Het Floraliaproject!!!
De Geranium → Pelargonium. Vaste tuinplant → potplant…. Afd. Walcheren De Geranium → Pelargonium. Vaste tuinplant → potplant….
2 verschillende planten!! geleerden: Burman en Linnaeus Burman het zijn verschillende planten, dus 2 namen Linnaeus ze lijken hetzelfde, dus 1 naam Burman kreeg na jaren gelijk! Johannes Burman Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Ga naar: navigatie, zoeken Johannes Burman (Amsterdam, 26 april 1706 - aldaar, 20 januari 1779) was een Nederlandse arts en botanicus en werkte in de Hortus Botanicus Amsterdam. Hij studeerde medicijnen in Leiden bij Boerhaave en promoveerde op lymfevaten, maar werd hoogleraar in de plantkunde in Amsterdam. Hij was bevriend met Carolus Linnaeus waar hij mee correspondeerde. Linnaeus werd uitgenodigd en zocht hem op in zijn huis aan de Keizersgracht 686. Burman had een omvangrijke bibliotheek en herbarium en specialiseerde zich op de plantenwereld van Ceylon, Ambon en de Kaapkolonie. Burman beschikte over een buitenhuis met tuin in de Diemermeer. Hij was goed bevriend met George Clifford, en introduceerde Linnaeus op de Hartekamp. Linnaeus besloot in te gaan op het voorstel daar te werken en Burman werd tevreden gesteld met een zeldzaam boek uit de bibliotheek van Clifford. Linnaeus heeft later de plantenfamilie Burmanniaceae naar Johannes Burman vernoemd. Burman publiceerde onder andere: Thesaurus zeylanicus, exhibens plantas in insula Zeylana nascentes (Amsterdam, 1737). Rariorum Africanarum plantarum (Amsterdam, twee delen, 1738-1739). Herbarium Amboinense, plurimas complectens arbores, frutices, herbas..., heruitgave van het herbarium van Georg Eberhard Rumphius (1628-1702) (Amsterdam, zes delen, 1741-1750). Plantarum Americanarum fasciculus primus (Amsterdam, 1755-1760). Auctuarium (1755). Vacendorfia (1757). De ferrariae charactere (1757). Flora malabarici (1769). Index alter in omnes tomos Herbarii amboinensis ... (1769) Zijn zoon Nicolaas Laurens Burman was eveneens botanicus en studeerde bij Linnaeus aan de universiteit van Uppsala. Carolus Linnaeus Carolus Linnaeus Carolus LinnaeusGeboren23 mei 1707Overleden10 januari 1778 (70)Geboorteland ZwedenBekend vanSpecies Plantarum, Systema NaturaeStandaardafkortingL.ToelichtingDe bovenaangeduide standaardaanduiding, conform de database bij IPNI, kan gebruikt worden om Carolus Linnaeus aan te duiden bij het citeren van een botanische naam. In de Index Kewensis is een lijst te vinden van door deze persoon (mede-)gepubliceerde namenPortaal Biologie Carolus Linnaeus of Carl Linnaeus (nadat hij in de adelstand was verheven: Carl von Linné) (Råshult, 23 mei 1707 - Uppsala, 10 januari 1778) was een Zweeds arts, plantkundige (geneeskunde en botanie gingen toen hand in hand), zoöloog en geoloog.[1] Zijn invloedrijkste werken zijn Species Plantarum (1753), dat sinds 1905 geldt als beginpunt van de botanische nomenclatuur, en Systema Naturae, waarvan de tiende druk (1758) geldt als beginpunt van de zoologische nomenclatuur. Inhoud [verbergen] 1 Levensloop 1.1 Jeugd en opleiding 1.2 Verblijf in Heemstede 2 Bijdragen aan de taxonomie 3 Studenten van Linnaeus 4 Diversen 5 Bibliografie 6 Literatuur 7 Externe links 8 Bronnen, noten en/of referenties [bewerken] Levensloop [bewerken] Jeugd en opleiding Carl Linnaeus was de zoon van Nils Ingemarsson Linnaeus en Christiana Brodersonia. Zoals in die tijd gebruikelijk was, had zijn vader Nils geen familienaam. Ingemarsson was een patroniem. Toen Nils in Lund ging studeren, had