De quiz bestaat uit 13 vragen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Filosofie Op HAVO en VWO.
Advertisements

Gouden Eeuw Kunst en wetenschap Door de Renaissance, een kunststroming uit de 16e eeuw, was er opnieuw interesse voor de kunst en kennis uit de Oudheid.
Een nieuwe tijd begint (ongeveer van ).
De verlichting Paragraaf 2.
Paragraaf 1.4 Bouwen en graven..
4.1 De Pruikentijd.
Wetenschappelijke revolutie; De verlichting
Verlichting: Stroming uit de 18de eeuw waarin geloof en absolute macht plaats moest maken voor verstand, vrijheid en gelijkheid.
1.1 Over de Nieuwe en de Nieuwste tijd
Ontdekkingsreizen en hun gevolgen - Slachtoffers
Oriëntatie │_______│________ | _______________
Kenmerk 28 Verlichte Ancien Regime Les 1: De Verlichte despoten
H7:§ 3:p168-9 Verlichte Macht In de 18e zijn er absolute vorsten van het Ancien Régime die hun macht op sommige gebieden wijs aanwenden Zij voerde een.
H7:§ 2:p164-6 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: Verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Over verwondering in de Natuur
De Verlichting.
Tijd van Pruiken en Revoluties
Wetenschappelijke revolutie
Westerse wortels in de Grieks-Romeinse wereld.
Ruimtevaartquiz De Maan De.
ANW - inductie & deductie
Van eeuwenband naar tijdsband
Le sIecle des Lumières -verlichting-
Preek ‘Geloof en wetenschap?’
Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?
17de eeuw: Wetenschappelijke revolutie
Paragraaf 1.2 De Renaissance.
DE KLASSIEKE OUDHEID DE ONTWIKKELING VAN HET WETENSCHAPPELIJK DENKEN EN HET DENKEN OVER BURGERSCHAP EN POLITIEK IN DE GRIEKSE STADSTAAT.
Wetenschappelijke revolutie
Griekse mythen en wetenschap
De geschiedenis van de geneeskunde
3 manieren Onderzoeken hoe iets werkt Experimenten Anthonie van Leeuwenhoek.
Tijd van burgers en stoommachines,
H4:§ 6:p79-80 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Renaissance Geïnspireerd door de Oudheid Invloed op: - Kunst
Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18de eeuw
Renaissance en Opstand
Tijd van de ontdekkers en hervormers ( ) -H-Het ontstaan van de Renaissance -D-De ontdekking van Amerika en andere ontdekkingsreizen -D-De hervorming.
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Vragen vorige les. Uitleg. Opdracht. Quiz. Afsluiting.
Terugkoppeling vorige les. Uitleg. Opdracht. Opdracht bespreken. Quiz.
H6 Regenten en vorsten§6.4 De wetenschappelijke Revolutie Wat moet je weten aan het einde van de les? -Wanneer er voor de eerste keer aan wetenschappelijk.
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Wetenschap-pelijke methode Kritisch Empirisme
Waarom zou ik geloven? Een uitnodiging om na te denken over je geloof Philip Nunn - De Bron Deel #1: 1 nov 2105 Deel #2: 22 nov 2105.
H6 Ontdekkers en hervormers§6.1 Op naar de moderne tijd Wat moet ik weten aan het einde van de les? -Wat de Renaissance is en wanneer deze begon -Wat Humanisten.
Ook bloei in de republiek op gebied van:
H2 Pruiken en revoluties§2.3 Revolutie in Frankrijk Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18 de eeuw en waarom waren zij ontevreden? Waarom.
Regenten en vorsten H7.3 DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE.
Ook bloei in de republiek op gebied van: Wetenschap Kunst Filosofie.
Verlichting: Filosofische stroming uit de 18de eeuw waarin geloof en absolute macht plaats moest maken voor verstand, vrijheid en gelijkheid.
H8.1 De Verlichting Pruiken en revoluties.
Beeld van het heelal in de oudheid. Dit beeld paste ook bij het Christendom.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Waarom is de Franse revolutie eigenlijk belangrijk?
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties
Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Klassieke Oudheid en levensbeschouwing
Thema Leven deel 1 Wat is wetenschap?.
Wetenschappelijk denken Oudheid Filosofisch denken
Regenten en vorsten 2.5 Wetenschap en techniek
Paragraaf 7.3 De wetenschappelijke revolutie
Regenten en vorsten 3.6 De wereld van Pocahontas
Regenten en vorsten 3.5 Wetenschap en techniek
VROEG MODERNE TIJD HET RATIONEEL OPTIMISME EN HET VERLICHT DENKEN IN GODSDIENST, POLITIEK, ECONOMIE EN SOCIALE VERHOUDINGEN.
De WEtenscHappelijke revolutie
Klassieke Oudheid en levensbeschouwing
Ontdekkingen in de tijd van pruiken en revoluties
Ontdekkingsreizen en hun gevolgen - Slachtoffers
Transcript van de presentatie:

