ACTIVA Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen op meer dan één jaar Voorraden en bestellingen in uitvoering Vorderingen op ten hoogste één jaar Geldbeleggingen Liquide middelen Overlopende rekeningen
1. OPRICHTINGSKOSTEN 1.1. Bepaling en classificatie - de kosten van oprichting en kapitaalverhoging - de kosten bij uitgifte van leningen - herstructureringskosten - art. 95 §1, KB W.Venn. 1.2. Waardering - ofwel activeren - ofwel onmiddellijk in kosten opnemen - art. 58 & 59 KB W.Venn.
1. OPRICHTINGSKOSTEN 1.2. Waardering Waardering aan aanschaffingswaarde (art. 35 – 39 KB W. Venn.) Afschrijvingsritme: Ten minste 20% per jaar Behalve kosten bij uitgifte van leningen (looptijd van de lening) Geen herwaardering (art. 57 KB W.Venn.)
1. OPRICHTINGSKOSTEN 1.3. Controle-aspecten - rubricering - toekomstige nuttigheid - consistente afschrijvingen (min. 20%) - relatie met kost in resultatenrekening 1.4. Toelichting Verantwoording van de keuze voor activering van de oprichtingskosten. Verantwoording van de toekomstige rendabiliteit van de kosten van herstructurering.
1. OPRICHTINGSKOSTEN 1.5. Special items Herstructureringskosten: 2 voorwaarden: Ingrijpende wijziging in structuur of organisatie van onderneming én blijvende en gunstige weerslag op rentabiliteit Dus: op zichtbare wijze te activeren Onderneming in vereffening of activiteiten stopgezet: oprichtingskosten volledig afschrijven
1. OPRICHTINGSKOSTEN 1.5. Special items Herwaardering niet mogelijk Geen uitkering wanneer netto-actief daalt of zou dalen beneden gestorte kapitaal, vermeerderd met alle onbeschikbare reserves en de nog niet afgeschreven kosten van oprichting en uitbreiding evenals de niet afgeschreven kosten van onderzoek en ontwikkeling (behoudens toelichting) (art. 320 & 617 W. Venn.)
TOPIC: AANSCHAFFINGSWAARDE Begrip aanschaffingswaarde art. 35 – 44 KB. W.Venn. Aanschaffingsprijs: Aankoopprijs Bijkomende kosten (zoals niet terugbetaalbare belastingen en vervoerskosten) Aanschaffingsprijs bij ruil: Marktwaarde van het door ruil afgestaan actief; Of indien die moeilijk is te bepalen: de marktwaarde van het in ruil verkregen actief. Overeenstemming advies CBN bij verkrijging om niet?
TOPIC: AANSCHAFFINGSWAARDE Begrip aanschaffingswaarde art. 35 – 44 KB. W.Venn. Vervaardigingsprijs: Aanschaffingskosten grondstoffen, verbruiksgoederen en hulpstoffen Én de rechtstreeks toewijsbare productiekosten; Én onrechtstreekse productiekosten voor zover ze betrekking hebben op de normale productieperiode (keuze: afwijking te verantwoorden in toelichting). Relevantie van de jaarrekening VKT: gebrek aan keuze impliceert keuze voor activering onrechtstreekse productie kosten.
