Economie in stedelijke netwerken - samenvatting essay - lastige vragen Referaat miniconferentie CoP regionale strategieen Breda 7 december Pieter Tordoir
Kernboodschappen essay ‘Stedelijk netwerk’ is (nog) geen hanteerbaar beleidsconcept, maar moet dat wel worden Concept duidt op fundamenteel nieuw, grens- en schaaldoorsnijdend perspectief Concept wordt in praktijk toch in gebiedsdenken geperst: gemiste kans Uitgangspunt voor definitie: interstedelijke interacties die significante effecten hebben op de steden (positief en negatief). Regionaal, nationaal, internationaal: alle schaalniveau’s kunnen tellen
Essay gaat vooral in op positieve wisselwerkingen: relatievorming als bron van welvaartsgroei Twee soorten motoren voor welvaartsgroei in netwerkverband: generieke en specifieke interacties Mechanisme bij generieke interacties: verbreding en verdieping van algemene markten (arbeid, diensten, voorzieningen, huisvesting, etc.) zorgt voor algemene welvaartsgroei, kwantitatief en kwalitatief
Binnen generiek mechanisme twee niveau’s: Groei Daily Urban System (stadsgewest) Groei Non-Daily Urban System (catchment grote/dure voorzieningen) Mechanisme bij specifieke interacties: economische actoren gaan onderlinge relaties aan. Winst door in- en externe organisatie. Hierbij ook onderlinge concurrentie!! Praktijk: lokale relaties gaan samen met netwerkvorming op hoog (soms mondiaal) schaalniveau
Beleid: in ieder geval relevant voor generieke interacties Beleid: in ieder geval relevant voor generieke interacties. Markt faalt hier. Vraagt generiek (voorwaardenscheppend) beleid. Markt vult geboden ruimte en verbindingen vanzelf optimaal in. Oppassen met sturend beleid voor specifieke interacties. Ondernemen staat hier centraal; is overheid in principe niet voor.
Lastige vragen Vraag 1: mag concurrentie (niet)? These: concurrentie moet! Alleen concurrentie leidt tot optimale allocatie schaarse middelen (ruimte, verbindingen) en uiteindelijk tot arbeidsdeling & s Vraag 2: mag/moet de overheid sturen? These: ja mits, in geval van generieke relaties; nee tenzij, in geval van specifieke relaties. Voor generieke relaties zijn er goede beslisregels. Die worden echter (in ieder geval door het CPB als meest sturende partij) niet of slecht toegepast.
Vraag 3: hebben stedelijke netwerken één overkoepelende overheid(-slaag) nodig? Dit is de lastigste vraag. Leidraad: (il-)logic of collective action (these Olson) Vanuit die logic: nee, liever niet zelfs. Beleidsconcurrentie geeft de beste resultaten, mits de geinvolveerde collectieven rationeel handelen (en dat is helaas niet altijd het geval!). Dan komt de beste samenwerking vanzelf….