De Republiek in de Zilveren Eeuw 1672-1780 Hoofdstuk 3 De Republiek in de Zilveren Eeuw 1672-1780
1 Oriëntatie Groot gedeelte van de 18e eeuw dus Eeuw van de verlichting Interne rust in Fra en Eng groei bev. groei eco pol invloed neemt toe
Pol invloed Spanje neemt af Pol en eco. macht en invloed vd Rep nemen af door mercantilisme betrokkenheid bij conflicten tussen andere landen 1689 Stadhouder Willem III koning van Engeland (is dus bondgenootschap met eco. concurrent)
In veel Eu landen vergroting macht bourgeoisie In Engeland burgerij In Frankrijk de absolute koning en ambtenaren adel
In de Rep de regenten die zich steeds verder terugtrekken uit de handel Groeiende kritiek op de regenten Opkomst patriotten
Patriotten zijn mensen die onder invloed van de Verlichting kritiek hadden op de stadhouder (Willem V) en de regenten. Patriotten naar Patria=Vaderland. Eisten invloed op het bestuur. Grote politieke debatten en pamfletten.
De beroemdste patriot is Joan Derk van der Capellen. (1741-1784) Voorstander van Pro-Franse politiek en tegen de Engelsen. Steunde de Am. Vrijheidsoorlog. Schreef een zeer intelligent en scherp pamflet met kritiek op Willem V, “Aan het Volk van Nederland” in 1781.
Pruisische inval 1787 maakte einde aan Patriotten (gingen ondergronds). 1795 trokken de Fransen hier binnen en stichtten de Bataafse Republiek als vazalstaat met de Patriotten aan de macht. Activistische politiek, onderwijs, liberaal.
aanvoer van prod uit koloniën groeit De eco in Eu groeit aanvoer van prod uit koloniën groeit Fra en Eng breiden hun kol. macht uit Meer concurrentie voor Rep van Eng in koloniën Plantage eco in Suriname Slavernij meer in handen van de Engelsen Verlichtingsdenken leidt tot verzet tegen slavernij
H 3 paragraaf 2 de markt 3.2.1 De agrarische markt De boeren in het westen en noorden hadden na 1670 problemen afzet Engelse concurrentie relatief hoge lonen stijgende bel. druk Belangrijkste oorzaak zijn de kostbare oorlogen Verder nog: paalworm 3 veepestepidemieën
H 3 paragraaf 2 de markt Positief: Problemen doen de boeren nadruk verleggen naar handelsgewassen en vernieuwingen invoeren Bevolkingsgroei in Europa houdt aan
H 3 paragraaf 2 de markt Halverwege 18e eeuw bloeit de landbouw weer op (hoge productiviteit). Na 1730 toename aardappelteelt
H 3 paragraaf 2 de markt 3.2.2 Nijverheid In de 18e eeuw gaat de economie achteruit ten opzichte van Eng en Fra Oorzaken handel neemt af scheepsbouw neemt af hoog loonpeil arbeidsproductiviteit neemt niet toe
H 3 paragraaf 2 de markt Toenemende concurrentie mercantilisme Eng en Fra achteruitgang vd visserij (andere plekken) achteruitgang stapelmarktfunctie Adam
H 3 paragraaf 2 de markt Eerste helft 18e eeuw verplaatsing van loonintensieve textielnijverheid naar oosten en zuiden (eco groei West-Brabant en Twente)
H 3 paragraaf 2 de markt Werkgelegenheid blijft redelijk op peil stapelmarktfunctie van Adam VOC belangrijker Scheepsbouw in Zaandam Steenbakkerijen voor scheepsballast
H 3 paragraaf 2 de markt Eind 18e eeuw groei papierproductie. Ook door vele boekdrukkerijen. 2e helft 18e eeuw blijft de nijverheid ondanks druk overeind Oorzaken water turf windkracht hoge kwaliteit vd prod.
