Achtergrond : Voor “middenleeftijd/ derde levensfase/ overgang “ - tijdsbesteding meestal > fysieke activiteiten lesgeven Lich. Opv.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Aandacht voor het steunend netwerk
Advertisements

Taghon Geert 2011.
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
Respectvolle bejegening
Samen bouwen aan zelfvertrouwen
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
Heb het goed hou het goed Corrie Blijdorp De Driehoek
Opvoeden in de puberteit
INFO-AVOND DE SCHOM 18 JANUARI 2010
Ontwikkelingstraject kinderen
Hogescholen in Dialoog
Ludo Daems.
Ouderen en relaties, hechten en onthechten
Workshop Relationele en seksuele vorming
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Echtscheiding: gevolgen voor kinderen
MOTIVEREN Lt. De Groeve Luk.
Een ouderavond over veiligheid en grenzen stellen
Gesprek in de laatste levensfase: taboes rondom ziekte en dood
Veerkracht Myriam Bergmans OPZ Geel.
Welkom op onze thema-avond
SOCIALE COMPETENTIE Jacqueline Blaak-Venneman.
Psychotherapie en armoede
Basistraining groepsmaatschappelijk werk
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
18 november 2011.
Kansarmoede Lien Anseele 1BaOC.
H3. Communicatie Gesprekstechnieken.
Mindfulness.
DIGITALE COLLAGE ESTHER
Samenwerken Werken in Teams.
Begeleiden Informatiseringsprocessen
Volksuniversiteit Zwolle
Aanvaarding en tolerantie
11 Diversiteit & inclusie July 30, Overzicht Diversiteit en inclusie zijn een integraal onderdeel van onze business. Het is essentieel dat u.
HOE WORD JE EEN WINNING TEAM?
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
Thema 2 Bijeenkomst oktober 2015.
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Houtens : welkom, begroeting en ontmoeting
Omgaan met de gevolgen van trombose

Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije
Klinische les medisch maatschappelijk werk
Omgaan met agressie Klinische les 6 mei 2003
Opgroeien adolescent Les 2 schpa. Programma les Bespreken opdracht 1 Theorie behandelen Subgroepen sociologen.
De kracht van positief opvoeden
Sowebatraining bovenbouw. Doel van de Sowebalessen! Het aanleren van sociaal competent gedrag en de daarbij behorende vaardigheden Het aanleren van sociale.
Opleidingssessie 4 Growing Together De relatie tussen mentor en mentee.
Rauw en troosten.
Van bovenbouwer naar brugpieper … en de rol van ouders in deze fase.
De zorgzame leraar Schijndel 1 oktober Doel van deze workshop Onderzoek..... Wat maakt een leraar zorgzaam?
MOTIVATIE. Dromen en Idealen Jongeren dromen en hebben idealen.
Training praktijkbegeleider Rol van de begeleider Regio Scouting Zeeland.
‘Anorexia nervosa en vrouwenhulpverlening’ Tijdschrift voor psychotherapie Auteur: Greta Noordenbos Bron illustratie:
Samenvatting tekst Homoseksualiteit bij jongeren.
Koffieochtend 3 november 2016 REGELS EN GRENZEN IN DE OPVOEDING
Beter samenwerken in teams
Assertief zijn Hoofdstuk 25 VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk
Taal- en Interactievaardigheden in de Kinderopvang
Help, mijn kind gaat naar de brugklas
Een vergadering organiseren
Vergadering Personeelsdienst
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Assertief zijn Hoofdstuk 25 VZ Begeleidingskunde Carin Hogenbirk
Gewoon pubergedrag? Over Relaties
Hoe zijn wij als inwoner betrokken geraakt?
Rouw bij ouders van drugsgebruikende jongeren
In de vuurlinie van een pos
Overzicht gedragingen per competentie
Transcript van de presentatie:

Achtergrond : Voor “middenleeftijd/ derde levensfase/ overgang “ - tijdsbesteding meestal > fysieke activiteiten - lesgeven Lich. Opv. Middenleeftijd stoppen > lesgeven  vastberaden niet te blijven stilstaan - meer tijd en ruimte vrij maken voor > mezelf - cursussen te gaan volgen om > inzichten te vergroten Graag  sociaal > onder vrouwen  begeleiden – initiatieven nemen van > groepen  Ook  empathisch – stimulerende – betrokken aanpak  open staan voor iedereen > aanvaarden zoals ze zijn  vrouwen > als bondgenoten beschouwen  Middenleeftijd  fase van leren > - loslaten - risico’s nemen - veranderingen aanbrengen - durven “nee” zeggen (Eindelijk jezelf- S. Braun)