TOPIC: AANSCHAFFINGSWAARDE Begrip aanschaffingswaarde art. 35 – 44 KB. W.Venn. Inbrengwaarde: Bedongen waarde bij inbreng Bovengrens = marktwaarde Bijkomende kosten van de inbreng behoren niet tot de inbrengwaarde: Volledig ten laste nemen Óf onder de rubriek ‘oprichtingskosten’
2. IMMATERIELE VASTE ACTIVA 2.1. Bepaling en classificatie (art. 95 §1 II KB W.Venn.) - kosten van onderzoek en ontwikkeling - concessies, octrooien, licenties, know-how, merken en andere gelijkwaardige rechten - goodwill - vooruitbetalingen op immateriële vaste activa
2. IMMATERIELE VASTE ACTIVA 2.2. Waarderingsmethodes Verkregen van derden of door inbreng: aanschaffingswaarde Andere: vervaardigingsprijs voorwaarde: niet hoger dan voorzichtige raming van gebruikswaarde of van toekomstig rendement Intercalaire intresten: voor periode die bedrijfsklaarheid voorafgaat (vermelden in toelichting)
2. IMMATERIELE VASTE ACTIVA 2.2. Waarderingsmethodes Beperkte gebruiksduur: afschrijven volgens plan Als gebruikswaarde lager dan boekwaarde: aanvullende of uitzonderlijke afschrijving Onbeperkte gebruiksduur: niet afschrijven Ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding: waardevermindering
2. IMMATERIELE VASTE ACTIVA 2.3. Controle-aspecten - rubricering - activering algemene onkosten - aankoopbewijzen - consistente afschrijvingen - relatie met kost in resultatenrekening 2.4. Toelichting
2. IMMATERIELE VASTE ACTIVA 2.5. Special topics Goodwill: geen zelfstandig gegeven, maar steeds verbonden met handelszaak Know-how: bijzondere kennis of vaardigheid Inbreng van toekomstige arbeid: niet toegelaten Niet herwaarderen Bij vereffening of stopzetting: waarderen tegen vermoedelijke realisatiewaarde
2. IMMATERIELE VASTE ACTIVA 2.5. Special topics 5. Indien waardevermindering niet langer verantwoord: terugname via “uitzonderlijke resultaten” of via passiefrekening ‘herwaarderingsmeerwaarden”. 6. Fiscaal toegelaten afschrijvingsritmes: - kosten onderzoek en ontwikkeling: min. 3 jr. - andere: min. 5 jr. Afschrijvingsperiode “onderzoek en ontwikkeling” en “goodwill” max. 5 jr., tenzij motivatie in toelichting 7. In jaarverslag: informatie over werkzaamheden op gebied van onderzoek en ontwikkeling
TOPIC: INTERCALAIRE INTRESTEN Definitie: intrestkosten opgelopen vóór de bedrijfsklaarheid van materiële vaste activa of immateriële vaste activa (niet voor oprichtingskosten). Intrestkosten bij vervaardiging van voorraden. Voorwaarde voor activering: intrest heeft betrekking op periode die de bedrijfsklaarheid voorafgaat Enkel wat betreft de voorraden: normaal productieproces neemt méér dan één jaar in beslag.
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.1. Bepalingen en classificatie Alle vastgelegde middelen in de onderneming duurzaam voor bedrijfsdoeleinden gebruikt A. terreinen en gebouwen B. installaties, machines en uitrusting C. meubilair en rollend materieel D. leasing en soortgelijke rechten E. overige materiële vaste activa F. activa in aanbouw en vooruitbetalingen
3. MATERIELE VASTE ACTIVA Terreinen en gebouwen bebouwde en onbebouwde terreinen Constructies evenals de inrichting ervan die de vennootschap in eigendom heeft andere zakelijke rechten die worden vooruitbetaald bij aanvang contract. Onroerende reserve of buiten exploitatie gesteld: klasseren onder overige materiële vaste activa Terreinen niet afschrijven, behalve als voor ontginning van natuurlijke rijkdommen.
3. MATERIELE VASTE ACTIVA Terreinen en gebouwen Woonhuizen en onroerende reserve: niet boeken onder de 22 – rekeningen. Hoort onder de rekeningen 26. Idem voor inrichting. Onroerende goederen bedoeld om te verkopen: boeken naar 35 – rekeningen. Uitrusting van eigen gebouwen die afscheidbaar blijft: 23 -rekeningen
3. MATERIELE VASTE ACTIVA Installaties, machines en uitrusting Diverse installaties noodzakelijk voor exploitatie, behalve meubilair of rollend materieel Klein materiaal: voor vast bedrag als bestendig vernieuwd en verwaarloosbare waarde Meubilair en rollend materieel Meubilair: ook bureelmachines
3. MATERIELE VASTE ACTIVA Leasing en soortgelijke rechten Financieel huurcontract Wedersamenstelling kapitaal: Contractueel vastgestelde bijdrage dekt de integrale wedersamenstelling van het kapitaal + intresten + bijkomende kosten. Art. 95 KB W. Venn.: enkel de kostprijs van het gebouw moet wedersamengesteld worden. Geen vereisten voor de kostprijs van de grond. - Roerend goed: rekening houden met optie als ten hoogste 15% van geïnvesteerde kapitaal - Onroerend goed: aankoopoptie nooit in aanmerking als element van kapitaal
3. MATERIELE VASTE ACTIVA Leasing en soortgelijke rechten Uitoefeningsprijs van verkoopoptie of te betalen prijs krachtens verbinding tot aankoop, als onderschreven bij sluiten van contract: boeking bij uitoefening aankoopoptie. Indien off – balance: totale verplichting verwerken in de orderekeningen 071 Crediteuren wegens huurgelden en vergoedingen 0701 Goederen en waarden van derden gehouden door de onderneming.
