III. SPELREGELS (1) GATT/WTO systeem Geschiedenis 1947/1948 GATT in werking Reeks onderhandelingsrondes leiden ook tot bijkomende overeenkomsten (codes, side agreements) Igv. Uruguay Round onder de hoede van WTO en alle overeenkomsten in beginsel geïntegreerd in één systeem (1994) « Understandings » (uitlegregels) maken deel uit van GATT sinds 1994
III. SPELREGELS GATT/WTO
III. SPELREGELS GATT/WTO
III. SPELREGELS (2) GATT/WTO systeem Structuur Marrakesh-overeenkomst 1994: Verdrag tot oprichting WTO Annex 1 A =multilateral agreements on trade in goods Annex 1 B = GATS (services, diensten) Annex 1 C = TRIPs (trade related aspects intell.prop.) Annex 2 = regels iz. Geschillenbeslechting Annex 3 = TPRM (Trade policy review mechanism) Annex 4 =plurilateral trade agreements (vallen buiten de package deal, deelname dus niet verplicht), w.o. Overeenkomst over overheidsaanbestedingen (government procurement) Ministeriële beslissingen en verklaringen, ….
III. SPELREGELS (3) WTO Annex 1 A = MATG Annex 1 A = multilateral agreements on trade in goods, omvat: GATT 1994, d.i. GATT 1947 + meerdere « understandings » (uitlegregels) Specifieke overeenkomsten iz.: douane-waardering, regels van oorsprong, invoervergunningen, SPS, TBT, beveiligingsmaatregelen (zie verder) Overeenkomsten over specifieke sectoren: landbouwakkoord; textiel & kleding (afgelopen)
III. SPELREGELS (4) GATT basisbeginselen Geen rechtstreekse werking (ook niet in EU: C-149/96) Basisbeginselen: Alle landen zijn meest begunstigde natie Handelsbeperkingen in beginsel enkel tarifair Afbouw tarifaire beperkingen (invoerrechten) Kwantitatieve beperkingen in beginsel verboden Maatregelen gelijke werking (NTB) in beginsel verboden Beginsel van « nationale behandeling » na invoer Excepties en regels inzake excepties Vrijstellingen (waiver), w.o. algemene vrijstelling voor ontwikkel.l.
III. SPELREGELS (5) Beginsel van MFN (MBN) Art. 1 : Alle landen zijn meest begunstigde natie. Dit geldt voor: Douane- en andere tarieven Andere handelsmaatregelen Zonder wederkerigheidsvoorwaarde Vrijstellingen bij bijzondere meerderheid van lidstaten gegund waaronder ruime vrijstelling voor ontwikkelingslanden Art. XXIV: de regel geldt niet binnen Vrijhandelszones en Douane-unies - Mits respect voor stand-still (externe tarieven mogen niet stijgen boven gemiddelde) - Procedure voor erkenning door de CRTA (committee on regional trade agreements)
III. SPELREGELS (6) Tarifaire belemmeringen 1 Art. XXVIIIbis GATT 1994: verplichting tariefverlagingen te onderhandelen - nu 9e onderhandelingsronde (Doha-ronde) bezig reciprociteit: alle lidstaten doen elkaar wederzijds concessies behoud MFN principe: verlaging komt in beginsel alle landen ten goede uiteindelijk in de vorm van schedules per land met tariefconcessies algemeen, tariefconcessies ontwikellingslanden en niet-tarifaire concessies
III. SPELREGELS (7) Tarifaire belemmeringen 2 Harmonisatie douanereglementering. Geschiedt door: Uniforme productenclassificatie: « harmonised system » van WCO (bv. 01.01.11) en interpretatieregels daarvoor Waarderingsregels: in 1981 Valuation Code, nu WTO Valuation agreement (art. VII GATT 1994 en 2 bijzondere overeenkomsten). Beginsel dat tarifering ad valorem gebeurt en dat dit in beginsel de transactiewaarde (netto-prijs aan de grens) is regels inzake bewijs transactiewaarde (in beginsel factuur) regels inzake prijscorrectie (om netto-prijs goederen te bepalen) (aftrek prijs diensten, vervoer na import, korting transactiewaarde (Prijs) mag in uitzonderlijke gevallen verworpen worden Vereenvoudiging douaneprocedures: Verdrag van Kyoto 1973/1999. Richtlijnen iz. inklaring, stockage, oorsprongsbepaling, transit van goederen e.d.