hij echter een familienaam nodig om zich in te schrijven. Geïnspireerd door de grote lindeboom bij zijn geboortehuis, verlatijnste hij het woord linde tot Linnaeus. De naam werd oorspronkelijk meestal als Linnæus gespeld, met een ligatuur. Linnaeus' vader, die dominee was, wilde dat Linnaeus theologie ging studeren. Linnaeus had hierin echter weinig interesse, en uiteindelijk wist een leraar zijn vader te overreden erin toe te stemmen dat Linnaeus in plaats daarvan geneeskunde ging studeren. Tijdens zijn studie verwierf hij een opdracht om de natuurlijke schatten van Lapland te inventariseren. Na zijn onderzoeksreis in 1732 door Lapland schreef hij zijn Florula Lapponica. In 1735 vertrok hij naar Nederland om te promoveren. Op 23 juni promoveerde hij in de geneeskunde op het proefschrift 'Hypothesis nova de febrium intermittentium causa' aan de Universiteit van Harderwijk (in zes dagen, waarvan drie voor het drukken van het proefschrift). Tijdens zijn jaren in Nederland raakte hij bevriend met David de Gorter. Vervolgens publiceerde hij zijn Systema Naturae (1735 in Leiden) waarin hij de natuur in drie rijken verdeelde (stenen-, planten- en dierenrijk). Op twee opeenvolgende dagen ging hij bij de Amsterdamse apotheker Albertus Seba op bezoek. Johannes Burman nodigde hem uit op zijn buiten. Soms dronk hij een zuur wijntje bij de herbergier Jan Westerhof, die een menagerie exploiteerde op de Kloveniersburgwal. [bewerken] Verblijf in Heemstede Zicht op de Hartekamp van de Leidse trekvaart. Weinig blijft over van de 'Hortus Cliffortianus' zoals Linnaeus het toen kende. Het bankiershuis Clifford en Zn. is failliet gegaan in 1772. 1735-1740 Van 13 september 1735 tot 7 oktober 1737 verbleef Linnaeus op de Hartekamp in Heemstede op de grens van Bennebroek. Dit was het zomerverblijf van George Clifford, een rijke Amsterdamse koopman en kennis van Herman Boerhaave. Clifford deelde Boerhaaves passie voor planten uit verre streken, die hij verzamelde in zijn oranjerie en tuin in Heemstede. Boerhaave stelde Linnaeus voor aan Clifford als lijfarts en hortulanus. Clifford nam Linnaeus direct in dienst als hortulanus om zijn omvangrijke collectie te omschrijven. Dit boek, Hortus Cliffortianus, dat gepubliceerd werd in 1738 is door velen gezien als de basis van Linnaeus' latere werk. Op de titelprent is een kaart van de tuin van de Hartekamp in Bennebroek te zien, met een gedicht van J. Wandelaar, die de pisang (banaan) aanprijst, die Clifford in de oranjerie tot bloei had gebracht. Begin 1738 verbleef Linnaeus nog enige tijd op de Hartekamp om te herstellen van cholera, alvorens via Frankrijk terug te keren naar Zweden. Tot op hoge leeftijd bleef Linnaeus hoogleraar en vooraanstaand burger van Uppsala. Hij is begraven in de kathedraal van deze stad, dicht bij de ingang, en er worden nog regelmatig bloemen op zijn graf gelegd. [bewerken] Bijdragen aan de taxonomie Linnaeus heeft een grote invloed gehad op het gebied van de biologische taxonomie (het indelen van de levende natuur). In 1735 publiceerde Linnaeus één van zijn belangrijkste werken: Systema Naturae. De volledige titel was Systema naturae per regna tria naturae, secundum classes, ordines, genera, species, cum characteribus, differentiis, synonymis, locis (Indeling van de natuur in drie natuurrijken en in klassen, ordes, geslachten en soorten; met kenmerken, verschillen, synoniemen en plaatsen). Linnaeus' tabel van het dierenrijk uit de Systema Naturae (1735). Systema Naturae beschrijft de drie