HF 2: intra- en interpersoonlijke conflicten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het tweede werkstuk.
Advertisements

Beroepsvaardigheden onderdeel van SBC
Kinderen van depressieve moeders: het integratieve model van Goodman en Gotlib Cassie Claeys 1BaTP.
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
Samen bouwen aan zelfvertrouwen
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
Stoornis tijd voor een nieuwe definitie Woorden gaan zo hun eigen leven leiden. Zo ook bij het woord stoornis. Het risico van dat eigen leven, de ‘oneigenlijke’
Ethiek Waarden & normen kritisch bekeken Welkom!.
Loverboys.
Welkom 1 aan het bestuur en de leden van OXO aan alle (plus)ouders en (plus)grootouders aan alle aanwezigen.
Effectieve interventies tegen jeugddelinquentie
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Hoofdstuk 4 Omgaan met verschillen
hoe autismevriendelijk ben ik
Hfdst 1 blz Opdracht Wat is leren?.
De dynamische driehoek: ouders - kind - school
Als ouders apart (gaan) wonen: beschikbare steunbronnen voor kinderen
Echtscheiding: gevolgen voor kinderen
Gedragsproblemen bij kinderen en jongeren
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Iedereen coach naar Jef Clement.
H7: Wat is ethiek? 1. Wat is ethiek? 2. Wat zijn ethische problemen?
SOCIALE COMPETENTIE Jacqueline Blaak-Venneman.
Gezin in beweging De impact van een ziek kind op het hele gezin
Praktische adviezen voor de onderwijssituatie
Marco van Gijzen & Allard Bouwmeester
Betrokkenheid op de werkvloer
B. Levering.   Sinds de jaren ‘90  weinig vorderingen omtrent deze discussie  Artikel is geschreven vanuit overtuiging dat overheid een bijdrage dient.
Hoofdaannamen van Appreciative Inquiry
Mindfulness.
Sociale perceptie.
DIGITALE COLLAGE ESTHER
Stichting Visible Results
Helden… … en heldinnen Voor al deze vrouwelijke superhelden geldt dat ze in een behoorlijk stereotype jasje worden gegoten.
Volksuniversiteit Zwolle
Docent: Anco R.O. Ringeling
Voortijdig schoolverlaten
Superhelden, we kennen ze allemaal
Kaarten op tafel.
JONGEREN Pagina 24 t/m 50.
 Een groot gezin is een voordeel, de kinderen zullen later gegarandeerd voor jou zorgen.  Een groot gezin is een nadeel, want je hebt een grote en.
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
Loopbaan oriëntatie en begeleiding
Voortekenen herkennen
De domeinen & Niveau bij ABB.
Ontwikkeling van het jonge kind
Week 2 : Ontwikkelingspsychologie, Liesbeth van Beemen:
Bijeenkomst 2 Ethiek 3, Normatieve professionaliteit
ONTWIKKELING VAN HET JONGE KIND College 1 Inleiding module.
Opvoedrelaties onder spanning Bijeenkomst 4. Debat passend onderwijs Lees §1.1 Sipman goed door. In de maatschappij lijkt het aantal kinderen met gedragsproblemen.
Reguleren van motivatie: Do It Yourself! 28 oktober Deventer.
Dorien `t Hart Med.hro.nl/hardo
Jeugdcultuur Week 2 jongeren,peergroup en als het even anders gaat.
School en samenleving Week 5 Het algemeen belang als opvoedingsdoel.
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 2 kwartaal 2.
Opvoeding en ontwikkeling van het jonge kind
Les 6  vragen naar aanleiding van de vorige les  van diagnose naar doelen en een plan  werken aan eindopdracht.
Coach Academy Module Persoonlijk 1 Ciska, Bart en Johan.
Opvoeden praktisch bekeken Bieke Van Severen 1BaO C SADAN-Opdracht.
Wat is een Theory of Change? ‘Iedere interventie is gebaseerd op veronderstellingen over wat die interventie teweeg zal brengen’ Het plaatje: welke interventie.
Hoofdstuk 1 VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk Augustus 2015.
Seksualiteit en kanker
Groepsdruk Sarah Benabdallah 2015/2016.
Consumenten-gedrag Het gezin
Hoofdstuk 3 & 4 Thema Jongeren.
Praktische adviezen voor de onderwijssituatie
Gewoon pubergedrag? Over Relaties
Transcript van de presentatie:

