Nathalie van Beek Katrien Van Geel Macro-Evolutie 2009-2010.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
“De lichaamsgrootte van organismen binnen een bepaalde evolutielijn heeft de neiging om toe te nemen” Edward Drinker Cope, 1871  Bij alle groepen van.
Advertisements

Een Gen voor Homoseksualiteit?
Visie, missie en kernwaarden
HET ONTSTAAN DER SOORTEN
Evolutie leer waarom tegen?
Mobiele telefonie in films
Fysische geografie van Nederland
de wapenwedloop tussen planten en herbivoren
 Inleiding  Genetisch onderzoek  Hopeless monsters  Genetische speciatie 2.
Evolutietheorie.
Tussentijdse evaluatie
Wet van Cope. Definitie  Lichaamsgrootte van organismen binnen een evolutielijn stijgt  E. D. Cope, 1871  Bij alle groepen van organismen  Wereldwijd.
Massa-extincties en macro-evolutie
Hopeful Monsters Gunnar De Winter Ma1BIO. Wie? Wat? Wanneer? Richard Goldschmidt (1878 – 1958) in The Material Basis of Evolution (1940)
Charles Darwin en de evolutietheorie
Syndroom van Gilles de la Tourette in de DSM-IV
Subsumptie- en Specificatie- Verklaringen (H.3, H.4)
Beslisbomen Robert de Hoog College Beslissingsondersteuning 26 september 2002.
2 Mitose en celdeling DNA.
Professionele ontwikkeling
Darwins Idee Dennis Uit de Weerd.
Een cel is een systeem van
POPULATIE GENETICA WAT IS EEN POPULATIE?.
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Hoe populaties evolueren En Hoe rekenen we hieraan
Hardy-Weinberg animatie
Het ontstaan der soorten
1 Is MST Kosten - Effectief?  Jan J. v. Busschbach, Ph.D. –Viersprong Institute for studies on Personality Disorders –Erasmus MC Afdeling Medisch Psychologie.
26 februari 2009 Ludo Hellemans 1 Darwins theorie ë n Ludo Hellemans Studium Generale Universiteit Twente.
Ontstaan van soorten Naar de vragen
Docent: Anco R.O. Ringeling
Vorige keer…. De evolutietheorie gaat uit van: - Verandering in genotypen - Natuurlijke selectie - Het ontstaan van nieuwe soorten Mutanten binnen een.
Basisstof 1: De evolutietheorie
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
W.M. de Jong, INI-Research Grenzen aan de Evolutie, oktober 2015 Grenzen aan de Evolutie.
Evolutie.
Erfelijkheid.
Week 3: Systeemtheorie versus biologische psychologie
Ordening en Evolutie ‘Het is een teken van een geschoolde geest als iemand kan nadenken over een gedachte zonder ze te aanvaarden’  Aristoteles.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
Darwin Charles Darwin ( ) 1831: 5-jarige wereldreis “The Beagle” 1859: “The origin of species” Uitgangspunt boek: Biologische/evolutionaire.
Thema 5: Evolutie (en ordening) = biodiversiteit B
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
God als Vader en Zijn schepping (1) God ook jouw Vader? Gods voorzienigheid Schepping of evolutie Doet God iets aan het kwaad?
Windesheim zet kennis in werking Darwin: vriend of vijand? Interactieve lezing over omgaan met evolutie en schepping bij een grote leerlingdiversiteit.
Wat is evolutie ?. Charles Darwin (1809 – 1882)
Charles Darwin Evolutietheorie. een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan.
Evolutieleer Charles Darwin. Charles Darwin ( )
Evolutie in actie problemen en mogelijkheden van snelle evolutie
Charles Darwin 5 Evolutietheorie.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
6A1 Stofwisseling B5 Regulatie van de genexpressie. B6 Mutaties.
ERFELIJKHEIDSLEER.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Hoofdthema’s in de biologie
Hoofdstuk 1 Jagers en Boeren.
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
ACTIE onderzoek.
Natuurlijke selectie.
Charles Darwin en de evolutietheorie
Evolutie-simulatiepractica in de bovenbouw
Hoe is menselijke taal ontstaan?
Transcript van de presentatie:

Nathalie van Beek Katrien Van Geel Macro-Evolutie

Inhoud • Hopeful monsters – Geschiedenis – Controverse • Hopeless monsters – Macromutationistische misvatting – Correlatie genexpressie en evolutie • Voorbeelden hopeful monsters – Schilpadden • Genetics species difference – Genetische basis van species difference – Major genes • Voorbeelden hopeful monsters – Drosophila • Besluit

