Aardrijkskunde.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
India als opkomend land
Advertisements

Handel en marketing hoofdstuk 9
India als opkomend land
5 stedelijke problemen – 5 stedelijke oplossingen
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
ZOU JIJ DAAR WILLEN WONEN?
Hst 4: De wereld indelen.
Paragraaf 8 De ontwikkeling van Oost-Europa
2 havo/vwo H3 steden, §2 1.
Aantekening §1 B-nummers.
Hoofdstuk 5 Werelden van verschil
§15 Japan, een oude tijger Dichtbevolkt: 130 miljoen inwoners.
HOOFDSTUK 10 ONTWIKKELINGSPEIL.
Landbouw, industrie en diensten B126, B127 en B128
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Latijns Amerika, wereld van verschillen
Hst 4: De wereld indelen.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
BBP = Bruto Binnenlands Produkt of BNP = Bruto Nationaal Produkt Dat zijn alle inkomens opgeteld gedeeld door het aantal inwoners. Uitkomst = gemiddelde.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
B126, B127, B128 pagina 96–97 Neal Bader Jordy van der Steen.
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
India als opkomend land
Indonesië.
Indonesië.
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Aardrijkskunde.
Hst 4: De wereld indelen.
Indonesië.
Indonesië.
Hst 4: De wereld indelen.
Hst 4: De wereld indelen.
Brugklas hoofdstuk 4.
Hfst 1: de wereld; Het wereldbeeld
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 7 t/m 12
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
ZUID AFRIKA, EEN ONTWIKKELINGSLAND?
3 vwo 1 wereld §7 en 8.
Globalisering.
Bs. 132 t/m Bs. 134 Gemaakt door: Daniëla en Rosa
H8 B140, B141 H9 B142 Senna en Sharon. H8 B140 VERVOERMIDDELEN Mobiliteiten: verplaatsing van mensen en goederen met behulp van een vervoermiddel. Mogelijk.
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
2 vmbo-T/havo 4 steden, §2 en 3
Indonesië.
Paragraaf 4,3 Centrum van de wereld!
Een wereld van verschil
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
Aardrijkskunde Blok 4.
Stedelijk en landelijk gebied
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
2 th 1 Ontwikkeling § 2-3.
De structuur van de economie
2TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §2 en 3
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
1. globalisering. 1.1 Het economisch wereldbeeld.
Hoofdstuk 3 Globalisering van de economie.
3.1 PRODUCTIE.
Cursus 2.1 Wat hebben mensen nodig? Klas 1 KGT Lesweek 1
Hoofdstuk 3 Bronnen van energie: Brazilië
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
Economische kringloop
Hoe verdienen de mensen de kost?
1.1 Globalisering: one world?
Hoofdstuk 3 Eerlijke handel
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

Aardrijkskunde

Inhoud: Terugblik Vandaag hoofdlijnen (restant) Vrijdag SO!!! Hst 8 Zorg dat je vrijdag je spullen bij je hebt! Lesboek + basisboek + werkschrift

Nog vragen over de vorige keer? We hebben het toen gehad over: Weer en klimaat (neerslag, orkanen en Köppen) Bewegende aarde (endogene/exogene krachten) Plaattektoniek  aardbevingen/vulkanisme Verwering, erosie en sedimentatie Natuurlandschappen (vegetatiegordels) Ecosystemen Bevolking en cultuur Demografie, migratie, multiculturele samenleving

Hst 8: Bestaansmiddelen Primaire sector (landbouw, mijnbouw) Secundaire sector (industrie, bouw) Tertiaire sector (diensten etc)

Definitie bestaansmiddelen: De middelen waarmee levensbehoeften worden geproduceerd noem je bestaansmiddelen Hoe produceer je die bestaansmiddelen? Met behulp van productiemiddelen: Arbeid (mensen) Kapitaal (geld) Natuur (grondstoffen)

Landbouw Akkerbouw Tuinbouw Veeteelt Bosbouw Grove tuinbouw Veeteelt Bosbouw Specialisatie/mechanisatie/intensivering

Landbouw Intensieve veeteelt Extensieve veeteelt (ranches) Biologische landbouw (zo natuurlijk mogelijk)

Landbouw Landbouw en inrichting Herinrichting = ruilverkaveling Vaak aandacht voor Landbouw in combinatie met natuur

