Informatie en informatietheorie
Literatuur: Vickery & Vickery, Information Science in Theory & Practice, H1 en H2 Van Cuilenburg, e.a. Communicatiewetenschap, H1 Van Peursen, Bertels & Nauta, Informatie, H2
Informatiewetenschap bestudeert de communicatie van informatie in de samenleving praktisch en theoretisch
Waarom informatie? Informatiebehoefte groeit sterk Schaal samenleving Complexiteit Steden als informatie intensieve systemen Informatie als instrument en grondstof de vuursteen van de 20e eeuw
Mechanismen: Toenemende vraag naar informatie door: complexiteit & coördinatie technologische innovatie opleidingsniveau gevarieerde levensloop
Complexiteit & coördinatie complexiteit neemt toe, en dus de behoefte aan coördinatie omvang samenleving (staat & markt) sociale differentiatie politieke participatie verzorgingsstaat (welzijn arrangementen; regelingen)
Technologische innovatie economie nieuwe produkten en processen nieuwe beroepen en vaardigheden handel en transport vrije tijd transport afstemming info & communicatiekanalen
Gevolg enorme groei ‘geletterdheid’ en informatie vraag naar vaardigheden om met informatie om te gaan veranderende normen (actief aanbieden informatie, toegankelijkheid, evaluatie van informatiediensten begin met studie van informatie (systemen) classificeren van (wetenschappelijke) informatie kwantitatieve studie van bibliografische produktie empirische studie van informatiegebruik
Het informatiesysteem plaatje in Vickery & Vickery, pagina 10
Systeem en organisme we maken en verbeteren componenten van het informatiesysteem maar als geheel vertoont het organische groei wetenschappelijke informatie informatietechnologie informatie(systeem)kunde informatiewetenschap
Informatiewetenschap gaat over: Gedrag van mensen als bron, producent, ontvanger, gebruiker, distributeur van informatie Kwantitatieve studie van informatie en informatiedragers omvang, groei, produktie, gebruik Semantische organisatie van informatie en van communicatiekanalen voor identificatie door zender en ontvanger
Informatiewetenschap gaat ook over Problemen rond opslag, analyse en retrieval Organisatie van informatiesystemen en de performance ervan De sociale (economische en politieke) context en betekenis
Algemene model van de communicatie van informatie: bron -> kanaal -> ontvanger -> effect
Communicatie van informatie als sociaal proces
Bron, ontvanger en kanaal zijn sociale fenomenen Mens is direct het kanaal (spreken) of indirect (ontwerp, onderhoud, management van ‘technische kanalen) Informatietechnologie is vanuit het perspectief van de informatiewetenschap van belang inzoverre het sociale proces van het communiceren van informatie erdoor wordt beïnvloed.
Implicaties Analyse van enkelvoudige communicatie van informatie is dus niet informatief Betekenis van informatie hangt af van (veranderende) positie van ontvanger Patronen van ‘informatieve communicatie’ evolueren ‘sterk afhankelijk van de evolutie van de onderliggende structuren en relaties’
Verkeerspatronen in de communicatie van informatie centraal individueel informatiebestand informatiebestand centrum kiest onderwerp en allocutie registratie tijdsbestek (tv) (enquête, examen) individu kiest onderwerp en consultatie conversatie tijdsbestek (boek) (telefoon) gesprek,
Wat is informatie eigenlijk? syntax semantiek pragmatiek
Algemene model bron ---> kanaal ---> ontvanger -> effect intentioneel? of elk stimulus-respons effect? Afbeelding uit Van Cuilenburg
Informatieruimten De informatieruimte bestaat uit eenheden informatie, die aan elkaar gerelateerd zijn Relaties ontstaan in de produktie en door de communicatie van informatie. Dat ‘zie’ je aan de informatie eenheden. Citaties Cocitaties Woordgebruik
Informatie gaat over tekens tekens in verschillende vorm tekens icoon; index, symbool tekentalen klanken, woorden, zinnen syntax: waarden + grammatica formele tekentalen (kunsttalen) symbolen, combinatieregels, afleidingsregels
Disciplines Semiotiek Linguïstiek Logica
niveaus Syntaxis: tekens en tekencombinaties Semantiek: verwijzing naar een wereld Pragmatiek: gebruik en effect van tekens alle drie aanwezig in logica. linguïstiek en semiotiek maar in verschillende betekenis
Informatie informatie als communicatie van representaties uit het ene voorstellingskader (van de zender) naar een ander voorstellingskader (van de ontvanger) via een informatiedrager (signaal) dat via een kanaal (media).
Niveaus van informatie syntactische informatie: signaal staat centraal, betekenis en gebruik blijven buiten beschouwing semantische informatie: betekenis staat centraal; gebruik, effect blijft buiten beschouwing pragmatische informatie: gebruik staat centraal, naast betekenis en signaal.
conditie voor differentiatie tussen informatieniveaus (pragmatische) informatie leidt vaak tot gedragsbeinvloeding bij dier: ‘automatisch’ mensen kunnen differentiëren tussen de niveaus: evolutionair resultaat. mens reageert niet (automatisch) op een signaal, en ook niet automatisch op de betekenis van het signaal.
Onderscheiden en observeren Niveau van observatie bepaalt of informatie syntactisch, semantisch of pragmatisch is.
Informatie en codificatie informatie-overdracht vereist codering decodering kanaal
Code is alles wat je al weet voordat de boodschap arriveert. b.v. bij morse tekens weet je welke code voor welke letter staat Elke taal is een code gecodeerd worden gebeurtenissen in onze leefwereld. Je kent syntax & woordenschat & betekenissen dus in principe alle mogelijke signalen/boodschappen
Informatie, onzekerheid en selectie Informatie is selectief: een bericht uit het repertoire van mogelijke berichten Dus, naarmate je verwachtte repertoire kleiner is, is informatie inhoud van je boodschap ook kleiner (want minder selectief)
Ruis en redundantie De boodschap kan verstoord doorkomen: dat noemen we ruis. Door meer informatie dan minimaal noodzakelijk door te sturen, kan dit worden voorkomen syntactisch: eexxttrraa iinnffoorrmmaattiiee semantisch: de circelvormige plattegrond van het ronde gebouw pragmatisch:aandacht trekken door zwaaien EN roepen
Informatie en leren Leren leidt tot afnemende (syntactische, semantische, en pragmatische) redundantiebehoefte Dus tot andere structuur van informatieboodschappen
Objectieve en subjectieve redundantie Objectief = meetbaar Subjectief = voor ontvanger
Redundantie en efficiency Redundante info = meer info = duurdere informatie Dit leidde tot de mathematische theorie van de communicatie Met veel andere toepassingen
Definitie Informatie is een functie van de verhouding tussen de mogelijke antwoorden voor en na ontvangst (van het bericht)
Mathematische theorie van de communicatie b.v. 32 kaarten, hoeveel informatie is nodig om een specifiek geval te selecteren. door 5 keer een ja/nee keuze te maken elke binaire keuze noemen we een BIT informatie dus de informatie nodig om een specifieke kaart te selecteren is I = 2 Log 32 = 5 (want 25=32)
Of in kansen I = - 2log (1/32) Stel nu dat we een van twee identieke kaarten uit 16 willen selecteren: I = - 2log (1/8)=3 dat kan niet met binaire keuzen maar wel met gemiddelden stel dat gebeurtenissen niet identieke kansen hebben identiek aan hierboven I = - 2log (1/32)