Keuze thesis zelf nog groeien  inspiratie gekregen door > cursus “optimaal functioneren” > stage : cursus “constructief denkende vrouwen +45”  motivatie door de 5 krachten > geloof - doorzettingsvermogen constructieve zelfkritiek - durf - genieten Doelstelling  optimaal functioneren als consulente in vrouwengroepen  meer inzichten rond vrouwen +45 > problematieken  toekomst > cursussen geven > thema’s - relevant aan groep > meegaand met sociale evolutie Werkwijze  opzoekingswerk > ideeën uit verschillende bronnen > inspiratie uit opgedane evaringen  gegevens > plaatsen op ”wiki”-site > inhoud integreren – ordenen - structureren en overzicht maken - hoofd- onderverdelingen inbrengen

Thesis  Theorie : bestaat uit > 2 grote delen.  integratief  1 Thesis  Theorie : bestaat uit > 2 grote delen  integratief  1. leerprocessen – creativiteit > bevorderend werken met vrouwengroepen  2. bestuderen – uitdiepen > problematieken rond de middenleeftijd 45-60j Mijn integratieve visie  te vinden in tekst > na pijltje () Bijlage  cursus “constructief denkende vrouwen +45j” 8 sessies  theorie + PPT + opdrachten + eindevaluatie Specifiek voor mezelf  betere objectieve kennis > menselijke behoeften Resultaat  meer > zelfvertrouwen > ervaringsdeskundige > gespecialiseerd > constructieve levensmentaliteit > betere levenskwaliteit

Groepstherapie  Verzamelnaam > therapieën in groep  Opvang voor > psychologische pathologieën volgens ziektemodel  Voordelen t.o.v. individuele > veelheid interacties  Inbreng > eigen persoonlijkheid - levensgeschiedenis - problemen  Vereisten > vertrouwen - veiligheid  Soorten > -gestructureerde - inzichtgevend psychotherapie  Doel > psychische klachten - problemen op te heffen of te verminderen Counseling in groep “Counsel” betekent > raad en advies ( Rogers)  Werken aan > groei en ontwikkeling in optimale relatie met de groep  Voordelen t.o.v. individuele > veelheid interacties  Inbreng > eigen persoonlijk - levensgeschiedenis - problemen  Begeleiding > ondersteunend > gericht op het hier en nu  Kortdurende sessies  Minder ernstige psychosociale problemen  Doel > vermogen om met problemen - belastende omstandigheden om te gaan

Groeien in groep  Bewust werken aan zichzelf > in groep > voordurend proces  Training om beter > optimaal te gaan functioneren  Basis groeiprocessen  Fundamenteel zelfvertrouwen - aanvoelen beter kunnen - daarin geloven - lang genoeg volhouden - lessen trekken uit mislukkingen  Constructief denken - levensvisie > weten wat men wil - naar inhoud > leren benadrukken positieve aspecten - naar vorm > manier van positief denken  Stage  cursus “constructief denkende vrouwen +45 > persoonlijkheidstraining > basisvaardigheden bij leren > inzichten induceren > emotioneel laten groeien

1. Eigene van vrouwengroepen 1.1 Waarom juist een vrouwengroep? Voordelen  gemeenschappelijke elementen > worden meer zichtbaar  (h)erkenningen > kunnen optreden  krijgen van > emotionele steun van anderen  isolementen doorbreken -individualiseren van problemen > wordt tegen gegaan  thema’s aangepast aan leeftijdsgroep > begrijpbaar voor iedereen  pluralistisch > vrouwen uit # klassen  gehuwd - gescheiden - alleenstaand - lesbisch  thema’s > die schaamte oproepen (bv.misbruik) worden besproken

1. Eigene van vrouwengroepen 1.1 Waarom juist een vrouwengroep?  leren  omgaan met de samenhang tussen individuele- en groepsprocessen  Leren betreft heel de vrouw in haar > totale existentie -emoties -gedragingen -gedachten -hier en nu-toekomst-verleden -zichzelf/ de groep