HF 2: intra- en interpersoonlijke conflicten Waar verschillende mensen samenleven komt het vroeg of laat tot een conflict Een conflict is echter niet noodzakelijk iets negatief Intermenselijke relaties kunnen zelfs slecht functioneren door te weinig conflict Conflicten creëren heel wat mogelijkheden:

intra- en interpersoonlijke conflicten Voordelen conflicten: Manifest probleem geraakt opgelost. Onderhuids opgehoopte spanningen, die de cohesie ondermijnden, kunnen door het conflict verminderen. Doordat het conflict openbarstte, kunnen de normen scherp gesteld worden. Een conflict beantwoordt de vragen: waar staan wij voor? Waarvoor kiezen wij? De eigen groepswaarden en normen en verbondenheid word nog eens bevestigd. De solidariteit binnen de groep zal verhogen omdat er een externe vijand is waartegen de groep samen moet strijden. (interne groepsverschillen worden hiervoor opzij gezet) Daarnaast biedt dergelijk conflict aan de groepsleden een gemeenschappelijk gedeelde ervaring. Dit brengt de leden dichter bij elkaar. Probleemoplossend vermogen wordt gestimuleerd.

intra- en interpersoonlijke conflicten 1. Begripsdefiniëring Conflict = een botsing tussen tegengestelde wensen/belangen bij een individu, binnen een groep of tussen groepen. Conflictmaterie (de grond) Conflictgedrag Conflictproces (context) Conflict is subjectief, verschillende interpretaties Meer conflictvaardig, minder conflictgevoel

intra- en interpersoonlijke conflicten 2. Soorten conflicten Conflicten naargelang de oorzaak A. belangenconflict: tegenstrijdige belangen. Vb: Rokers vs Niet-rokers: de grens tussen een discriminerende (benadelende) inperking van de zelfbeschikking en de bescherming van anderen Vb: Godsdienstvrijheid en schoolplicht: de beperking van vrije godsdienstuitoefening op school. B. waardenconflict Vb: Taliban vinden dat meisjes geen onderwijs mogen genieten. C. Machtsconflict Vb: Jelle is 16 jaar en wil een piercing in zijn lip. Zijn ouders vinden piercings maar niets en vinden dit niet toelaatbaar zolang hij nog thuis woont.

intra- en interpersoonlijke conflicten Conflicten op het niveau van mensen en groepen 1. Intrapersoonlijke conflicten  Psychologie 2. Interpersoonlijke conflicten  Sociale Psychologie 3. Intragroepsconflicten  Sociologie 4. Intergroepsconflicten  Sociologie Geef voor elke groep een voorbeeld

intra- en interpersoonlijke conflicten 2.3 Soorten conflicten nader bekeken 2.3.1 Intrapersoonlijke conflicten A. het dilemma B. de cognitieve dissonantie C. het rolconflict D. psychische aandoeningen

Intrapersoonlijke conflicten: Het dilemma A. HET DILEMMA = een keuze uit twee (of meer) even (on)aantrekkelijke alternatieven Geen logica maar persoonlijke keuze vb: snel met de auto naar school of gezond met de fiets  We lezen en bespreken de dilemma’s p 28, 29 en 30

Intrapersoonlijke conflicten: Het dilemma We bekijken één van volgende fragmenten Een stukje uit de verfilming van het boek Sophie’s choice http://www.youtube.com/watch?v=R2Dxx3_iF14 Twee stukjes uit de film ‘the box’ http://www.youtube.com/watch?v=jVD0CmsMFDQ http://www.youtube.com/watch?v=kFdJLku5yQE Omschrijf het dilemma: Welke oplossing kiest Sophie/Cameron Diaz? Kan je haar keuze begrijpen?