De quiz bestaat uit 13 vragen.

1. Wat zijn de drie (belangrijke) kenmerken van de Wetenschappelijke revolutie? A. Observeren, waarnemen en benoemen B. Vragen, wapens en leren C. Observeren, redeneren en experimenteren. D. Redeneren, vragen en experimenteren.

2. Welk verschil(len) kloppen niet? A. De oude Grieken experimenteren meer dan de onderzoekers van 16/18e eeuw. B. Het aantal onderzoekers in 16/18e eeuw was veel groter dan ten tijde van de oude Grieken. C. De oude Grieken werkten veel meer samen bij onderzoeken, in de 16/18e eeuw deden mensen alles alleen.

3. Welke gevolgen van Wetenschappelijke revolutie zijn juist? A. Wapens werden efficiënter B. West-Europeanen gaan de wereld overheersen C. Er kwamen molens D. Kerken werden van steen gemaakt E. De kennis in de geneeskunde neemt toe

4. De Wetenschappelijke revolutie is? A. Een nieuwe manier van onderzoeken B. Een nieuwe manier van denken C. Een nieuwe manier van produceren D. Een nieuwe manier van redeneren

5. Welk nummer geeft de wetenschapper aan?

6. Welk nummer geeft de redenaar aan?

7. Welk nummer geeft de observeerder aan?

8. Welke stelling is juist? A. Doordat mensen ontdekten dat bestaande ideeën in de wetenschap niet klopte ging men ook twijfelen aan de bestaande ideeën over de samenleving. B. Doordat mensen ontdekkingen deden, kreeg men steeds meer respect voor de Griekse oudheid. C. Doordat mensen de natuur gingen vereren kwam men er achter dat de koning onjuist aan de macht is gekomen. D. Verlichting heeft te maken met het licht die op schilderijen getoond wordt.

9. Wat is geen kenmerk van de Verlichting? A. Gelijkheid, vrijheid en een menswaardig bestaan B. Verering van de natuur C. De ontdekking van zwaartekracht D. Het volk hoort de macht in de staat te hebben

10. Wat is een verlicht despoot? A. Een aap die slimmer is als een mens B. Een mens die de natuur vereerd C. Een vorst die een aantal verlichte ideeën omarmt D. Een toneelstuk over een verlichte persoon zonder benen

11. Op welke manieren werden de verlichte ideeën verspreidt 11. Op welke manieren werden de verlichte ideeën verspreidt? (Meerder antwoorden zijn juist) A. Salons en koffiehuizen B. De bijbel C. De Encyclopedie van Diderot D. Het toneel E. De televisie F. Tijdschriften G. Door Galileo

12 . Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? Stelling 1: In de middeleeuwen waren mensen bezig met het leven na de dood Stelling 2: Verlichte mensen dachten te kunnen leren van het verleden Stelling 3: Een salon was een bijeenkomst in het huis van een vrouw uit de bovenlaag van de bevolking

13. Hoe beoordeel je of een bron betrouwbaar is? Schrijf drie vragen op die je jezelf kunt stellen bij het onderzoeken van een bron.