“Levend leren”  proces ( thematische interacties Ruth Cohn) “Levend leren”  proces ( thematische interacties Ruth Cohn)  Levend en vrij  kunnen leren  2 meest fundamentele activiteiten in leven  Leren  even omvatend – continu – permanent als > leven zelf  levensloop is een > voortdurend ontwikkelingsproces : - inzichten krijgen > in eigen situatie - vergroten > eigen behoeften - eigen mogelijkheden - ontdekken en herontdekken > eigen kracht – eigenheid - ontstaan nieuwe activiteiten > bestaande wijzigen

Basisdimensies menselijk leren in figuur : 8 begrippen : 8 karakteristieke/specifieke wijzen van leren: Elke specifieke wijze(modi) behoort bij een > individu of groep  Samen met zijn tegenpool vormen ze > een dimensie  Verschillen en tegenstellingen tussen de polen geven > een dynamisch leerproces

Proces en inhoud  leren uit eigen proces > noodzakelijke aanvulling van inhoud Dichtbij en veraf  aandacht voor > actuele beleving plaats/tijd (heden) in perspectief wat verderaf ligt (verleden -toekomst) Voelen en denken  gevoelens benutten bij cognitieve leerprocessen > en omgekeerd Individualiteit en socialiteit  evenwicht zoeken ts individuele – sociale belangen

Themagecentreerde interactie (Ruth Cohn) GLOBE Themagecentreerde interactie (Ruth Cohn) Basisgegevens  tegelijkertijd bezig > taak (thema) – interacties Het werkmodel  4 componenten – samen > de leersituatie vormen Methode  begeleiden van groepen Doel  bevorderen > levendige processen – creativiteit Groep  respecteren > interactieregels

Trainings(groei)groepen  benadrukken meestal het “wij” GLOBE -het individuele “ik”  met eigen wensen - vragen - capaciteiten -ervaringen -”wij”: “ikken”  verbonden > gezamenlijk > op “het” te richten -de taak of stof “het”  de gemeenschappelijke focus van “ik”- “wij” -de omgeving “globe” aspecten tijd-ruimte > belangrijk voor “ik” “wij” “het” als cirkels rond driehoek lopen Proces  afwisselend beweegt ts “ik” “wij” “het” > relatie “globeaspecten”  Balans of evenwicht zijn belangrijk  Fixatie op één element  kan groep uit evenwicht brengen  trachten aandacht > afwisselend te verplaatsen Trainings(groei)groepen  benadrukken meestal het “wij”

 Hulpregels  Themaformulering :  Rekening houden met  vrijheid – gebondenheid  niet te eng – niet te ruim > ruimte laten voor associaties  concreet genoeg zijn > om gedachten - beelden te stimuleren  belangstelling opwekken  fungeren als wegwijzer > taken en doelstellingen zodanig formuleren dat er > constructief kan worden op doorgedacht

Stimuleren van de motivatie: ARCS model van Keller: 1. Attention (aandacht)  variatie werkvormen 2. Relevance ( relevantie)  waarom moet geleerd worden - nut in toekomst 3. Confidence (vertrouwen)  goede afloop cursus > eigen leerwensen formuleren 4. Satisfaction (voldoening)  laten meewerken – meedenken

1.2 Verschillen ts seksehomogene-sekseheterogene groepen: Omgaan met macht : Vrouwen  vinden > onzichtbare macht vanzelfsprekend  Mannen gaan meer openlijk om met > macht  Vrouwen meer bedekter  Spreekstijlen  mannen over > onafhankelijkheid – maatschappelijke status  vrouwen over > goede sfeer – iedereen erbij betrekken Gesprekken inhoudelijke thema’s : Mannengroepen praten over  bazen - werk - gezin - sport Vrouwengroepen praten over  seksualiteit - kinderen - geweld - ouders

1.2 Verschillen ts seksehomogene-sekseheterogene groepen:  Verschillende fasen en beleving :  Vrouwengroepen gaan  snel cohesie bereiken - veiliger sfeer Mannengroepen gaan  gemakkelijker conflicten aangaan komen sneller los van de groep > in eindfase  Gemende groepen :  Vrouwen spreektijd kleiner dan > mannen Vrouwen  neigingen tot > seksestereotiep gedrag -stellen > belangstellende vragen - doen > persoonlijke onthullingen Mannen kunnen  boosheid en kritiek uiten  openlijk in conflict gaan > autoriteit Cons/Th

