relatie tussen ex-partners. Goede relatie tussen ex-partners belangrijk voor goede relatie tussen ouder en stiefouder van hetzelfde geslacht.

Knipperlichten voor het beleid Toename stiefgezinnen versus weinig tot geen juridische omkadering. Betrokkenheid nieuwe partners bij opvoeding versus stiefouder weinig tot geen rechten en plichten: Algemeen principe bijzondere affectieve band voor behoud recht op contact met stiefkind na verbreken partnerrelatie voldoende? Gezagsco-ouderschap sinds 1995 versus weinig tot geen opvoedingsgerelatereerde communicatie tussen ex- partners binnen nieuwsamengestelde gezinnen. Samen blijven opvoeden hangt ook samen met frequenter conflict: Nood aan meer ondersteuning?

4) Focus op verblijfsco-ouderschap

Kinderen en hun verblijfsregeling % Type Altijd bij mama 29,7 67% moederverblijf Meestal bij mama (o.a. weekendregeling) 37,3 Ongelijkmatig verdeeld verblijf, meer bij mama 5,9 24,5% verblijfsco-ouderschap Perfect gelijkmatig verdeeld verblijf (50-50) 16,6 Ongelijkmatig verdeeld verblijf, meer bij papa 2,1 Meestal bij papa (o.a. weekendregeling) 3,9 8,5% vaderverblijf Altijd bij papa 4,6

Evolutie verblijfsco-ouderschap Naar jaar van de scheiding(%) Totaal 1990-1995 1996-1999 2000-2005 2006-2011 Moederverblijf 67,0 78,9 79,7 63,5 57,2 Verblijfsco-ouderschap 24,5 11,3 14,9 27,6 32,9 Vaderverblijf 8,5 9,9 5,5 8,9

Verschuivingen in het profiel van gezinnen met verblijfsco-ouderschap (tov de periode voor 1995) Sociale diffusie van verblijfsco-ouderschap: Niet meer uitsluitend hoog opgeleide ouders, maar ook gemiddeld opgeleide ouders, Oorzaken? Veranderd normatief klimaat en nieuwe wetten. Bifurcatie binnen groep met verblijfsco-ouderschap: Weinig ruziënde koppels die resoluut kiezen voor samen opvoeden van kinderen (= co-ouderschap) versus … Koppels waar de conflicten hoog oplopen (= parallel ouderschap). Oorzaken? Vaker opgelegd door rechter (tegen de wil van één ouder), Gepercipieerd als ouderlijk recht, Terminologie “gelijkmatig verdeeld verblijf” creëert verwarring.

Hoe tevreden zijn kinderen in verblijfsco-ouderschap? Kinderen zijn over het algemeen tevreden met hun verblijfsregeling (83%). Meisjes ervaren het verhuizen vaker als lastig dan jongens (64% versus 39%). Meisjes ervaren vaker een gebrek aan ruimte in de woning van moeder dan jongens (33% versus 16%)

Verblijfsco-ouderschap en welbevinden van kinderen Co-ouderschap zorgt voor een betere relatie met vader én moeder in vergelijking met kinderen die voltijds bij één ouder wonen, dit is positief voor hun welbevinden. Deeltijds = voltijds samenwonen voor een goede ouder- kindrelatie Toch zijn kinderen in co-ouderschap gemiddeld genomen niet gelukkiger dan kinderen die bij hun moeder wonen. Mogelijke verklaring: Het frequent verhuizen, de aanpassing aan twee huizen werkt het positieve effect van de goede ouder-kindrelatie tegen.

Risico’s van verblijfsco-ouderschap Veel ouderlijk conflict: Verhoogde kans door frequenter contact tussen ouders, Kinderen belanden ‘in’ het conflict, Oplossing: verhuizen via de school. Geen goede relatie tussen kind en één ouder: Wet stelt ‘behoud van goede relatie’ voorop maar wat als er geen goede relatie was?, Kinderen met een slechte relatie met vader / goede relatie met moeder zijn ongelukkiger in verblijfsco- ouderschap.

Verblijfsco-ouderschap en welbevinden van moeders In vergelijking met voltijdse moeders… Zien co-moeders hun kinderen minder vaak, Hebben ze een even goede relatie met hun kinderen, Ervaren ze minder open communicatie met hun kinderen, Hebben ze een actiever sociaal leven, Vinden ze sneller en vaker een nieuwe partner, En zijn ze even gelukkig.

Verblijfsco-ouderschap en welbevinden van vaders In vergelijking met niet-residentiele vaders… Zien co-vaders hun kinderen vaker, Hebben ze een betere relatie met hun kinderen, Ervaren ze meer conflictueuze communicatie met hun kinderen, Hebben ze een even actief sociaal leven, En zijn ze even gelukkig.

Risico’s van verblijfsco-ouderschap Veel ouderlijk conflict: Verhoogde kans door frequenter contact tussen ouders, Kinderen belanden ‘in’ het conflict, Oplossing: verhuizen via de school? Geen goede relatie tussen kind en één ouder: Wet stelt ‘behoud van goede relatie’ voorop maar wat als er geen goede relatie was?, Kinderen met een slechte relatie met vader / goede relatie met moeder zijn ongelukkiger in verblijfsco- ouderschap.

Knipperlichten voor het beleid Niet verspreiden zonder toestemming van de auteurs 14/03/2013 Knipperlichten voor het beleid Wettelijke invoering van co-ouderschap als standaard versus zelfselectie door ‘relatiebekwame’ koppels? Weinig flexibiliteit inzake concrete uitwerking van een gedeelde verblijfsregeling (ongelijkmatig versus gelijkmatig verdeeld verblijf?) Toename van conflict onder co-ouders. Nood aan meer omkadering? Is co-ouderschap vooral in belang van het kind of vooral in het belang van moeders en vaders? En zijn al deze belangen met elkaar verbonden? Matthijs, K., Sodermans, A.K. & Vanassche, S. (FaPOS, KU Leuven)

Deel 3: Discussie en vragen