Intrapersoonlijke conflicten: Het dilemma De methode van de Potter box (een instrument voor het maken van ethische dilemma’s) Doorloop een 4-tal stappen De volgorde van de stappen is triviaal Het kan zijn dat je heen en terug gaat tussen verschillende stappen alvorens je een beslissing kan maken Stap 5: maak je beslissing in lijn met de vorige stappen Lukt dit niet, moet je terug naar voorgaande stappen.

Potter Box

Intrapersoonlijke conflicten: Het dilemma Lees het voorbeeld p. 33 Probeer nu zelf het dilemma in Sophie’s Choice/the box op te lossen volgens de Potter Box Taak: Bedenk een eigen dilemma en gebruik de Potter Box om tot een oplossing te komen.

Intrapersoonlijke conflicten: Rolconflicten Iedere mens: meerdere sociale posities (positieset) Sociale rol Conflict tussen verschillende rollen die bij eenzelfde positie horen  Intrarolconflict of intern rolconflict Vb: President tussen achterban en internationale druk Conflict tussen rollen die bij verschillende posities horen  interrolconflict of extern rolconflict. Vb: Dokter en moeder

Intrapersoonlijke conflicten: Rolconflicten Vraag: wanneer sprake van een conflict, van ‘moeilijk verenigbare verwachtingen en normen’? Cultuurconflict (onderzoeker) Potentieel / actueel rolconflict Subjectief rolconflict

Intrapersoonlijke conflicten: Rolconflicten Vb: Cultuurconflict: Een Afrikaanse onderzoeker in Europa ziet vrouwen halftijds werken en het huishouden doen. Potentieel rolconflict: Persoon ervaart dat er verschillende eisen worden gesteld met betrekking tot de werkvloer en het huishouden (maar kan makkelijk kiezen). Actueel rolconflict: Persoon wil goed werk leveren (voor klanten, baas, zichzelf) en het huishouden in orde hebben (voor partner, kinderen, zichzelf) en werkt dus van thuis uit zodra de kinderen en het huishouden klaar zijn. Subjectief Rolconflict: Persoon ervaart dat laat werken (omdat van thuis uit werken niet kan) en het huishouden samen niet verenigbaar is.

Intrapersoonlijke conflicten: Rolconflicten Oplossen van rolconflicten Prioriteit toekennen Minimaliseren van het rolgedrag (vluchtgedrag) Zoeken naar een compromis Rolversterking Vb: kameraadschappelijk optredende vader door jeugdleider vs hoofdambtenaar Vb: dienstplichtig militair door jongen uit traditioneel gezins- en schoolmilieu vs uit ‘alternatieve’ opvoeding Deze voorbeelden komen uit een boek verschenen in 1984. Zijn ze gedateerd? Wat loopt er volgens jou anders vandaag de dag? Probeer op p.37 zelf een definitie te geven van de belangrijkste termen

Intrapersoonlijke conflicten: Rolconflicten Definities: Cultuurconflict: wanneer rolconflicten onderzocht worden en de onderzoeker vindt zelf dat er een conflict is tussen rollen, spreken we slechts van een cultuurconflict. Potentieel rolconflict: mensen die onderzocht worden zien ook zelf dat anderen tegenover hun gedrag blijkbaar verschillende eisen stellen. Actueel rolconflict: Op basis van de gepercipieerde verwachtingen ontstaat er actueel conflict als de persoon zich wil confirmeren aan de verschillende rollen. Subjectief rolconflict: wanneer rolconflicten door de onderzochte ook werkelijk worden ervaren als onverenigbaar en niet enkel verschillend.

Intrapersoonlijke conflicten: Rolconflicten Voorbeeld beoordelen: “During Katrina, New Orleans police officer caught in a dilemma between police and family obligations. Although the officer at the end of the clip says it was a "no-brainer" as to the decision he made (to stay with his family), he later in the interview indicates the adverse consequences of failing to fulfill his police role (e.g., constant feelings of regret, nightmares, etc.). This discussion is not included in this clip.” http://www.youtube.com/watch?v=2WGNAwdkoGo

intra- en interpersoonlijke conflicten 2.3 Soorten conflicten nader bekeken 2.3.1 Intrapersoonlijke conflicten A. het dilemma B. het rolconflict C. de cognitieve dissonantie D. psychische aandoeningen

Intrapersoonlijke conflicten: de cognitieve dissonantie Probeer o.b.v. het artikel p38-39 een eigen definitie van cognitieve dissonantie te formuleren

Intrapersoonlijke conflicten: de cognitieve dissonantie Cognitieve dissonantie is het ongemakkelijke gevoel dat we hebben als iets wat we geloven of hopen wordt tegengesproken door de feiten, of als ons gedrag niet overeenkomt met het positieve beeld dat we van onszelf hebben. Of als we twee verschillende ideeën hebben die elkaar uitsluiten.

