Principe 3 Leren is een sociale bezigheid Henriëtte Coppes

Leren is een sociale bezigheid ‘Net als bij chimpansees vindt ook bij mensen de overdracht van cultuur voor 90% plaats door conformisme. Door de wens om er bij te horen’ Frans de Waal, etholoog en lid van de Amerikaanse Nationale Academie voor Wetenschappen

Leren is een sociale bezigheid Je onthoudt de stof makkelijker door er met anderen over te praten Je leert het meest als je het uitlegt aan anderen Leerlingen leren heel veel van anderen. De peergroep is daarbij van groot belang

Wat blijft er hangen van wat we leren? 20 % van wat we horen 30 % van wat we zien 50 % van wat we zien en horen 70 % van waar we over gediscussieerd hebben met anderen 80 % van wat we persoonlijk ervaren hebben 95% van wat we uitleggen aan anderen

Spiegelneuronen De ontdekking van spiegelneuronen. Die zorgen er voor dat je een gedrag kunt nabootsen én dat je emotie bij een ander zélf kunt ervaren Juíst in de puberteit leren leerlingen veel van elkaar en van anderen.

Feedback, leren van anderen De boodschap komt pas binnen als die gepaard gaat met emotie. Postitieve feedback werkt beter bij pubers dan negatieve feedback

Spelregels voor feedback geven Hanteer de ik vorm Beschrijf waargenomen, aanwijsbaar en concreet gedrag Benoem gedrag, richt u niet op de persoon Kies het juiste moment (zo snel mogelijk) Richt uw feedback op veranderbaar gedrag Doseer uw informatie Geef ruimte voor een reactie

Positieve en negatieve feedback Rond de leeftijd van 11-12 jaar accepteren jongeren niet langer blind het gezag van een ander of een autoriteit. Bij moreel redeneren geldt voor 10 jarige kinderen de afweging of het een beloning of straf oplevert. Bij 14 jarigen wordt er meer belang gehecht aan goedkeuring binnen sociale situaties.

Invloed van anderen op pubergedrag A: Volwassenen B: Jongeren (18 –20) C: pubers Risicovolle handelingen C B Met een ander Alleen A

Ga je vanavond mee naar de film? Volwassenen: weloverwogen met oog voor de consequenties Pubers: impulsief, zonder anticipatievermogen

Denken, delen, doornemen Denken  denk eerst voor je zelf, schrijf het op. Delen  Deel wat je gedacht hebt met een ander. Luisteren en vragen stellen staan daarbij centraal Doornemen  leer van elkaar het met elkaar in de grote groep door te nemen

Hoe organiseer je samenwerken? Groepsopdracht: Hoe organiseer je samenwerken? Opdracht: maak een groepsopdracht met lego. Beantwoord daarbij de volgende vragen. Wat is je doelstelling? Waarom wordt er in groepen gewerkt? Hoe stel je de groepen samen? Hoe verdeel je de taken in de groep? Doen alle groepen hetzelfde of differentieer je? Hoe groot wordt de groep? Hoe formuleer je de opdracht? Hoe geef je de opdracht? Hoe houd je tijdens het proces een vinger aan de pols? Hoe beoordeel je het resultaat?

Groepsopdracht: hoe organiseer je samenwerken? Placemat methode Opdracht lego