1.3 Soorten vrouwengroepen: Gestructureerd:  Uitgeschreven draaiboek - ontwikkelen van meer zelfvertrouwen  Contra-indicatie : - niet kunnen communiceren - te angstig - erg teruggetrokken zijn - te veel schaamte hebben Halfgestructureerd:  Vaste rondjes begin – einde - verminderen van klachten - vergroten autonomie - ruimte voor > inbreng individuele problemen - emotionele ontladingen  Contra indicatie : - acute crisis - rouw - verslaving aan > alcohol - drugs - gokken - medicatie

1.3 Soorten vrouwengroepen: Ongestructureerd:  Groepsdynamische groepen - Ontwikkelen van eigen identiteit Contra-indicaties : - heftige gevoelens kunnen loskomen - grote draagkracht – tolerantie hebben

1.4 Structuur en ontwikkeling : Normen : Regels : wijze van handelen > acceptabel lijken Facetten > zoals gedragingen - verwachtingen - waarderingen Functie : spelregels > zijn gekend Algemene norm  positief gewaardeerde : “vragen om reacties”  negatief gewaardeerde : “iemand op zijn plaats zetten” Oplossingen  beperkende : “we werken hier met een beurtensysteem”  productieve : “het is wenselijk om persoonlijke gevoelens te uiten”

1.4 Structuur en ontwikkeling : Rollen: Verwachtingen  betrekking hebben > gedrag vrouwen Functie  taak-specialisatie > niet één lid maar ook van verschillende vrouwen  Karakteristieken  te maken met > verwachtingen – percepties - waarderingen Ontwikkeling  als eerste instantie > ontstaan primitieve vorm van differentiatie  Posities > 4 rollen :  Taakgeoriënteerde leidster : verbale vaardigheden  Emotionele leidster : steunend – bezit humor  Zondebok : neemt spanningen op zich  Niet conformerende : persoonlijke stijl

1.5 Overdrachtprocessen in een vrouwengroep: Positieve overdracht : Gevoelens van sympathie - vertrouwen t.o.v. vrouwen en Cons/TH Negatieve overdracht : Gevoelens van wantrouwen - angst - woede > te maken met verleden vrouwen Gevoelens van jaloezie en afgunst > werken remmend indien niet geuit worden 1.6 Valkuilen in een vrouwengroep : Schijnintimiteit : symbiotische illusie dat we > allemaal hetzelfde zijn > iedereen even aardig is Vroege zelfonthullers gaan veel te vroeg > teveel van zichzelf vertellen

2. Groepsproces De 1ste : parallefase: Interacties  groepsleden gericht op Cons/Th Cruciaal  vertrouwen - veiligheid - doorbreking isolement De 2de : openingsfase : Elkaar  leren accepteren onderdrukte vijandigheden - onenigheden komen aan oppervlakte  verlangen > acceptatie versus afwijzing De 3de : wederkerigheidsfase:  Proces  acceptatie > opname groep  belangrijk > respect – intimiteit De 4de : beëindigingsfase : Einde  kan woede – depressie oproepen  tot een eindevaluatie komen  vragen om > - individuele begeleiding - andere groep of voortzetting groep

3. De Cons/Th in de groep : 3.1 Aandachtspunten voor interventies :  Verbale  non-verbale  Ingaan op  individuele interventies  groepsinterventies  het verleden van de vrouwen  Variëren  naargelang de fase  Soorten interventies : -faciliteren > vergemakkelijken -exploreren > vragen stellen -verhelderen > gevoelsreflecties -confronteren > aandacht vestigen -structureren > uitleg geven -leiding geven > regelen -suggesties > adviezen -interpretaties > veronderstellingen

3.2 Basishouding Cons/Th : Tegenoverdracht : overbetrokkenheid van de Cons/Th > teveel zorg > te veel controle  afstandelijkheid > vrouwen te los laten Beste houding : - actieve - stimulerende – betrokken - transparante > kunnen omgaan met kritiek - vrouwen beschouwen als > bondgenoten Ervaringsdeskundigheid : - belangrijk - duidelijkheid geven dat > problemen niet onbekend zijn - gevoelens kunnen > plaatsen in eigen klasse-socialisatie - voordeel > zelf groepslid geweest van vrouwengroepen

3.3 Zelfexpressie : Jezelf tot expressie brengen :  Bewust  eigen innerlijke toestand - ideeën - ervaringen – gevoelens laten kennen  Zelf bepalen  wat zeggen > tegen wie > in welke context > helder en duidelijk  Congruent zijn  durven tonen > twijfel – onzekerheid – onvolmaaktheid Te leren: Ik - vorm > spreken Ik boodschappen > geven Verantwoordelijkheid > opnemen Open vragen > stellen Concreet > praten Probleemstellend Uit drukken > irriatie - tegenvallen Te vermijden: Wij - vorm > spreken Wij boodschappen > geven Verantwoordelijkheid > afschuiven Gesloten vragen > stellen Abstract > praten Oplossingsgericht Klagen – verwijten