natuurrijken Dieren, Planten en Mineralen. Het dierenrijk is verder onderverdeeld in zes klassen: I Viervoeters (inclusief de mens), II Vogels, III Amfibieën (reptielen en amfibieën), IV Vissen (inclusief walvissen), V Insecten (geleedpotigen) en VI Wormen (alle overige ongewervelden; inclusief kwallen en inktvissen). De 24 klassen van planten Clavis Systematis Sexualis Indeling van het plantenrijk naar seksuele kenmerken (in de 10e druk van de Systema Naturae). Het opzienbarendste aspect van Linnaeus' werk was dat deze voor het indelen van planten uitging van de geslachtsorganen. In die tijd was het nog een relatief nieuw gegeven dat planten geslachtsorganen hadden. Bovendien was het spreken over seksualiteit een groot taboe. Nu maakte Linnaeus juist deze geslachtsorganen tot de basis van zijn systeem: de planten werden ingedeeld in 24 klassen, al naargelang het aantal meeldraden. De seksuele aard van zijn indeling en het voor die tijd zeer uitgesproken gebruik van seksuele termen maakte zijn systeem voor sommigen van zijn tijdgenoten controversieel. De eerste druk van Systema Naturae verscheen in 1735 en bevatte elf pagina's. Het werk groeide en fouten werden gecorrigeerd. In de tiende druk (1758) werden de walvissen verplaatst van de vissen naar de zoogdieren. In deze editie werd ook voor de dieren de binominale nomenclatuur (wetenschappelijke naamgeving) ingevoerd. In 1767 verscheen de dertiende druk. Een ander bekend werk van Linnaeus is Species Plantarum (1753). Dit werk dient als startpunt van de binomiale nomenclatuur voor planten. Dit boek beschreef alle toen bekende plantensoorten en elke soort kreeg ook een soortaanduiding toegewezen. Samen met de geslachtsnaam vormt deze soortaanduiding een binaire naam. Naast deze soortaanduiding gaf Linnaeus ook de volledige naam (een hele zin vol), zoals in die tijd gebruikelijk was. Het verkorte namenstelsel van Linnaeus werd nog voor zijn dood door de meeste botanici en zoölogen overgenomen. Linnaeus classificeerde gedurende zijn leven 7000 soorten planten, en hoewel veel soorten inmiddels zijn heringedeeld ziet men nog steeds de 'L.' van Linnaeus vaak achter botanische namen. Linnaeus deelde de mens in bij de zoogdieren. Dit brak met het idee dat de mens een geheel op zichzelf staand wezen is. Wel was de mens volgens Linnaeus ver boven de andere dieren verheven. Linnaeus was er, zoals de meeste van zijn tijdgenoten, van overtuigd dat God de natuur had geschapen. Door zijn indeling was het mogelijk ordelijk over de schepping te spreken. Een bekende spreuk was dan ook 'God schiep, Linnaeus ordende'. Linnaeus verdeelde de mens in vijf soorten, [2] waarbij de Europese mens gunstig afsteekt tegen de bewoners van andere werelddelen. Zo is de Europese mens 'bekwaam tot uitvindingen' en wordt hij 'geregeerd door wetten', waar bijvoorbeeld de Amerikaan wordt 'geregeerd door gewoonte' en de Afrikaan door 'willekeur'. [bewerken] Studenten van Linnaeus Linnaeus' studenten breidden zijn werk uit door niet alleen de planten van Europa maar die van de hele wereld te verzamelen, te benoemen en te beschrijven: Antarctica Anton Rolandsson Martin Siberië Johan Peter Falck Nieuwe Wereld Pehr Kalm bezocht Noord-Amerika Pehr Löfling ging naar Spanje en Zuid-Amerika Daniel Rolander Midden-Oosten en Noord-Afrika Fredrik Hasselquist bezocht het Midden-Oosten Peter Forsskål Göran Rothman West-Afrika Andreas Berlin Adam Afzelius Zuid-Afrika, Azië en Oceanië Christopher Tärnström Carl Fredrik Adler Pehr Osbeck bezocht