H 3 paragraaf 2 de markt 3.2.3 Handel, visserij en scheepvaart Bank- en effectenwezen bloeit in Amsterdam NL kooplieden profiteren van hun contacten wereldwijd en gaan deels over op: geld- en commissiehandel (het bezorgen van taken aan en ander) verzekeringen kredietverlening
H 3 paragraaf 2 de markt Hierdoor krijgen rijke handelaren steeds meer en grotere belangen in de schulden van de overheid. Een aantal families gaat leven van de opbrengsten van de rente op hun leningen
H 3 paragraaf 2 de markt De koopvaardij zorgt voor veel werkgelegenheid Goederenhandel verliest, vooral op de handel vanuit Eng Oorzaken Concurrentie met steden als London en Hamburg Gevolgen van het mercantilisme Oorlogen Toenemende kosten door verzanding
H 3 paragraaf 2 de markt De pos van Adam als handelscentrum groeit tijdens de 18e eeuw alleen maar. Maar dat komt mede door de handelaars die de “ voorbijlandvaart “ regelen
H 3 paragraaf 2 de markt 1e helft 18e eeuw VOC wordt steeds belangrijker De vloot wordt groter, maar er komt niet meer nettowinst Oorzaken omstandigheden in Eu en Azië dwingen tot toename mil. uitgaven toenemende concurrentie toenemende corruptie
H 3 paragraaf 2 de markt De driehoekshandel van de WIC blijft bestaan Gedurende de 18e eeuw neemt de betekenis van de visserij en dan vooral de haringvisserij af concurrentie neemt toe verandering van smaak verandering van vangplek
H 3 paragraaf 2 de markt 3.2.4 Overige gewesten De andere gewesten staan er beter voor: herstel landbouw Oosten handel Oostzee blijft Friesland en Groningen langs rivieren baksteenbakkerijen papierindustrie Zaanstreek en Veluwe textielnijverheid Twente
Hoofdstuk 3 paragraaf 3, de overheid In de zilveren eeuw blijkt dat het particularisme van de gewesten ervoor zorgt dat ze elkaar in de weg zitten. tolbarrières gebrekkige samenwerking inzake infrastructuur toename indirecte belastingen tradities en complexe verhoudingen Er komt een publiek debat over de slechte overheid. In de loop van de 18e eeuw stijgt de bel. druk
Hoofdstuk 3 paragraaf 3, De overheid laat de belastingen ophalen door pachters. In 1747 en 1748 pachtersoproeren van het volk. In 1748 pacht overgenomen door gemeentelijke belastingen.
Pachtersoproer te Zwolle
Hoofdstuk 3 paragraaf 3, Deze oproeren werden gesteund door de middengroepen, zoals de Hollandse Doelisten. Deze eisen maatregelen tegen zelfverrijking regenten tegen de belastingpacht tegen immigranten voor bescherming van de stedelijke nijverheid
Hoofdstuk 3 paragraaf 3, Men hoopt op steun van Willem 4 die wordt benoemd tot stadhouder (voor het eerst erfelijk) het systeem van belastingpacht wordt opgeheven er komen beschermende maatregelen en subsidies vermindering zeggenschap burgers in bestuur Het beleid faalt
Hoofdstuk 3 paragraaf 5 3.5 De sociale verhoudingen 3.5.1 Gelaagdheid 18e eeuw. De regenten vormen een hechte oligarchie (klein groepje rijken) Ze handelen niet meer, investeren nauwelijks Toenemende aristocratisering (grondbezit en landhuizen)
Hoofdstuk 3 paragraaf 5 Paragraaf 4 zelf goed lezen en leren! De families beleggen hun geld in: aandelen VOC obligaties buitenlandse ondernemingen leningen van vorsten
Hoofdstuk 3 paragraaf 5 Gevolgen: toenemende invloed op de (internationale) politiek toenemende geldstroom naar de Rep afsluiting voor nieuwe instroom opkomst geldhandel
Hoofdstuk 3 paragraaf 5 Agrarische crisis in de 18e eeuw Middenstand en armen komen steeds meer en vaker in de problemen om rond te komen.
Hoofdstuk 3 paragraaf 5 2e helft 18e eeuw Tijdgenoten zien de oorzaken van deze achteruitgang in: dalende nijverheid leegloop steden groeiden aantal renteniers groeiend aantal bedeelden Gevolg: de verpaupering neemt toe
Hoofdstuk 3 paragraaf 5 Reactie: Patriotten zijn hier tegen liefdadigheid (kerk en stad ) Patriotten zijn hier tegen Onderwijs Werkinstellingen De rol van vrouwen verandert. Minder eco meer moeder.
Hoofdstuk 3 paragraaf 5 3.5.2 Verhoudingen binnen het bedrijf In de 18e eeuw: men probeert zijn eigen pos te beschermen Verplaatsing van arbeid naar lage lonen gewesten
Hoofdstuk 3 paragraaf 5 3.5.3 Immigratie en demografie Na 1685 toestroming van Hugenoten. Laatste migrantenstroom. Goed voor de lakenindustrie. Demografie Amsterdam naar Amsterdam seizoensmigranten uit oostelijke gebieden en Duitsland uit Amsterdam naar de nieuwe wereld en naar banen binnen de VOC
De ontwikkeling van Amsterdam in kaarten Circa 1538