3.4 Feedback geven : Communicatiemiddel hoe ander  overkomt  invloed heeft  wat liever anders zien hoe informatie geven over > dingen dat ze niet zelf beseffen > gedrag in gewenste richting aanpassen  Belang feedback  duidelijker > “Joharivenster” De kwadranten verwijzen naar de  4 gebieden van de persoonlijkheid

Persoonlijkheid  geheel van waarden – behoeften – vaardigheden - gedrag Feedback is een  manier om je vrije ruimte te vergroten verkleinen blinde vlek van de ander Hoe groter  - hoe fijner gevoel - verkleinen eigen verborgen gebied - hoe minder rolletje spelen Manier waarop  belangrijk  anders  opnemen als kritiek

 Enkele feedback regels : Beschrijven - concreet gedrag > andere - welk gevoel bij > dit gedrag - eventuele gevolgen van > dit gedrag - hoe anders > je zou willen - ruimte geven om > te reageren Essentieel  hebben over concreet waargenomen gedrag niet over de gehele persoon Omgaan met weerstand  negatieve feedback is = kritiek geven Feedback dient om  gedrag andere bij te sturen > te veranderen > rekening houdend met aanvaarding > andere vrijheid te geven

3.5 Intake :  Informatie  4 clusters (Van Aken 93) : 1.Maatschappelijke clusters : Gaan over > levensomstandigheden - opleidingen - werk vader/moeder - vrienden(innen) 2.Lichamelijke clusters : Gaan over > lichaamsbeeld - klachten - medicatie - verslavingen ziekten - trauma’s 3. Socialisatie clusters : Gaan over > rol man/ vrouw - rolpatronen - toekomstbeelden - relaties omgaan met conflicten 4. Intrapsychische clusters : Gaan over > zelfgevoel - zelfbeeld - agressie - autonomie - verdeling macht/onmacht - relatie familie

3.5 Intake  Indirecte vragen : Gaan over > innerlijk niveau  Westerse culturen: Gaan over > uit welke soort generatie migranten ze komen > hoe ze omgaan met vooroordelen  Informatieve-diagnostische vragen : Gaan over > eerdere klachten – decompensaties > welke draagkracht Fase van advies :  voorbereiding is belangrijk > voor aanpassing aan de groep

3.6 Basisstijlen van begeleiden : 1.Stimulerende stijl :  - eigen gevoelens - persoonlijke waarden uiten - aanmoedigingen geven Bv. Bij opdrachten ze  voordoen – meedoen 2.Zorgende stijl :  - gevoel van warmte – vertrouwen > geven - begrijpend – open en oprecht zijn - iedereen aanvaarden zoals ze zijn Bv. toelaten  uiting van verdriet – kwaadheid – blijheid 3.Betekenis-gevende stijl :  - verklaren – verhelderen - duiden - interpreteren - benoemen Bv. rondvraag > begin – einde sessie 4.Beheersende stijl :  - regels – normen – richtingen – grenzen > geven - suggereren Bv. begin cursus > overzicht-programma

4.Overgang en menopauze  Levensverwachting  gemiddelde leeftijd van 81j  Menopauze  ts 40j – 60 j wordt bereikt op > gemiddelde leeftijd van 51j na > één jaar geen menstruatie meer te hebben  Overgangsjaren  4j - 6j voor menopauze  postmenopauze > jaren na menopauze  Hormonen na menopauze  - progesteron volledig weg - oestrogenen fors dalen - androgenen lichtjes stijgen  Overgangsklachten  fysische > meer dan helft last van : - warmteopwellingen - zweten - urineverlies - vaginale droogte……

Overgangsklachten : meer dan helft (psychisch) Overgangsklachten : meer dan helft (psychisch)  depressiviteit – prikkelbaarheid – slapeloosheid  soms gezien als gemaskeerde depressies behandeld met > kalmeer- slaapmiddelen  Problemen  “lege nest” syndroom als ze > hun kinderen associëren met : - gevoel eigenwaarde - identiteit - status Positief keerpunt  meer tijd voor > zichzelf - hobby’s - partner - vrienden(innen) > niet meer moeten bewijzen loopbaan > meer kunnen genieten > meer uitstapjes kunnen maken > meer vrije tijd om zinvol in te vullen