III. SPELREGELS (8) Kwantitatieve beperkingen Art. XI GATT: in beginsel verboden Uitzonderingen van art. XX (algemene uitzonderingen), zie verder (bv. bescherming munt; beveiligingsmaatregelen), XII/XVIII (betalingsbalans) Specifieke uitzonderingen op dit beginsel in Art. XI. toegestaan mits niet-discriminerend: tijdelijk uitvoerverbod noodzakelijke goederen invoerbeperkingen landbouw- en visserijproducten in kader van landbouwbeleid beperkingen volgend uit internationale grondstoffenovereenkomsten (zie verder) Vereenvoudiging reglementering invoervergunningen: Agreement on import licensing procedures (1979/1994) Aparte regels iz. Textiel & kleding: MFA (multivezelakkoord 1974) vervangen door ATC 1994 (Agreement on Textile and Clothing) tot 31-12-2004; sinds 2005 geen apart regime meer Voluntary export restraints: sinds 1988 strijdig verklaard met GATT
III. SPELREGELS (9) maatregelen van gelijke werking Art. XI GATT: non-tariff barriers (NTB) in beginsel verboden Uitzonderingen van art. XX (algemene uitzonderingen), zie verder (bv. bescherming munt; beveiligingsmaatregelen), XII/XVIII (betalingsbalans) Specifieke uitzonderingen op dit beginsel in Art. XI. toegestaan mits niet-discriminerend, o.m. iz. landbouw- en visserijproducten Draagwijdte verbod: - houdt in dat overheidsbedrijven niet d.m.v. importmonopolie verbod mogen omzeilen Bijzondere overeenkomsten bij GATT Aparte « plurilaterale » overeenkomst inzake overheidsaanbestedingen (in Annex 4)
III. SPELREGELS (10) overheidsaanbestedingen GATT erkent een uitz. voor overheidsaanbestedingen: toegelaten de handel te beperken tot nationale producten Annex 4 bevat een aparte « plurilaterale » overeenkomst van 27 staten (geen ontwikkelingslanden) die verder gaan en discriminatie o.g.v. nationaliteit uitsluiten bij belangrijke overheidsaanbestedingen (goederen zowel als diensten). toepassingsgebied: overheidsaanbestedingen boven bepaalde drempel (boven 130.000 IMF-trekkingsrechten; hogere drempels voor lokale overheden en nutsbedrijven) Eigenlijk reeks bilaterale overeenkomsten. Dus in beginsel op basis van reciprociteit Gedetailleerde regels voor de aanbestedingsprocedure om reële kansen te geven aan buitenlandse bieders; verplichting de aanbesteding aan de beste offerte toe te kennen. Economische compensaties tellen slechts onder bepaalde voorwaarden. Regels voor rechtsbescherming van bieders. Binnen de EU, NAFTA e.d. zijn er meer specifieke rechtsregels.
III. SPELREGELS (11) « nationale » behandeling Uitgangspunt (art. III GATT): eenmaal ingevoerd dienen buitenlandse producten behandeld te worden als inlandse producten (zij krijgen « national treatment »): w.b. taksen en belastingen erop; w.b. andere regels die ervoor gelden (regels inzake transport, distributie, verkoop, gebruik, …) Lidstaten rechtvaardigen een andere behandeling vaak door in te roepen dat het niet om dezelfde producten gaat. Criteria voor gelijksoortigheid zijn uitgewerkt door de Appellate Body van de WTO in de zaak Asbestos.
