Een professor wilde zijn studenten eens uitdagen.
- Alles? vroeg de professor. - Ja, alles. Was het antwoord van de student.
In dat geval, schiep God dus ook het kwaad, dat klopt toch? Omdat ook kwaad bestaat. – zei de professor…
Daar had de student geen antwoord op en hij zweeg. De professor was blij met de gelegenheid weer eens te kunnen bewijzen dat geloof maar een mythe was.
Opeens stak een andere student zijn hand op en vroeg: “Mag ik u een vraag stellen, professor?” “natuurlijk”, was het antwoord.
- Bestaat koude? - Natuurlijk, antwoordde de professor Voelde jij je nooit koud?
“ Meneer, in feite bestaat kou niet meneer. Volgens de natuurkunde is kou de totale en volledige afwezigheid van hitte.
Een voorwerp kan alleen bestudeerd worden als het energie heeft en uitstraalt en het is de warmte van een voorwerp die zijn energie uitstraalt.
“Zonder warmte zijn de voorwerpen inert en niet in staat te reageren. Maar kou bestaat niet. We gebruiken de term kou om het ontbreken van warmte te verklaren”
“En donker?”, vervolgde de student. -”Dat bestaat”, antwoordde de professor
“U bent weer fout, meneer, donker is de totale afwezigheid van licht.
U kunt licht en helderheid bestuderen, maar geen donker. Het prisma van Nichols toont het spectrum van verschillende kleuren waarin het licht ontleed kan worden volgens de verschillende golflengtes.
Donker is de term die we gebruiken om de totale afwezigheid van licht te verklaren”
En tenslotte, vroeg de student: “En kwaad, meneer, bestaat kwaad?”
God schiep geen kwaad. Kwaad is de afwezigheid van God in de harten van de mensen, het is the afwezigheid van liefde, menselijkheid en geloof. Liefde en geloof zijn als warmte en licht. Ze bestaan. Hun afwezigheid leidt tot kwaad.”
Nu was het de beurt van de professor om te zwijgen..
De naam van de student was: ALBERT EINSTEIN