3. MATERIELE VASTE ACTIVA Leasing en soortgelijke rechten Boeking bij leasingnemer: Bij aankoop: activering voor kapitaalwaarde exclusief optie Rekeningen 17 & 42: schuld Bij afbetaling: Afboeking van 42 – rekening (kapitaal) Boeking op 65 – rekening (intrest) Bij afsluiting boekjaar: Overboeking 17 – 42.
3. MATERIELE VASTE ACTIVA Leasing en soortgelijke rechten Boeking bij leasingnemer: Bij einde contract: Geen aankoopoptie (eigendom gaat contractueel over naar leasingnemer): overboeking naar passende rekening. Uitoefening optieprijs: overboeking en bijkomende activering optieprijs (afschrijvingstermijn van de optie?) Niet – uitoefening van de optie: uitzonderlijke waardevermindering en afboeking van de rekeningen 25.
3. MATERIELE VASTE ACTIVA Overige materiële vaste activa - Kosten voor inrichting gehuurde gebouwen Onroerende goederen als onroerende reserve, de woongebouwen en buiten gebruik of buiten exploitatie gestelde materiële vaste activa Activa in aanbouw of vooruitbetalingen Als werken beëindigd: naar andere categorie
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.2. Waardering Aanschaffingswaarde: aanschaffingsprijs – vervaardigingsprijs of inbrengwaarde. Eventueel inclusief intercalaire intresten. Herwaardering: voorwaarden: vaststaande en duurzame meerwaarde in functie van het nut voor de onderneming verantwoord door rentabiliteit toelichting
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.2. Waardering Herwaardering: afschrijving De geboekte meerwaarden worden rechtstreeks toegerekend aan rubriek III van het passief "Herwaarderingsmeerwaarden" en daar behouden zolang de goederen waarop zij betrekking hebben, niet werden gerealiseerd. Deze meerwaarden mogen nochtans : worden overgebracht naar een reserve tot het beloop van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen; in kapitaal worden omgezet; bij latere minderwaarde worden afgeboekt tot het beloop van het nog niet afgeschreven gedeelte van de meerwaarde.
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.2. Waardering Afschrijvingen: beperkte gebruiksduur volgens lineaire of degressieve methode en volgens plan Raad van Bestuur samenvatting waarderingsregels in toelichting onbeperkte gebruiksduur: waardevermindering duurzame minderwaarde of ontwaarding afschrijvingen niet fiscaal geïnspireerd
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.2. Waardering Te snel afgeschreven activa (gewijzigde economische of technologische omstandigheden): terugname via uitzonderlijke opbrengsten. Indien boekwaarde de gebruikswaarde overstijgt: aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen.
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.2. Waardering Uitzonderlijke afschrijvingen: Indien in de voorgaande jaren geen of onvoldoende afschrijvingen werden geboekt, dan beantwoorden de activa niet meer aan het principe van het getrouw beeld. Er is een overwaardering van het vast actief en dus dienen er aanvullende afschrijvingen geboekt te worden.