China Olof Torén Daniel Solander vergezelde James Cook op diens eerste reis rond de wereld Anders Sparrman vergezelde Cook op diens tweede reis en bezocht West Afrika Carl Peter Thunberg bezocht Japan [bewerken] Diversen Linnaeusklokje Linnaeus heeft een plant naar zichzelf vernoemd, namelijk het linnaeusklokje (Linnaea borealis). Hij maakte ermee kennis op zijn reis door Lapland in 1732. Het Linnaeusklokje wordt echter niet in het reisverslag beschreven, maar wel in Flora Lapponica. Het Linnaeusklokje is een zeer bescheiden en teer plantje. Het heeft twee kleine bloemen op een dunne stengel van ongeveer 10 cm hoogte. Het plantje is in Nederland zeer zeldzaam. Linnaeus wordt vaak afgebeeld met dit plantje in zijn hand. In zijn boek Philosophia Botanica beschrijft Linnaeus hoe de bloemen van oordeelkundig uitgekozen planten zich op bepaalde momenten in de dag openen en sluiten. Hij opperde de mogelijkheid om dit aan te wenden in een 'horologium florae', een bloemenklok. Zelf legde hij zulke tuin niet aan, maar gaf een hele lijst van bruikbare planten. In de lente van 2005 werd een dergelijke bloemenklok in combinatie met een zonnewijzer aangelegd op de campus van de Truman State University, Kirksville, Missouri, U.S.A. [3] In 2001 werd een exemplaar van de eerste druk van Linnaeus' Systema Naturae geveild. Het werk was in 1735 gedrukt door Jan Willem de Groot in Leiden. Het bracht US$ 401.750,- op. Deze prijs is vooral opmerkelijk gezien het aantal bedrukte pagina's: 12. Carl von Linné staat op het briefje van honderd Zweedse kronen. Linnéträdgården Linnéträdgården is een botanische tuin in Uppsala, die is ingericht volgens de specificaties van Linnaeus. Een gedeelte van het herbarium van Linnaeus is opgenomen in de collectie van het Naturhistoriska riksmuseet in Stockholm. Een ander gedeelte van zijn herbarium is in het bezit van de Linnean Society of London, die de Linnean Medal instelde om wetenschappers te eren die een significante bijdrage hebben geleverd aan de plant- of dierkunde. Charlie Jarvis werkte bij het Natural History Museum aan het Linnaean Plant Name Typification Project, dat zich richtte op het in kaart brengen van het potentiële typeplantmateriaal verbonden aan de meer dan 9.000 botanische namen die zijn gepubliceerd door Linnaeus. Dit leidde in 2007 tot Jarvis' publicatie Order out of Chaos: Linnaean Plant Names and their Types. Er is een plein in de Zweedse stad Göteborg naar hem vernoemd. Dit is een belangrijk plein, dichtbij Göteborgs botaniska trädgård en het beroemde Slotskogspark. Wereldwijd zijn meer dan 500 wegen (straten, pleinen, lanen) naar Linnaeus vernoemd. In Nederland o.a. in Aalsmeer, Albrandswaard, Almere, Alphen a.d. Rijn, Amsterdam, Borger, Boskoop, Culemborg, Den Haag, Groningen, Haarlem, Halderberge, Harderwijk, IJsselstein, Nieuw Buinen, Purmerend, Teylingen, Utrecht, Velsen, Veenendaal, Venlo, Zaanstad en Zandvoort. Speeltuin Linnaeushof, een voormalige botanische tuin in Bennebroek, is naar hem vernoemd. Bij gelegenheid van Linnaeus' tweehonderdste geboortedag is in 1907 een bronzen borstbeeld (vervaardigd door Wilhelmus Marinus Retera) op een granieten sokkel geplaatst in de tuin van de Hartekamp te Heemstede. In Harderwijk is de toren van de oude universiteit vernoemd naar Linnaeus. Hier stond de universiteit waar Linnaeus promoveerde, net als Boerhaave. In de toren is in een nis het borstbeeld neergezet en vanaf dat moment is het torentje bekend onder de naam Linnaeustoren. 2 verschillende planten!!