Hopeful monsters • Term gebruikt in evolutionaire biologie • Beschrijft een gebeurtenis van ogenblikkelijke speciatie die positief bijdraagt bij het ontstaan van nieuwe evolutionaire groepen • Grote veranderingen worden veroorzaakt in één stap door een mutatie tijdens de ontogonie • Meeste mutaties  gedoemd om te sterven (Monsters) • Soms  mutatie voordelig (Hopeful monsters)  grondlegger nieuwe soort

Geschiedenis • 1930 – geïntroduceerd door Richard Goldschmidt • Macromutatie – Macro-evolutie • Geen accumulatie van kleine veranderingen in een populatie (Darwin)  punctuated equilibrium Richard Goldschmidt

Geschiedenis • 1980 – Gould haalde Goldschmidts theorie aan als verklaring voor gaten in het fossielen bestand (theorie punctuated equilibrium) • 1993 – door veel weerstand trok Gould deze verklaring terug

Controverse • Sprongsgewijze evolutie (punctuated equilibrium) VS • Darwin : graduele evolutie van populaties (fyletisch gradualisme) Aanwijzingen:  onvolledig fossielen bestand  pre-adaptatie

Pre-adaptatie • Elke intermediaire vorm – tussen voorouders en afstammelingen - vervult een eigen functie • Vb.: halve kaak = ondersteuning van de kieuwen  Fyletisch gradualisme • Maar : soms geen pre-adaptieve functie te vinden  GEEN gradualisme WEL sprongsgewijs  punctuated equilibrium • Vb.: externe wangzakken (geen verbinding met mond) van bepaalde knaagdieren (Geomyidae & Heteromyidae) Thomomys talpoides

Maar : • Darwin’s visie: – 1.) natuurlijke selectie en random variatie – 2.) graduele, trage, continue evolutie • Goldschmidt was niet anti-Darwin ! (volgens Gould) • Zowel natuurlijke selectie, graduele evolutie en sprongsgewijze evolutie kunnen samen voorkomen

Hopeless monsters • Voorstanders hopeful monsters maken twee vaak voorkomende fouten : • 1.) macromutationistische misvatting • Eén mutatie zorgt voor een verandering van een bepaald kenmerk in een soort  extrapoleren  verschil in dat kenmerk tussen twee soorten is te wijten aan een mutatie op datzelfde gen

1.) macromutationistische misvatting Vb.: Puntuated equilibrium : – Gedomesticeerde kip  één enkele mutatie blokkeert aanmaak veren  Kale hoofd van de gier  ook te wijten aan één enkele mutatie Fyletisch gradualisme : – Kale hoofd van de gier  adaptatie aan voedingswijze Necrosyrtes monachus

Hopeless monsters • 1.) macromutationistische misvatting • Eén mutatie zorgt voor een verandering van een bepaald kenmerk in een soort  extrapoleren  verschil in dat kenmerk tussen twee soorten is te wijten aan één mutatie in datzelfde gen • MAAR • Misvatting : foute extrapolatie – VB.: dwerggroei mens  aap

Hopeless monsters • Voorstanders hopeful monsters maken twee vaak voorkomende fouten : • 1.) macromutationistische misvatting • Eén mutatie zorgt voor een verandering van een bepaald kenmerk in een soort  extrapoleren  verschil in dat kenmerk tussen twee soorten is te wijten aan één mutatie in datzelfde gen • 2.) verandering in genexpressie gecorreleerd met evolutionair kenmerk DUS verandering v/d genexpressie heeft evolutie v/h kenmerk veroorzaakt. • Maar: Correlatieve verbanden zijn niet noodzakelijk causale verbanden

2.) Correlatie genexpressie & evolutie • VB.: expressie Src gen (Sex combs reduced gene) gecorreleerd met de aanwezigheid van sex combs bij mannetjes in Drosophila soorten – Puntuated equilibrium: verschil tussen soorten (in aanwezigheid sex combs) gecontroleerd door mutatie in 1 gen – Fyletisch gradualisme : Src gen geassocieerd met met aanwezigheid sex combs, NIET mutatie Src gen sex combs veroorzaken  door verschillende genen  Correlatieve verbanden zijn niet noodzakelijk causale verbanden Drosophila melanogaster