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.3. Controle-aspecten - mutatietabel - aankoopbewijzen (facturen op naam) - fysische controle - werk in onroerende staat: BTW - afschrijvingspercentages consistent - afschrijvingen relateren met kost in resultatenrekening - meer- & minderwaarden: berekening en relateren met posten in resultatenrekening - link tussen vast actief en leasingschulden - te activeren materieel in de kosten of omgekeerd - eigendom nagaan: attest Kadaster zekerheden: confirmatie hypotheekkantoor
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.4. Special topics Onderscheid materieel vast actief en voorraden Intercalaire interesten: activering mogelijk Afschrijvingen op geherwaardeerd vast actief: vermoedelijke residuele gebruiksduur Onderneming in vereffening: vermoedelijke realisatiewaarde Goederen verworven tegen betaling lijfrente (advies CBN) Sale and lease back: meer- of minderwaarde op overlopende rekening – elk jaar deel in resultaat a rato afschrijving geleasde vast actief
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.4. Special topics Verschil: - vruchtgebruik – naakte eigendom – erfpacht & opstal – erfdienstbaarheden Verwerving vast actief voor variabele prijs (advies CBN) Verhuring onroerende goederen: BTW niet aftrekbaar (eventuele verbouwingen) Afschrijvingen: lineair t.o.v. degressief Jaarlijkse degressieve afschrijving maximum 40% AP Uitzondering degressief afschrijven: verhuurd materieel
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.4. Special topics Geproduceerde activa Alle werkzaamheden en prestaties van diensten verricht voor eigen rekening en op actief geboekt oprichtingskosten, immat. en mat. vaste activa Waardering: voorzichtig, getrouw, goede trouw Aan kostprijs zonder financiële lasten De kostprijs bevat: - aanschaffingskost - directe vervaardigingskosten - indirecte productiekosten
3. MATERIELE VASTE ACTIVA 3.4. Special topics IJzeren voorraad: kan ook voor materiële vaste activa. Tijdstip van aankoop onroerend goed: datum compromis. Dieren: Voorraad: indien het dier zelf verkocht wordt; Materieel vast actief: indien de producten van de dieren verkocht worden. Vooruitbetalingen: afschrijving mogelijk indien: overeenkomst, effectieve betaling en betaling geboekt als vooruitbetaling activum.
TOPIC: AFSCHRIJVINGEN Degressieve afschrijvingen: Niet voor immateriële vaste activa, behalve investeringen in audiovisuele werken; Niet voor personenwagens en wagens voor dubbel gebruik; Niet voor vaste activa waarvan gebruik is afgestaan aan derden. Art. 64 KB W. Venn. en art. 36 – 43 KB WIB92 Boekjaar verschillend van 12 maanden: pro rata aanpassen.
TOPIC: AFSCHRIJVINGEN Vereisten: Wetboek Vennootschappen: economisch verantwoord & fiscaal aanvaard, maar steeds ‘getrouw beeld’ WIB 92: fiscaal aanvaardbaar Pro rata afschrijvingen? Economisch vs. Vervangingswaarde of verkoopwaarde? Lineair of degressief Beperken tot 40% ? Probleem: Economische afschrijvingen fiscaal beperken is toegelaten. Economische afschrijvingen fiscaal aanvullen is bediscussieerbaar.
TOPIC: AFSCHRIJVINGEN Afschrijvingen – vrije keuze: Oprichtingskosten Bijkomende kosten en onrechtstreekse productiekosten NIET voor bijkomende kosten van aankoop personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen, tenzij uitsluitend gebruikt voor bezoldigd personenvervoer. Mogen in één keer in kosten, of gespreid worden in gelijke fracties over aantal jaren naar keuze.
TOPIC: AFSCHRIJVINGEN Keuze tussen activering en boeking als kost: Boekhoudwet: periode van bruikbaarheid is doorslaggevend; Vennootschapsbelasting: geen grens bepaald; BTW: bedrijfsmiddel vanaf 250 EUR. Classificatie voor BTW – administratie (vak 83) hoeft niet overeen te stemmen met fiscale behandeling. Verschillen tussen afschrijvingstabel en tabel bedrijfsmiddelen is mogelijk.
