Grotten In de Ardennen vind je veel grotten. Het zijn ondergrondse doolhoven van spleten en gangen. Soms stroomt er ook water door een grot of zijn er kleine ondergrondse meertjes
Hoe ontstaan grotten ? Grotten komen voor in gebieden waar veel kalksteen in de bodem zit. Kalksteen is zacht. Het bestaat uit de resten van botten en schelpen van zeediertjes die miljoenen jaren geleden leefde. Regenwater kan makkelijk in de zachte kalksteen dringen. Een bepaalde stof in de kalksteen lost dan langzaam op. Er komen spleten en gaten in de grond. Als het regenwater een hardere steensoort tegenkomt, maakt het een omweg. Daarom hebben grotten altijd grillige vormen. Hoe meer kalksteen er onder de grond is, hoe meer steen het regenwater op kan lossen. Zo ontstaan er grote ruimtes. Het kan duizenden jaren duren voordat een grot ontstaan is.
Het regenwater en het water van riviertjes druppelt door de rotsen, naar de grotten. Het water dat in de grot neerdruppelt, laat kalk achter en vormt zo na vele jaren, geheimzinnige beeldhouwwerken. Dit noemen we 'Druipstenen'. Hangende druipstenen worden stalactieten genoemd.
rechtopstaande druipstenen zijn stalagmieten Waterdruppeltjes met kalk vallen op de grond. Het water loopt weg of verdampt, maar de kalk blijft achter. Beetje bij beetje groeit de stalagmiet.
1. stalactiet 2. stalagmiet 3.druipsteenkolom of zuil. Wist je dat ... Een druipsteenkolom ontstaat wanneer stalagmieten en stalactieten elkaar ontmoeten en 'vergroeien'
Speleologie Er is heel veel bekend over grotten. Dat komt doordat er veel onderzoek naar is gedaan. Onderzoek naar grotten heet speleologie. En je moet heel lenig zijn. Want in de meeste grotten kun je je maar moeilijk bewegen. Er zijn nauwe gangetjes. Het is best gevaarlijk om grotten te onderzoeken. Er kunnen stukken van de grot instorten. En al die gangen en kamers lijken erg op elkaar. Zonder een goede kaart kun je gemakkelijk verdwalen.
Een paar verschillende grotten...