III. SPELREGELS (12) excepties (XX) Art. XX GATT bevat de regels inzake uitzonderingen (excepties) die de staten kunnen inroepen. Een uitzondering vereist: enerzijds een rechtvaardigingsgrond (bijzondere voorwaarden) en anderzijds als algemene voorwaarde dat de afwijking geen arbitraire of ongerechtvaardigde beperking van de handel mag vormen. De belangrijkste gronden: (b) bescherming van openbare zeden, leven of gezondheid van mens plant dier (d) om naleving van Gatt-compatibele rechten/rechtsregels te verzekeren, i.h.b. inzake intellectuele eigendom bescherming nationaal artistiek, historisch archeologisch erfgoed (g) bescherming van natuurlijke rijkdommen in uitvoering van grondstoffenovereenkomsten tijdelijke uitvoerbeperkingen van nationaal noodzakelijke producten
III. SPELREGELS (13) harmonisatie iz.excepties (SPS) Enkele bijzondere overeenkomsten ter harmonisatie van de regels betreffende sommige excepties om de impact ervan te verminderen. Hoofdzakelijk 2: SPS / TBT. SPS: akkoord betreffende de sanitaire en fytosanitaire maatregelen (1994) dergelijke maatregelen mogen genomen worden voor de exceptie leven & gezondheid doch beperkt tot de noodzakelijke maatregelen, uitgaande van wetenschappelijke beginselen en bewijs inzake beoordeling van het (gezondheids)risico ofwel omdat het risico bewezen is, ofwel in toepassing v/h voorzorgsbeginsel: beperkende maatregelen toegestaan indien effect onzeker, doch tijdelijk en mits nader onderzoek wordt verricht Beperking mag niet discrimineren (ongelijk behandelen zonder gronden) Maatregelen moeten in beginsel op internationale richtlijnen worden gegrond; op die beginselen gegronde maatregelen worden geacht noodzakelijk te zijn.
III. SPELREGELS (14) harmonisatie iz.excepties (TBT) TBT: akkoord betreffende de technische handelsbelemmeringen (1980/1994) Er zijn veel technische belemmeringen: o.a. kwaliteit, samenstelling, verpakking en controle van goederen. Ingeroepen redenen: bescherming gezondheid, standaardisering, … TBT: technische regulering (d.i. dwingend) en standaards (niet-dwingend) mogen niet nodeloos de handel belemmeren, mogen niet discriminerend zijn (beginsel van « nationale behandeling ») Niet nodeloos indien strekt tot bescherming gezondheid of milieu, vermijden van bedrieglijke parktijken, nationale veiligheid Regels die afwijken van internationale standaards vermoed onnodig beperkend te zijn Indien niet gebaseerd op internationale standaards moeten de regels aan procedurevereisten voldoen (informatieplicht e.d.) (code of good practice in annex bij de TBT) Bijzondere regels voor onderzoeksmaatregelen.
III. SPELREGELS (15) excepties (2) Art. XXI GATT: bescherming nationale veiligheid o.m. aankopen voor defensie Deze exceptie is niet nader gereglementeerd Art. XII GATT (+ understanding 1994): bescherming betalingsbalans - beperkende maatregel moet evenredig zijn verplichting de maatregel met het IMF te overleggen voorkeur voor prijs-gebaseerde (tarifaire) maatregelen; kwantitatieve maatregelen vereisen een rechtvaardiging waarom tarifaire niet volstaan. Art. XIX Beveiligingsmaatregelen: tijdelijke maatregelen bij onvoorziene stijging import van bepaalde producten. Nadere vereisten: niet-discriminerend; procedurevereisten w.o. onderzoek verrichten. - Nadere regels in de Agreement on Safeguards (niet van toepassing op landbouwproducten). Maatregelen gericht tegen één land alleen zeer uitzonderlijk toegestaan.
III. SPELREGELS (16) excepties (3) / vrijstellingen Er zijn een reeks uitzonderingen voor landbouwproducten, zoals: geen verbod van of beperking op exportsubsidies kwantitatieve beperkingen zijn in beginsel toegestaan 1994: « Landbouwakkoord » - is nog maar een kader voor verdere onderhandelingen; doel is alle niet-tarifaire belemmeringen om te zetten in louter tarifaire Afbouw van exportsubsidies, te beginnen met de lijst van het landbouwakkoord Categorieën steunmaatregelen: groen (toegestaan), geel (af te bouwen), blauw (toegestaan mits maatregelen voor productiebeperking worden genomen) July 2004 Decision: nadere belofte om subsidies voor landbouw en voor export landbouwproducten af te bouwen. Art. XXV GATT: Naast de excepties die uit GATT zelf volgen kan de WTO met akkoord 2/3 lidstaten een vrijstelling (waiver) toestaan. - Belangrijkste vrijstellingen zijn ten gunste van ontwikkelingslanden. - Vrijstellingen geven ook bijkomende uitzonderingen inzake landbouwproducten.
