NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis copyright © 2004 Frans Snik
Klik met de muis Les 25: op de snelweg
Dit is Rob. Ik ben Rob. Ik woon in Amsterdam. Ik heb een zus. Zij heet Karin. Dit is Rob.
Dit is Karin. Ik ben Karin. Ik woon in Rotterdam. Ik heb een broer. Hij heet Rob. Dit is Karin.
de telefoon Dag. Ik ben Rob. Rob belt.
Rob belt zijn zus.
Hallo. Je spreekt met Rob. Ik wil je graag weer eens zien. een afspraak maken Hallo. Je spreekt met Rob. Ik wil je graag weer eens zien. Zullen we afspreken ?
Kan je morgen om 1 uur komen ? een afspraak maken Kan je morgen om 1 uur komen ?
een afspraak maken Ja, dat is goed.
een afspraak maken Tot morgen.
Hallo. Je spreekt met Rob. Ik wil je graag weer eens zien. een afspraak maken Hallo. Je spreekt met Rob. Ik wil je graag weer eens zien. Zullen we afspreken. Ja, dat is goed. Kan je morgen om 1 uur ? Tot morgen.
Rob woont in Amsterdam.
Dit is zijn auto.
Karin woont in Rotterdam.
Rob rijdt vandaag naar Rotterdam.
Amsterdam Leiden Den Haag Rob rijdt via Leiden en Den Haag. Rotterdam
de autosleutel Hij start de auto.
Hij rijdt via Leiden naar Rotterdam.
Hij rijdt via Den Haag naar Rotterdam.
Rotterdam 50 Rotterdam is 50 kilometer rijden. Hoe ver is het naar Rotterdam ?
Je mag niet harder dan 50 kilometer per uur. hard = snel Je mag niet harder dan 50 kilometer per uur. Hoe hard mag je rijden in een stad ?
Je mag hier niet harder dan 100. hard = snel Hoe hard mag je hier rijden?
Je mag niet harder dan 120 kilometer per uur. hard = snel Hoe hard mag je rijden op de snelweg?
Rob stopt bij het benzinestation.
Er zijn twee soorten benzine. loodvrij super Er zijn twee soorten benzine.
Hoeveel kost diesel per liter? Diesel kost 93 cent. Hoeveel kost diesel per liter?
Hoeveel kost loodvrij per liter ? Loodvrij kost 1 euro 21. Hoeveel kost loodvrij per liter ?
Rob tankt benzine.
Hij betaalt bij de kassa.
betalen Goedemiddag. Ik wil betalen. Ik heb getankt bij pomp 2.
betalen Dat is dan 40 euro 50.
Rob betaalt 40 euro 50 gepast. betalen Alstublieft. Rob betaalt 40 euro 50 gepast.
betalen Bedankt.
Goedemiddag. Ik wil betalen. Ik heb getankt bij pomp 2. Alstublieft. Dat is dan 40 euro 50. Bedankt.
Ik rijd 100 kilometer per uur. Hoe hard rijd ik ? Ik rijd 100 kilometer per uur.
Ik rijd 70 kilometer per uur. Ik rijd te hard. Hoe hard rijd ik ? Ik rijd 70 kilometer per uur.
Rotterdam 20 Rotterdam is nog 20 kilometer rijden. Hoe ver is het naar Rotterdam ?
De auto heeft een lekke band. ssss
Rob belt de wegenwacht.
Goedemiddag. U spreekt met Rob Smit. Ik heb pech met de auto. de wegenwacht bellen Goedemiddag. U spreekt met Rob Smit. Ik heb pech met de auto. Ik heb een lekke band. Kunt u mij helpen ?
de wegenwacht bellen Waar staat u ?
de wegenwacht bellen Ik sta 20 kilometer voor Rotterdam.
Ik zal de wegenwacht sturen. de wegenwacht bellen Ik zal de wegenwacht sturen.
Ik zal de wegenwacht sturen. de wegenwacht bellen Goedemorgen. U spreekt met Rob Smit. Ik heb pech met de auto. Ik heb een lekke band. Kunt u mij helpen ? Ik sta 20 kilometer voor Rotterdam. Waar staat u ? Ik zal de wegenwacht sturen.
De wegenwacht komt.
De wegenwacht wisselt de lekke band.
Rob komt aan in Rotterdam.
Rob stopt voor het rode stoplicht. STOP
Hij rijdt verder.
achter het huis van zijn zus. Hij parkeert zijn auto achter het huis van zijn zus.
Hij belt aan bij zijn zus. de bel
Leuk dat je er bent. Kom snel binnen. Karin doet de deur open.
Hoe gaat het met je ? Rob gaat naar binnen.
Je moet voorrang geven. Wat betekent dit bord ?
Je mag niet harder dan 50 rijden. Wat betekent dit bord ?
Je mag hier niet fietsen. Wat betekent dit bord ?
Je krijgt voorrang. Wat betekent dit bord ?
Je mag niet parkeren. Parkeren is verboden. Wat betekent dit bord ?
Je mag hier niet rijden. Wat betekent dit bord ?
Je hebt voorrang. Wat betekent dit bord ?
het stuur de richtingaanwijzer de versnelling de handrem
Weet u het nu ?
Weet u het nu ?
Dit heeft u geleerd: Rob heeft een zus. Zij heet Karin. Karin woont in Rotterdam. Rob belt Karin. Ze maken een afspraak. Rob rijdt vandaag naar Rotterdam. Hij start de auto. Hij rijdt via Den Haag. Hij rijdt 100 kilometer per uur. Hij tankt benzine. Rob betaalt bij de kassa. Hij heeft een lekke band. Rob belt de wegenwacht. De wegenwacht wisselt de band. Rob parkeert zijn auto achter het huis. Hij belt aan. Karin doet de deur open. Rob gaat naar binnen.
Dit heeft u geleerd: vragen Wat betekent dit bord ? Zullen we afspreken ? Hoever is het naar Rotterdam ? Hoe hard mag je hier rijden ? Hoeveel kost benzine per liter ? Hoe hard rijd ik nu ? Kunt u mij helpen ? Rotterdam 20 STOP
EINDE Maak nu de opdrachten of de test.