TOPIC: GROOTTE CRITERIA Criteria: grote vennootschap, indien 2 criteria overschreden Omzet: 7.300.000 EUR Balanstotaal: 3.650.000 EUR Personeel: 50 Of indien meer dan 100 personeelsleden (gemiddeld). Gevolgen: Commissaris en Volledig schema jaarrekening Verplichting tot opstellen jaarverslag Pro rata afschrijvingen Activering bijkomende kosten Verschil notionele intrest: 0.5%
4. FINANCIELE VASTE ACTIVA 4.1. Bepaling en classificatie Verbonden ondernemingen deelnemingen 280 & vorderingen 281 Ondernemingen met deelnemingsverhouding deelnemingen 282 & vorderingen 283 Andere financiële activa aandelen 284, vorderingen 285 en borgtochten 288
4. FINANCIELE VASTE ACTIVA 4.1. Bepaling en classificatie verbonden onderneming => controle - controle in rechte en in feite - consortium (centrale leiding) Onderneming met deelnemersverhouding is geen verbonden onderneming
4. FINANCIELE VASTE ACTIVA 4.1. Bepaling en classificatie Controle in rechte (art. 5 W.Venn.), onweerlegbaar: wanneer zij voortvloeit uit het bezit van de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van de betrokken vennootschap; wanneer een vennoot het recht heeft de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders te benoemen of te ontslaan; wanneer een vennoot krachtens de statuten van de betrokken vennootschap of krachtens met die vennootschap gesloten overeenkomsten over de controlebevoegdheid beschikt; wanneer op grond van een overeenkomst met andere vennoten van de betrokken vennootschap, een vennoot beschikt over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van die vennootschap; in geval van gezamenlijke controle.
4. FINANCIELE VASTE ACTIVA 4.1. Bepaling en classificatie Controle in feite (art. 5 W.Venn.), weerlegbaar: Andere factoren dan ‘in rechte’ Een vennoot wordt, behoudens bewijs van het tegendeel, vermoed over een controle in feite te beschikken op een vennootschap, wanneer hij op de voorlaatste en laatste algemene vergadering van deze vennootschap stemrechten heeft uitgeoefend die de meerderheid vertegenwoordigen van de stemrechten verbonden aan de op deze algemene vergaderingen vertegenwoordigde aandelen.
4. FINANCIELE VASTE ACTIVA 4.2. Waardering Deelnemingen/aandelen: aanschaffingswaarde Vorderingen: nominale waarde Herwaarderingen en waardeverminderingen deelnemingen mogelijk als meer- of minderwaarde vaststaand en duurzaam is Herwaardering verantwoord door rentabiliteit Waardeverminderingen over vorderingen als onzekerheid over de betaling
4. FINANCIELE VASTE ACTIVA 4.3. Controle-aspecten - mutatietabel - documentatie mutaties: onderliggende documenten - deelnemingen/aandelen: eigen vermogen onderliggende vennootschap 4.4. Toelichting
4. FINANCIELE VASTE ACTIVA 4.5. Special Topics Bonusaandelen: uitgifte op basis incorporatie reserves: geen vermogensoverdracht Eventueel: aanleiding tot herwaardering Overheidsfondsen worden steeds beschouwd als geldbeleggingen Bijkomende kosten mogen ten laste van het resultaat geboekt worden. Kapitaalaflossingen: aan te rekenen op aanschaffingswaarde.