Intrapersoonlijke conflicten: de cognitieve dissonantie Van nature geneigd te streven naar cognitieve consistentie (Festinger). Bij cognitieve dissonantie  spanning We passen onze attitude aan. Opnieuw cognitieve consistentie

Intrapersoonlijke conflicten: de cognitieve dissonantie Vb: Je bent op dieet maar wil dolgraag wat chocolade. Gedrag (dieet) is in strijd met je gedachten (chocolade)  cognitieve dissonantie Je past je attitude aan opdat er weer cogntieve consistentie ontstaat: ‘Zo dik ben ik nu ook weer niet’ of ‘Het is maar met af en toe vals te spelen dat je een dieet volhoudt.

intra- en interpersoonlijke conflicten 2.3 Soorten conflicten nader bekeken 2.3.1 Intrapersoonlijke conflicten A. het dilemma B. het rolconflict C. de cognitieve dissonantie D. psychische aandoeningen

Intrapersoonlijke conflicten: Psychische stoornissen Psychische stoornis: definitie (volgens APA) Syndroom van psychologische en/of gedrags-symptomen Klinisch relevant Leidend tot ongemak, handicap, en/of toegenomen risico op dood, pijn, handicap, of belangrijke mate van verlies van vrijheid

Intrapersoonlijke conflicten: Psychische stoornissen Lees het artikel p43.  Welke tendensen stelt men vast?  Welke verklaring ziet men hiervoor?

Intrapersoonlijke conflicten: Psychische stoornissen Lees het artikel p43.  Welke tendensen stelt men vast? Toename in aandoeningen Toename relatief sneller bij vrouwen Op steeds jongere leeftijd  Welke verklaring ziet men hiervoor? De veranderende rol van de vrouw in onze samenleving

Intrapersoonlijke conflicten: Psychische stoornissen Lees het artikel p 44-46 Probeer de verklaring van het vorig artikel verder uit te diepen. Wat kan men doen om het Dertigers dilemma te bestrijden?

Intrapersoonlijke conflicten: Psychische stoornissen Probeer de verklaring van het vorig artikel verder uit te diepen. Behoeftenpiramide wordt sneller doorlopen  men stelt zich sneller existentiële vragen Toename aan keuzemogelijkheden veroorzaakt keuzestress Tijdsdruk om alles gedaan te krijgen Vrouwen zijn emotioneel gevoeliger

Intrapersoonlijke conflicten: Psychische stoornissen Wat kan men doen om het Dertigers dilemma te bestrijden? Erkennen en herkennen van het Dertigers dilemma Een coach of loopbaanadviseur raadplegen

Intrapersoonlijke conflicten: Psychische stoornissen Depressie Zoek op de site www.fitinjehoofd.be meer informatie over depressie. Probeer volgende vragen te beantwoorden (= leerstof) Wat is het verschil tss ‘een dipje’ en een depressie? Welke kenmerken heeft een depressie? Welke drie vormen van depressie kan je herkennen? Waarom is iemand depressief? Wat kan je tegen een depressie doen? Welke tips kan je geven aan de omgeving?

Intrapersoonlijke conflicten: Psychische stoornissen http://www.psyonline.nl/stoornissen.html Nog veel andere stoornissen die we niet in detail bekijken. Belangrijkste zijn: Angststoornissen: gegeneraliseerd, fobieën Obsessief-compulsieve stoornissen Eetstoornissen Persoonlijkheidsstoornis: Schizofrenie Ouderdomsstoornissen: dementie Slaapstoornissen: insomnia …..