Hoofdstuk 6 Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid Mensen zijn allemaal uniek, maar bij sociale ongelijkheid gaat het om onderscheiden groeperingen Sociale ongelijkheid is ongelijkheid in macht tussen sociale posities
Sociale ongelijkheid Vormen van sociale ongelijkheid Sociaaleconomische ongelijkheid Sekse Seksuele voorkeur Etniciteit Leeftijd Deze zijn niet verder te reduceren: elke vorm heeft zijn eigen invloed op het ‘slachtoffer’
Sociaaleconomische ongelijkheid Kasten Standen Stratificatie/klassentegenstelling
Sociaaleconomische ongelijkheid Klassentegenstelling: Kapitaal tegenover arbeid Geen kapitaal zonder arbeid Marxisme: Als de arbeiders ‘niets anders te verliezen hebben dan hun ketenen’... ... volgt de revolutie van de arbeidersklasse om de productiemiddelen in handen te krijgen
Stratificatie Sociale lagen door status Klassen Afgeleid van beroep, inkomen, opleiding Klassen Bovenlaag Ondernemersklasse/middenstand Middenklasse Arbeidersklasse Onderklasse
Stratificatie Mobiliteit: intra- of intergeneratiemobiliteit Open maatschappij? Meritocratie
Sociaaleconomische ongelijkheid Inkomensongelijkheid (1) Scheve inkomensverdeling Modaal inkomen Nivellering Armoede Nieuwe armoede Sociaal isolement/participatie Permanent
Sociaaleconomische ongelijkheid Inkomensongelijkheid (2) Minimuminkomen en koppeling Vermogens Schulden Topinkomens
Sociaaleconomische ongelijkheid Werkloosheid Geregistreerde werkloosheid, bij minder dan 12 uur werk 400.000 werklozen 5% van de beroepsbevolking Langdurige werkloosheid is het grote probleem
Sociale ongelijkheid tussen man en vrouw (1) Sekse en gender Mythe van het verschil
Sociale ongelijkheid tussen man en vrouw (2) Onderwijs Deelname meisjes aan onderwijs stijgt en ze doen het beter Meer meisjes dan jongens in h.o. Allochtone meisjes ‘scoren’ beter dan allochtone jongens, wel verschil met autochtone meisjes Seksesegregatie naar richting/profiel (zorg, welzijn, natuur, techniek) wordt minder Glazen muur
Sociale ongelijkheid tussen man en vrouw (3) Werk Participatie vrouwen stijgt naar 64% (2007) (mannen 78%) 69% werkende vrouwen in deeltijd (mannen 15%) Werken combineren met zorg voor huis en kinderen Overgang kostwinnersmodel naar anderhalfverdiener
Sociale ongelijkheid tussen man en vrouw (4) Glazen wand niet minder Glazen plafond iets minder geworden: 44% vrouwen in de ‘hogere beroepen’, maar... ‘Top-beroepen’ (bestuur) slechts 18,4 % vrouw Grotere organisaties hebben minder vrouwen aan de top. Ook in sectoren die traditioneel ‘mannenwerk’ zijn zie je minder vrouwen in bestuursfuncties.
Sociale ongelijkheid tussen man en vrouw (5) Inkomen Vrouw verdient minder dan man, door werkervaring, opleiding, sector en lagere beloning Grotere kans op armoede, met name alleenstaande vrouwen
Jong en oud (1) Agisme: onterecht onderscheid leeftijd We worden ouder dan vroeger, blijven langer gezond Maar we willen toch jong blijven Vrouwen leven langer dan mannen .
Jong en oud (2) Is de verzorgingsstaat houdbaar? AOW-leeftijd naar 66 en 67 jaar Het ‘kale grijze tuig’ wordt gespaard, de komende generaties protesteren niet Solidariteit tussen generaties verdwijnt Arbeidsparticipatie 50-64 jaar: 57% Ouderen zijn een belangrijke consumentengroep, maar ze willen niet als ‘ouderen’ worden bestempeld
Etniciteit Diversiteit aan groeperingen Achterstand integratie wordt minder, maar… … is er nog steeds qua onderwijs, werk, inkomen, huisvesting, criminaliteit Cultuur Nederland is wel multicultureel maar… Segregatie: wie ontmoet elkaar?
Seksuele voorkeur Officieel gelijkwaardig ‘Homo’s, die hebben we hier niet’ Des te belangrijker dat homo’s uit de kast komen Tolerantie maar niet te dichtbij Wel homo zijn maar het niet mogen laten blijken Visies in Nederland verschillen: van homohuwelijk tot homohaat