Verschillen tussen de Geranium en de Pelargonium Plant voor in de volle grond. Kan in de winter gewoon buiten blijven. Sommigen sterven in de winter boven de grond af en komen in de lente weer op. Hebben geen geurende bladeren. Er zijn 750 verschillende soorten. Bloemen zijn symmetrisch. Sommige soorten komen in het wild voor. De Pelargonium Plant voor in potten en bloembakken Als er kans is op nachtvorst moet hij naar binnen. ( dit komt door de vochthoudende stengel) Sterft in de winter niet af. Sommige soorten hebben geurend blad. Er zijn 250 verschillende soorten. Bloemen zijn niet symmetrisch. Komen niet in het wild voor.
De Geranium De pelargonium Afbeeldingen
Er zijn 250 verschillende soorten Pelargoniums. Het verschil zit hem in: De bladvormen De bladkleuren De bloemvormen De bloemkleuren De bladgeuren De Groeiwijze (er zijn hangende soorten en staande soorten) Vraag: Welke kleuren kunnen de bloemen hebben: Vraag: De geurende Pelargoniums kunnen de geur hebben van:
**Enkele bloemvormen**
*** Enkel bladvormen ***
Hang pelargonium Staande pelargonium
Bontbladige pelargoniums…..
Verzorging van je pelargonium… 3 x per week water geven op een warme zonnige plaats regelmatig draaien licht voeding pas na 15 mei naar buiten (ijsheiligen) Verzorging van je pelargonium…
*** Bemesting *** Potgrond bevat voor 6 weken voeding. vraag: waarom heeft jou plant voeding nodig? Je kunt je plant op verschillende manieren extra voeding geven: Kunstmest → chemische korrels DCM/Culterra meststof → organische meststof Gedroogde koemest Osmocote tabletten Osmocote korrels Vloeibare mest. vraag: welke meststof gaan jullie gebruiken? 1 x in de week je plant bijmesten de gehele zomer.
Waarom bemesten: **** **** Planten die slecht bemest worden: Groeien slechter Sneller gele blaadjes Minder bloemen Gevoeliger voor beestjes Soorten beestjes: Bladluis→zuigt bladsappen op Spint→klein rood spinachtig beestje zuigt onderaan de bladeren sap op. Witte vlieg→zet larven op het blad, deze zuigen de bladsappen op. Rupsen→eten hele bladeren op→ plant kan geen zuurstof opnemen! Vraag: Wat kunnen jullie het beste doen als je plant beestjes heeft? **** ****
Eind september naar binnen!!! Beste plaats voor je pelargonium: Volle grond→water geven in het begin!!! Pot buiten→bij mooi weer elke dag water geven. Eind september naar binnen!!!
Het stekken van je pelargonium!
Hoe kan ik mijn plant vermeerderen Zoek een stevige jonge scheut zonder bloemen. snijd hem met een scherp mesje onder de stengelknop af. Het ‘stekje’ moet ongeveer 5-8 cm. groot zijn Zet dit in een potje met potgrond. Het potje op een warme plaats zetten. Eventueel een plastic zakje over de pot doen. De potgrond vochtig houden vooral niet te nat!!! De potgrond regelmatig op schimmels controleren. Je kunt het stekje ook in Bevordert het ontwikkelen van speciale stekpoeder doppen nieuwe worteltjes!!! Na 6 weken heb je een nieuwe PELARGONIUM!!