Vervoermiddelen en goederen Vervoer = mobiliteit Betekent verplaatsing van mensen en goederen. De transportvoertuigen noem je modaliteit(en): Fiets Auto Vliegtuig Vrachtwagen Schip etc. Afhankelijk van afstand kies je je modaliteit Massagoederen Stukgoederen Container

Hoofdstuk 9: Ruimtelijke inrichting Stad en dorp Stedelijk gebied Agglomeratie, stadsgewest (vb: Rijnmond), netwerkstad, metropool Landelijk gebied Adressendichtheid (is een voorbeeld)

Vervolg: De stad: Urbanisatie Suburbanisatie Problemen v/d stad (Segregatie/integratie, etnische wijken) Herinrichting en re-urbanisatie (compacte stad + vele voorzieningen)

Grondprijs (hoe verder van het centrum, hoe goedkoper de grond) Model van een stad Cityvorming CBD Oude woonwijken Grondprijs (hoe verder van het centrum, hoe goedkoper de grond) [onder voorbehoud, want centrum duur, dan volkswijken, richting suburbs weer duurder.]

Hoofdstuk 10: Het ontwikkelingspeil Ontwikkeling is een zeer belangrijk thema binnen AK. Ontwikkeling geeft aan of een land arm of rijk is, maar hoe kun je dit bepalen? Dit gebeurd aan de hand van het ontwikkelingspeil Hoog ontwikkelingspeil = Rijk Laag ontwikkelingspeil = Arm

Hoofdstuk 10: Het ontwikkelingspeil 2 Ontwikkelingskenmerken (basiskenmerken): Inkomen (BNP/BBP) BNP: Bruto Nationaal Product: betreft alle inkomsten door iedereen met eenzelfde nationaliteit. BBP: Bruto Binnenlands Product: betreft alle inkomsten binnen de staatsgrenzen van een land. De eerste levensbehoeften (basisbehoeften) Voedsel (kwalitatieve/kwantitatieve honger) Huisvesting Onderwijs (analfabeten) Gezondheidszorg (artsendichtheid)

Hoofdstuk 10: Het ontwikkelingspeil Het ontwikkelingspeil hangt verder ook nog sterk af van: Percentage beroepsbevolking in de 1e sector Commercieel of zelfverzorgend Percentage beroepsbevolking in de 2e sector Industrieel of ambachtelijk Percentage beroepsbevolking in de 3e sector Formele of informele sector (vluchtsector) Percentage stedelingen Tempo bevolkingsgroei

Hoofdstuk 11: Globalisering Misschien wel het belangrijkste hoofdstuk van allemaal!! Dit maakt de wereld zoals die vandaag de dag is en hoe processen (waarschijnlijk) in de toekomst zullen gaan plaatsvinden.

Hoofdstuk 11: Globalisering Wat is globalisering ? Het voortdurende proces van internationale uitwisseling van geld, goederen en ideeën = globalisering MNO = Multinationale ondernemingen New Industrialised Countries (NIC’s) Tijgerlanden BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) Verschuiving van economisch zwaartepunt = global shift Koloniën De Handels- betalingsbalans is bij arme landen vaak negatief Handelsbalans: Waardeverhouding tussen invoer van een land en totale uitvoer. Betalingsbalans: Waardeverhouding tussen uitgaven en inkomsten van een land Tariefmuren (= belastingsmuur)

Hoofdstuk 11: Globalisering Ontwikkelingssamenwerking Structurele- en Noodhulp Bilaterale hulp Multilaterale hulp Joint Venture (samenwerking tussen regering en particulier, vb: Ford + China)

Politiek en globalisering Tegenpolen Kapitalisme Vrijemarkteconomie Ieder individu bepaalt alles voor zichzelf, de staat doet (bijna) niets VB USA: Eigen zorg (min 10.000,- p/j) Eigen opleiding (50.000,- p/j) Eigen woning Etc Probleem? De zwakkere van de samenleving vallen buiten de boot!!! Communisme Planeconomie De staat bepaald wat goed is voor het volk, want het volk = de staat. VB: Sovjet-Unie/Cuba Zorg (gratis) Opleiding (gratis) Woning (bijna gratis) Probleem? De economie goed draaiende te houden (= uiteindelijke val van SU)

Volgende les: Zijn er nog vragen? SO basisboeknummers klas 2