De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Je eigen groenten en kruiden kweken Wanneer moet je ze zaaien? Hoe verzorg je ze? Wanneer kun je ze oogsten? Wat kun je er van maken?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Je eigen groenten en kruiden kweken Wanneer moet je ze zaaien? Hoe verzorg je ze? Wanneer kun je ze oogsten? Wat kun je er van maken?"— Transcript van de presentatie:

1 Je eigen groenten en kruiden kweken Wanneer moet je ze zaaien? Hoe verzorg je ze? Wanneer kun je ze oogsten? Wat kun je er van maken?

2 Kropsla

3  Voorzaaien in de klas, bijvoorbeeld in eierdozen.  In mei uitplanten in de grond.  Af en toe water geven.  Oogsten als de sla een mooie krop vormt (in mei en juni).

4 Van kropsla kun je salade maken.

5 Radijs

6  Zaaien in april in de tuingrond.  10 cm. van elkaar af.  Af en toe water geven.  De radijsjes groeien aan de onderkant van de stengel in de grond.  Oogsten na een paar weken als je kunt zien dat de radijsjes groot genoeg zijn.

7 Radijsjes smaken lekker in de fruitsalade.

8 Bietjes

9  Zaaien in april.  15 cm. van elkaar af.  Water geven.  Oogsten in augustus.

10 Bietjes moet je lang koken en schillen.

11 Basilicum

12  Basilicum zaai je voor in de klas, bijvoorbeeld in een eierdoos. Als het buiten warm is kun je de kiemplantjes uitplanten.  Geef de kiemplantjes voldoende water.  Het blad kun je steeds afknippen. De plant groeit gewoon weer aan.  Basilicum is eenjarig, in de herfst gaat de plant dood.

13 Basilicum smaakt lekker met tomaat en mozarella.

14 Worteltjes

15  Worteltjes zaai je in de tuingrond vanaf eind maart.  Het zaad is heel klein, zaai het heel ondiep in losse grond.  Zaai het zaad dicht op elkaar, later kun je het ‘dunnen’. Elk plantje krijgt zo de ruimte.  Houdt de aarde vochtig en luchtig.  Controleer of de wortels groot genoeg zijn om te oogsten (eind juni of juli).

16 Worteltjes eten.

17 Komkommerkruid

18  Vanaf eind maart zaaien in de tuingrond.  De zaden zijn vrij groot, zorg voor ruimte tussen de zaden. Zaai maximaal zes zaden in een vlak.  Je kunt de blaadjes eten. Maar ook wachten tot de plant bloeit. De bloemen smaken naar komkommer en staan heel mooi in de salade.

19 Komkommerkruid, daar kun je de bloemen van eten.

20 Peultjes

21  Peulen zijn eigenlijk ‘jonge erwten’. De zaadjes zijn ook kleine erwten.  Week de erwten eerst 24 uur in een potje met water.  Daarna kun je ze verder laten kiemen op vochtig keukenpapier.  Plant de kiemplantjes uit, 3 cm. van elkaar af.  De plant gaat eerst bloeien, daarna komen de peultjes er aan. Laat ze niet te lang hangen.

22 Peultjes en worteltjes horen vaak bij elkaar.

23 Munt

24  Vanaf maart voorzaaien in potten in de klas.  De plantjes plant je na half mei in de tuin.  Als de plant gaat bloeien, knip dan de bloemetjes er af. Door te bloeien gaat de smaak van de blaadjes weg.  Het blad kun je steeds blijven oogsten.

25 Munt, daar zet je lekkere thee van.

26 Snijbiet

27  De zaadjes van snijbiet zaai je vanaf eind maart dicht op elkaar in de tuingrond.  Geef de plantjes genoeg water.  Zodra de blaadjes groot zijn kun je gaan oogsten. De plant blijft gewoon groeien.

28 Met snijbiet kun je een stamppot maken.


Download ppt "Je eigen groenten en kruiden kweken Wanneer moet je ze zaaien? Hoe verzorg je ze? Wanneer kun je ze oogsten? Wat kun je er van maken?"

Verwante presentaties


Ads door Google