5.De pensionering 5.1 Betekenis pensionering: Gebeurtenis die  procesmatig verloopt 5.2 Redenen tot pensionering : Pensioengerechtigde leeftijd om  - familiale - gezondheidsredenen - arbeidsituatie - facultatief afvloeiingsmaatregel 5.3 Beoordeling nakende pensionering (Geerts VUB) Aard beoordeling  1/2 > positief 1/3 > gemengde gevoelens overige 20% > negatief Vrouwen met een hoog socio-economische status meer  gemengde gevoelens door > verlies sociale status > identiteit

5.4 Omgaan met pensionering :  80% na 2 jaar op een  positieve manier (VUB)  Moeilijkheden  - achterlaten bepaalde relaties - nieuwe relaties aangaan - afscheid werk - nieuwe levensinvulling 5.5 Gevolgen van pensionering :  Opgeven werk  missen persoonlijk/sociale prestige  Tijdbesteding  meer vrije tijd – lezen – vrijwilligerswerk  Huishoudelijk werk  blijft traditioneel  Sociaal netwerk  meer tijd voor kinderen – kleinkinderen – ouders kennissen – relaties  Gevolgen gezondheid  geen echte verschuivingen

6. Hoe vrouwen omgaan met macht Anja Van Servellen : Cons/Th vrouwengroepen + 45  Patronen in haar groepen : Jezelf > wegcijferen > niet belangrijk vinden  Gevolgen > overgevoeligheid wat anderen vinden > een vorm van sanctiemacht > brengen afkeuring mee > geven een gevoel van niet aardig gevonden te worden

3 groepen: 1. Slavinnen :  zeer vrouwelijk – zorgend – reddend – luisterend oor laten opmerken wat ze > allemaal opofferen - om meer waardering te krijgen 2. Pseudo-slavinnen:  zorgend – lief – aardig ondertussen denken ze aan > andere dingen 3. Super-slavinnen :  verbonden met meester vinden anderen minder > dan zichzelf zijn graag slavin

6. Hoe vrouwen omgaan met macht  Gebruiken  5 wapens als > verdediging : a)Onzichtbaarheid  - zichzelf > niet belangrijk vinden > niet opvallen voor omgeving > niet laten kennen - gebrek aan zelfvertrouwen > aan zichzelf extreem hoge eisen stellen - angst voor succes b)Indirectheid  uit zich in > non/verbaal gedrag - toon – houding - gedrag c)Onthouding  - zich anders voordoen - alleen geaccepteerde vrouwelijke kanten laten zien d)Hulpeloosheid  - afhankelijk zijn van > de anderen - eisen van anderen > dat ze helpen e)Buitensluiten  mannen > omwille van hun sekseverschil

Nawoord  Vrouwen +45  opgevoed in een cultuur waar > de vooruitzichten van vrouw beperkt waren  Tweede levensfase 25-50j  gevochten om beperkte verwachtingen > te ontworstelen  nieuwe identiteit gekregen  meer bereikt dan > moeders  Derde levensfase  overtuigd zijn van > niet meer thuis te moeten blijven > plaats te kunnen innemen in de maatschappij > officiële functies te kunnen vervullen > sportprestaties te mogen leveren  creëren van > een nieuwe persoonlijkheid een nieuwe dynamiek kan door : - meer zelfvertrouwen - nieuwe dromen - nieuwe kijk op de wereld te hebben

 Nieuwtjes  Komen uit neurologielaboratorium : dat het verouderde brein > wel dingen kan vergeten maar : - andere hersenprocessen juist beter worden - kunnen nog ongeveer 10 jaar groeien  Groei - gebied vindt plaats in > slaapkwab (temporale kwab) waar emotionele leerprocessen plaats vinden  De daadwerkelijke groei zit in de > stof myeline - die het doorgeven van zenuwimpulsen versnelt  deel van hersenen die verantwoordelijk zijn voor: - het nemen van nieuwe beslissingen - beheersen van emoties  dus groeibevorderend

Concenteren op wat “nu” belangrijk is In de middenleeftijd kunnen we ons : Concenteren op wat “nu” belangrijk is Herkennen – accepteren omstandigheden  die we niet kunnen veranderen Werk maken van  wat we willen en kunnen veranderen Dank U voor uw aandacht