Hefboomeffect Stel het volgende: RTV = 9,8% IVV = 6,3 %

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
I n k o m e n s v e r d e l i n g Personele inkomens- verdeling
Advertisements

H 11: Winstverdeling en (stock)- cashdividend
Hoe werkt een balans.
H 11: Eigen vermogen 11.1: aandelenvermogen 11.2: emissie van aandelen
Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
Eigen vermogen bij N.V.( en B.V.)
Hoe werkt een balans?.
niets is zeker, dát is zeker!
Informatiebijeenkomst 20 november 2013 Gorredijk Energieneutraal 2020 Programma Opening Zelf groene stroom opwekken Voordelig energie.
Het Eigen Vermogen. Het eigen vermogen is het geld dat de eigenaar zelf in zijn onderneming heeft gestoken. Het is een schuld, want de onderneming zou.
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
§ 27.2: De staat van baten en lasten
H1 Basis Rekenvaardigheden
H 44: Investeringsselectie
H 15: Samengestelde interest
Spel: Koop een euro. Je kan een euro kopen. Mooi, maar er is wel 1 regel: De hoogste bieder krijgt de euro voor het bod, maar de laatste bieder, die er.
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Module 6 Stop! Geen risico!?
H 12: Vreemd vermogen lang
Proef- en de saldibalans
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
Klaas koopt een bank voor in de winkel, waarop mensen kunnen zitten
Overheidsinterventie 2
De kolommenbalans De kolommenbalans bestaat uit: de proefbalans
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
Welvaart Hoofdstuk 4.
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
Economie H3b 26 maart  Bespreken SO  Vragen over stof?  Laatste kans op vakhulp.
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
A: korte (basale) herhaling H 27
H 40: Regels voor de passiva.
Herhaling Examenstof M&O
Welvaart Hoofdstuk 4.
De Lorenzcurve In deze les wordt uitgelegd hoe de Lorenzcurve werkt.
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Agenda  Les 37 tm 40  wkn 02 en 03  hs 11 eigen vermogen  bestuderen par 11.1 tm 11.4 maken wb vragen 11.1 tm
Agenda  Lessen 53 tm 56  wk 8 en wk 9  hs 43
2.3 Vreemde valuta.
Vraag 28 Verzamel eerst de gegevens: P = 80 W t = 8,5 minuut = 8,5 x 60 = 470 seconden m = 200 gram water c = 4,2 J/g.°C ∆T = 37 – 7 = 30 °C Maak eventueel.
Goedemiddag H3b.
A5 Management & Organisatie
H 36 (Havo)/H 43 (Vwo): Rentabiliteit
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
Economische kringloop
Enkel het resultaat telt....
Aandeelhouderswaarde
Conjunctuur.
Beoordeling financiële structuur
Financiering en inkoop
Zonneboilers - baten en kosten CWL ledenvergadering 22 September 2010.
Stel: EV = € en VV = € RTV = 10% en IK (IVV) = € 40
1 CCC & CCM - Mod IBA Integrale Bedrijfsanalyse H3. Bedrijfsanalyse Drs. J.H. Gieskens AC CCM QT.
Liquiditeit en solvabiliteit Uitgangspunt is onderstaande balans … ActivaPassiva Gebouwen Eigen vermogen Inventaris Hypothecaire lening.
Basisboek Bedrijfseconomie hoofdstuk 3 Financiële overzichten Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers © 2010 Economie Leer Kracht.
8.3 Kosten van vreemd vermogen 8.4 Hefboomeffect van de financiële structuur 8.5 Rendement op een belegging in obligaties.
Jaarrekening H 12.6 t/m Analyse vd financiële structuur.
Aantekeningen hoofdstuk 8. Een ondernemingsplan maken 1. Een goed idee en jezelf kennen als ondernemer. 3. Zoek naar benodigde vergunningen, diploma’s.
Antwoorden hoofdstuk 8. Antwoorden 8.3 a Toename van het aantal faillissementen. b 1700 / 95 x 100 = 1789 c Van de bedrijven die failliet gingen, waren.
Inkomstenbelasting en belasting op vermogen. Box 1 Box 2 Box 3 Inkomstenbelasting Schijventarief Vennootschapsbelasting 20% over de eerste € winst.
omzet, inkoopwaarde, bedrijfskosten en nettoresultaat
Financieel Hefboomeffect
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
Financieel Hefboomeffect
Welkom Havo 5..
Antwoorden proeftoets hoofdstuk 8
Hoofdstuk 25.1 Permanentie: Kosten & Uitgaven
Antwoorden proeftoets hoofdstuk 8
Opfriscursus kengetallen
Hfst 31 t/m 36 Externe verslaggeving Activa Passiva Resultatenrekening
Financiële kengetallen
Transcript van de presentatie:

Hefboomeffect Stel het volgende: RTV = 9,8% IVV = 6,3 % Gemiddeld VV = € 4.200.000 Gemiddeld EV = € 5.600.000 RTV = 9,8% betekent dat je met elke € 100 die je investeert (VV of EV) een rendement haalt van € 9,80. Toch hoeft REV daarom niet noodzakelijkerwijze gelijk te zijn aan 9,8%. M.a.w. waarom is REV (in dit geval) > RTV. Hoe kan dit? Dat kan veroorzaakt worden door het zogenaamde hefboomeffect.

€ 100 investeren € 100 eigen vermogen € 100 vreemd vermogen Levert op € 9,80 (RTV) Levert op € 9,80 (RTV) Interestkosten € 0 Interestkosten € 6,30 (IVV) rendement (winst) = € 9,80 Feitelijk rendement (winst) = € 3,50 Feitelijk rendement voor eigen vermogen ligt dus hoger dan € 9,80

Conclusie: Bedrijven investeren om er uiteindelijk winst mee te halen. Je kunt investeren met EV of VV. Voordeel van investeren met EV is dat je er geen interest over betaald. Dus de gehele winst komt toe aan de eigen vermogensverschaffers. Nadeel van investeren met VV is dat je er wel interest over moet betalen, waardoor de uiteindelijke winst van investeren met VV kleiner wordt. Het deel winst wat behaald wordt met investeren met VV komt uiteindelijk toe aan de eigen vermogensverschaffers. Immers; zij hebben het risico genomen om te investeren met VV. Daardoor wordt de uiteindelijke winst die behaald wordt met EV groter. Dit noemen we het hefboomeffect. Oorzaak Gevolg Naam RTV > IVV REV > RTV Positief hefboomeffect RTV = IVV REV = RTV Geen hefboomeffect RTV < IVV REV < RTV Negatief hefboomeffect

REV = RTV + ((RTV – IVV) x VV/EV) Hefboomformule: Dit heeft geleid tot de zogenaamde hefboomformule. REV = RTV + ((RTV – IVV) x VV/EV) Het invullen leidt nog wel eens tot problemen. Dus…. 1 2 3 In ons voorbeeld: REV = 9,8% + ((9,8% - 6,3%) x 4.200.000/5.600.000) REV = 12,43%

Conclusie: M.b.v. de hefboomformule kun je dus REV uitrekenen als je RTV, IVV, het gemiddeld EV en het gemiddeld VV kent. De voorkeur om REV uit te rekenen ligt bij (winst/gemiddeld EV) x 100%. Je begrijpt dat je willekeurig 1 van de onderdelen van de hefboomformule kunt uitrekenen als de andere gegevens bekend zijn. Er is nog een 3e manier om REV uit te rekenen: Er is € 5.600.000 EV. Dat levert een rendement op van 0,098 x € 5.600.000 = € 548.800. Er is € 4.200.000 VV. Dat levert een rendement op van 0,098 x € 4.200.000 = € 411.600. Het brengt echter aan interestkosten met zich mee 0,063 x € 4.200.000 = € 264.600. Feitelijke winst op VV is dus € 411.600 - € 246.600 = € 147.000. Deze € 147.000 komt toe aan de EV verschaffers. Zij verdienden al € 548.800 en krijgen deze € 147.000 er extra bij. Totaal dus een bedrag van € 695.800. Te delen met een totaal gemiddeld EV van € 5.600.000….. (€ 695.800/€ 5.600.000) x 100% = 12,43%.