III. SPELREGELS (17) regels iz. ontwikk.landen GATT in 1964/1966 aangevuld met Deel IV (art. 36-38). Geen afdwingbare verplichtingen, hooguit inspanningsverbintenissen t.g.v. handel en ontwikkeling van ontwikkelingslanden. Daarbij geldt voor gunstmaatregelen géén verplichting tot reciprociteit. Uitgangspunten gepromoot door UNCTAD (vanaf 1968): Eenzijdig toegekende tariefvoordelen voor export van (half)afgewerkte producten vanuit ontwikkelingslanden (door verlaagd tarief of nultarief) Sinds 1971 (uitgewerkt in Tokyo ronde) op GATT een veralgemeende vrijstelling t.g.v. ontwikkelingslanden die een « general system of preferences » (GSP) mogelijk maakte, de zgn. « enabling clause »: - die voorkeursbehandeling van ontwikkelingslanden alsook reciproke maatregelen tussen ontwikkelingslanden onderling toelaat onder bepaalde voorwaarden: geen nieuwe belemmeringen jegens andere staten; mits in antwoord op reële noden van ontwikkelingslanden; kennisgeving aan GATT/WTO « Graduation rule »: doel om de voorkeursbehandeling langzaam af te schaffen
III. SPELREGELS (18) regels iz. ontwikk.landen Effect wordt beperkt door de belangrijke uitzonderingen: landbouwproducten, staal, enz. Toepassing graduation rule leidde reeds tot verminderde voordelen voor « newly industrialised countries). Systeem wordt dus gedifferentieerder. Toepassing 1: VS: - Trade Act 1974/1976: voorkeursbehandeling voor bepaalde soorten producten die volgens de rules of origin afkomstig zijn uit een van de begunstigde landen (de lijst daarvan is een politieke beslissing dikwijls gekoppeld aan het beleid van die landen op andere gebieden) Bijkomende maatregelen in African Growth & Opportunity Act 2000 (textiel) Toepassing 2: EU: GSP 1971/1995 Lomé/Cotonou overeenkomsten
III. SPELREGELS (19) regels iz. ontwikk.landen - EU systeem: GSP voorkeurtarieven (van - 15 % tot - 100 %) voor 4 categorieëen goederen Gekoppeld aan engagementen van uitvoerlanden iz. drugsbestrijding, arbeidsvoorwaarden, milieunormen Voorbehoud van een noodclausule Graduatieprincipe (voor armste landen nultarief behalve voor wapens)
III. SPELREGELS (20) regels iz. ontwikk.landen - EU systeem : ACP Overeenkomsten met ACP-landen: Lomé, nu Cotonou (2000, in werking 2002) Vertrekpunt: geen invoerheffing op niet-landbouwproducten; gunstiger tarieven voor landbouwproducten Geen kwantitatieve beperkingen of maatregelen gelijke werking behalve (1) excepties ter bescherming van gezondheid, veiligheid, …. (2) beveiligingsmaatregelen Beperkte reciprociteit: EU landen zelfde voordelen geven als andere industrielanden Strikte regels inzake de bepaling van oorsprong van de producten Voordelen zijn gekoppeld aan engagementen inzake mensenrechten, rechtsstaat, corruptiebestrijding …. Financiële faciliteiten, 2 soorten: Grant facility, voor welbepaalde noden Investment Facility, vnl. voor private sector
III. SPELREGELS (21) Grondstoffenovereenkomsten Vormen onder voorwaarden een legitieme exceptie krachtens art. XX (h) GATT. Algemeen: import- en exportbeperkingen met het oog op stabielere handel in bepaalde grondstoffen Informele overeenkomsten: consultatieve lichamen voor overleg tussen producerende en verbruikende landen. Vaak georganiseerd door de FAO. Formele marktregulering door een multilaterale overeenkomst tussen de meeste producerende en vebruikende landen. De inhoud loopt nogal uiteen: - regels inzake (eerlijke) mededinging minimumprijzen (bv. zuivel) exportcontole, buffervoorraden, enz. UNCTAD streeft naar een « geïntegreerd programma » voor grondstoffenovereenkomsten. Daarvoor werd ook een « gemeenschappelijk fonds » opgericht (in werking 1989, doch beperkte middelen).