Voorbeelden hopeful monsters ? • Schilpadden: - Opbouw schild - Plaatsing van de schoudergordel • Opbouw schild: niet te verklaren via gradualisme – Theorie : voorouder met bedekking van osteodermen  graduele evolutie naar beenplaten die heel het lichaam bedekten (epitheca)  verbening onder het epitheca – Praktijk : eerste fossiele schilpad bezat een compleet epitheca

Proganochelys quenstedti

Voorbeelden hopeful monsters ? • Schilpadden : - Opbouw schild -Plaatsing van de schoudergordel -Plaatsing schoudergordel: ook niet te verklaren via gradualisme -Theorie : progressieve achterwaartse verplaatsing van de pectorale gordel naar achteren -Praktijk : geen/ zeer kleine verplaatsing van de pectorale gordel MAAR een afbuiging van de ribben naar een oppervlakige positie

Dus.... • Axiale skelet van de schildpad is niet te verklaren door graduele evolutie (tussenstappen) • Kleine aanpassing in de ontogonie kunnen leiden tot grote morfologische veranderingen. • Hopeful Monster ?

Genetics species difference • Genetische basis van species differences: simpel of complex – Aantal genetische aanpassingen groot of klein – Genen die zorgen voor een groot effect aan/afwezig – Epistasie aan/afwezig • Aantal factors die zorgen voor soortenverschillen: – Geen consistentie: mix resultaten van veel tot weinig genen Genetische basis

H. Allen Orr, 2001

• Geen reden voor consistentie : elke divergentie kan verschillen van elkaar door verschil in sterkte van selectie + door de genetische variatie die aanwezig is  Soorten gedivergeerd in de tijd (oudere taxa verschillen in meer factors dan jongere)  Qualitatieve selectie : natuurlijk vs. sexuele selectie

Genetisch bewijzen voor punctuated equilibrium ? • Major genes: één enkel gen verklaart morfo- logische divergentie. • Genetisch bewijs hopeful monsters ? • Spelen ze een rol in soorten differentiatie ?

Major genes: rol in soorten differentiatie ? • Soms wel: Vb.: Nasonia, één chromosoom regio bepaalt grotendeels de verschillen in vleugelgrootte • Soms niet: morfologische verschillen die de zelfbevruchting beïnvloeden in de plant Mimulus worden gecontroleerd door verschillende loci die meestal een klein effect hebben. Mimulus Nasonia

Dus... • Major genes spelen soms een rol in de evolutie van soorten differentiatie (soms zelfs moleculair vastgelegd) • Bewijs voor hopeful monster theorie ??

Drosophila • Hsp90 : ligt aan interface ontwikkelingspathways • Mutatie Hsp90  zorgt voor fenotypische variatie • Variatie van morfologische structuren worden gebufferd door Hsp90 gen  als Hsp90 niet werkt (mutatie of omgevingscondities)  variatie komt tot uiting  kan selectie op plaatsvinden  onafhankelijk van Hsp90 Drosophila melanogaster

Gevolgen Hsp90 Rutherford et al., 1998

Hsp90 • Alle nakomelingen hebben mutaties  niet mogelijk door mendeliaanse segregatie (2/3 enkel)  mutatie is onafhankelijk geworden van Hsp90 en overerfelijk • Temperatuursafhankelijk: zeer hoge/lage temperaturen versterken/veroorzaken mutaties

Dus... • Eerste bewijs van een moleculair mechanisme dat het proces van evolutionaire veranderingen door de omgeving helpt -“ … may have been adaptive for particular lineages, perhaps allowing the rapid morphological radiations that are found in the fossil record.” Hopefull monster?

Besluit... • Voor- & tegenstanders : nog steeds geen consensus • Bewijzen zullen anders geïnterpreteerd worden door beide partijen • Meer genetische testen in de toekomst zullen mogelijk duidelijkheid brengen

Bedankt voor uw aandacht

Gould S.J The return of the hopeful monsters. Natural History 86: Rutherford S.L. & Lindquist S. (1998). Hsp90 as a capacitor of morphological evolution. Nature 396: Rieppel O. (2001). Turtles as hopeful monsters. BioEssays 23: Judson O. (2008). The monster is back, and it's hopeful. The Wild Side (The New York Times Blog). Orr H.A. (2001). The genetics of species differences. Trends Ecol. Evol. 16: Orr H.A., Masly J.P. & Presgraves D.C. (2004). Speciation genes. Curr. Opinions in Genet. Developm. 14: Coyne J. (2008.) Hopeless monsters. The Loom - a blog about life, past and future 12