5. VORDERINGEN OP MEER DAN EEN JAAR 5.1. Bepaling en classificatie Contractuele looptijd: meer dan één jaar Kortlopend deel: vorderingen op – 1 jaar - handelsvorderingen - overige vorderingen
5. VORDERINGEN OP MEER DAN EEN JAAR 5.2. Waardering Nominale waarde na verrekening van rente of disconto en eventuele waardeverminderingen Soms: nominale waarde corrigeren via overlopende rekening voor rente of disconto begrepen in nominale waarde Rente of disconto: pro rata temporis in resultaat via overlopende rekeningen passiva
5. VORDERINGEN OP MEER DAN EEN JAAR 5.3. Controle-aspecten - samenstelling langetermijnvorderingen - nieuwe vorderingen: onderliggende documenten bekijken - vreemde valuta: wisselkoersrisico - confirmatieprocedure - aandacht voor inbaarheid - event. interestaanrekening LT-vorderingen
5. VORDERINGEN OP MEER DAN EEN JAAR 5.4. Special topics Actualisering: enkel verplicht voor vorderingen op meer dan één jaar Waardevermindering: - betaling op vervaldag onzeker - realisatiewaarde op datum jaarafsluiting lager dan boekwaarde Overbodige waardevermindering: terugnemen
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.1. Bepalingen en classificatie Voorraden - grond- en hulpstoffen - goederen in bewerking - gereed product - handelsgoederen - onroerende goederen voor verkoop - vooruitbetalingen Bestellingen in uitvoering
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.2. Waardering Grond- en hulpstoffen - aanschaffingsprijs of vast bedrag - marktwaarde indien lager Goederen in bewerking - vervaardigingsprijs (incl. directe kosten) - waardevermindering als nettoverkoopprijs < vervaardigingsprijs + kosten van afwerking
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.2. Waardering Gereed product - vervaardigingsprijs - marktwaarde indien lager Handelsgoederen - aanschaffingsprijs
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.2. Waardering Onroerende goederen bestemd voor verkoop - aanschaffingsprijs - marktwaarde indien lager Vooruitbetalingen - nominale waarde
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.2. Waardering Bestellingen in uitvoering - vervaardigingsprijs + verworven winstmarge óf vervaardigingsprijs - waardevermindering indien nettoverkoopprijs < vervaardigingsprijs + nog te maken kosten - bijkomende waardevermindering rekening houdend met realisatie of marktwaarde of inherente risico’s Methode van waardering: completed contract of percentage of completion
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.2. Waardering Aanschaffingsprijs = aankoopprijs + bijkomende kosten Vervaardigingsprijs = - grondstoffen, verbruiksgoederen en hulp-stoffen - rechtstreekse productiekosten - evenredig deel van onrechtstreekse productiekosten (= variabele kosten) (t.o.v. full costing methode)
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.2. Waardering Vast bedrag: Bestendig hernieuwen – aanschaffingswaarde te verwaarlozen – hoeveelheid, waarde en samenstelling veranderen niet veel Inbrengwaarde = bedongen waarde inbreng Marktwaarde = aanschaffingsprijs balansdatum
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.2. Waardering Realisatiewaarde = verkoopprijs, rekening houdend met nog te maken verkoopskosten Waarderingsmethodes: - individualisering van de prijs van elk bestanddeel; - methode van de gemiddelde prijzen; - methode FIFO - methode LIFO
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.3. Controle-aspecten 1) Fysische controle voorraad: steekproef van telling - aandacht voor oudere producten - procedures voor voorraadopnames respecteren en opvolgen - orde in magazijnen - informatie over cut-off-procedure 2) Gewaardeerde voorraadlisting: aansluiten met hoeveelheden voorraadopname
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.3. Controle-aspecten 3) Relatie permanente voorraad en fysische voorraadopname: verklaring grote verschillen 4) Waardering: steekproef aankoopfacturen 5) Vergelijking tussen verkoopprijs en voorraadwaarde 6) Productie-ondernemingen: berekening voorraadwaardering: consistentie? 7) Afwaarderingen: oude en traag roterende voorraad
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.3. Controle-aspecten 8) Cut-off test: Leveringen – facturatie – voorraad Retourzendingen: creditnota’s 9) Goederen in bewerking: gemaakte en nog te maken kosten vergelijken met verkoopprijs Als verkoopprijs lager: waardevermindering 10) Aansluitingen met resultatenrekening
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.4. Special topics 1) Waarderingsregels bij bestellingen in uitvoering - percentage of completion method; - completed contract method. 2) Andere waarderingsmethodes: - vervangingswaarde: niet meer mogelijk - ijzeren voorraad: niet toegelaten (behalve grond en hulpstoffen indien bestendig vernieuwd en verwaarloosbaar bedrag).
6. VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING 6.4. Special topics 2) Andere waarderingsmethodes (vervolg): - aangeduide verkoopprijs verminderen met bepaalde winstcoëfficiënt (fiscaal aanvaard) - methode standaardprijzen is geen waarderingsmethode - opbrengstprijs verminderd met nog te besteden verkoopkosten en normale winstmarge: verantwoord mits de nodige voorzichtigheid en goede trouw
7. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 7.1. Bepalingen en classificatie - handelsvorderingen - overige vorderingen 7.2. Waardering Nominale waarde minus waardeverminderingen Waardevermindering indien betaling onzeker
7. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 7.2. Waardering Waardevermindering: - kredietverzekering: enkel voor deel waarover onzekerheid bestaat - forfaitaire waardevermindering soms toegelaten: talrijke vorderingen klein bedrag - als overbodig: terugnemen
7. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 7.3. Controle-aspecten Doel controle - opgenomen bedragen: reëel juridische, resp. economische rechten - nodige waardeverminderingen op vorderingen waarvoor betaling op vervaldag onzeker
7. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 7.3. Controle-aspecten Handelsvorderingen 1. Confirmatieprocedure: - als verstuurd vóór jaareinde: roll-forward naar jaareinde - tabel confirmaties: verschillen uitzoeken geen antwoord: alternatieve procedures 2. Ouderdomsbalans: lang openstaande saldi kunnen gecheckt worden.
7. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 7.3. Controle-aspecten Handelsvorderingen 3. Provisie dubieuze debiteuren: - Wijzigingen: aansluiten met resultatenrekening - Fiscaal attest 4. Creditsaldi: eventueel reclass. handelsschulden 5. Vreemde valuta: wisselkoersrisico 6. Intercompany saldi: tabel en confirmatie; interco-transacties in kaart brengen 7. Op te stellen facturen / te ontvangen creditnota’s: afloop na balansdatum
7. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 7.3. Controle-aspecten Handelsvorderingen 8. Te innen wissels: inning na balansdatum Overige vorderingen 1. Controle onderliggende documenten: - confirmatie saldi personeel - BTW - afloopcontrole 2. Intercompany: tabel en confirmatie 3. Wisselkoersrisico
7. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 7.4. Special topics 1. Vorderingen in vreemde valuta: - verwerking omrekeningsverschillen - Euro 2. Klantenwissels: - te innen wissels: in portefeuille tot vvd. - verdisconteerde wissels: risico tot vvd.
8. GELDBELEGGINGEN 8.1. Bepaling en classificatie - Eigen aandelen: art. 620-626 W.Venn. - Overige beleggingen 8.2. Waardering Nominale of aanschaffingswaarde Waardevermindering: als boekwaarde hoger dan realisatiewaarde
8. GELDBELEGGINGEN 8.3. Controle-aspecten 1. Inkoop eigen aandelen: bepalingen W.Venn. 2. Bankconfirmaties 3. Volledigheid financiële opbrengsten 4. Wisselkoersrisico 8.4. Toelichting
8. GELDBELEGGINGEN 8.5. Special topics 1. Geldbeleggingen in vreemde valuta: aan historische koers 2. Gekochte call- en put-opties: aanschaffingsprijs waardevermindering: i.f.v. realisatiewaarde (evolutie marktwaarde – inherente risico’s) toelichting! 3. Waardevermindering aandelen: fiscaal 4. vastrentende effecten: pro rata
9. LIQUIDE MIDDELEN 9.1. Bepaling en classificatie - kasmiddelen - tegoeden op zicht bij financiële instellingen - te incasseren vervallen waarden 9.2. Waardering Nominale waarde Waardevermindering: als realisatiewaarde lager Omrekening vreemde valuta (onderscheid niet – gerealiseerd verlies vs. Niet – gerealiseerde opbrengst)
9. LIQUIDE MIDDELEN 9.3. Controle-aspecten 1. Bankbrieven 2. Transacties voor/na balansdatum 3. Omrekening vreemde valuta 4. Volledigheid intrestafrekening 5. Transferten tussen bankrekeningen 6. Kas: telling tijdens controle voorraad
10. OVERLOPENDE REKENINGEN 10.1. Bepaling en classificatie - toe te rekenen kosten - over te dragen kosten - verworven opbrengsten - over te dragen opbrengsten 10.2. Waardering aanschaffingswaarde: overlopend gedeelte consistentie waarderingsregels Onderscheid met te ontvangen facturen
10. OVERLOPENDE REKENINGEN 10.3. Controle-aspecten 1. Controle inhoud: onderliggende documenten 2. Analytisch: vergelijking vorige boekjaren 3. Wachtrekening: 0 of fundering 10.4. Toelichting