 Er is steeds minder geld beschikbaar voor onderzoek in de 1 e geldstroom  Als academische vaardigheid steeds belangrijker  Meer budget: Je kan onderzoek.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Aandacht voor het steunend netwerk
Advertisements

Onderzoek naar competentiegericht beoordelen in het groene onderwijs
Woensdag 29 september 2004 Open Source Software en Open Standaarden bij de overheid Van Doorne 2004 Harry van Zon, ministerie BZK, IIOS.
Hoe maak ik een goed online cv?
Normen Ga van een positieve intentie uit Communiceer respectvol
Vervolgbijeenkomst 2 Procesfasering bij Leren Leren.
Leiden University. The university to discover. Onderzoek Joost N. Kok Leiden Institute of Advanced Computer Science.
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
School of Health Professions Education Prof. dr. Albert Scherpbier
Financiering van eHealth innovaties
“Jongens, vandaag krijgen we les van een professional!” Wetenschappelijk onderzoek op een middelbare school Amber Walraven.
Implementeren Wat komt er zo al bij kijken? Johan Cruijff
HOOFDSTUK 15: DE ACTIVITEITEN VAN DE VIERDE PIJLER DE VIERDE PIJLER VAN DE VLAAMSE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING:
Kwaliteit van bestaan. Ondersteunen..
THESISSEMINARIE 2 VAKGROEP EXPERIMENTEEL-KLINISCHE EN GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE Probleemstelling, methode LES 1; Klinische Psychologie; Universiteit Gent;
Onderzoek in het onderwijs: opvattingen
Hoofdstuk 2 Het onderzoeksonderwerp formuleren en verduidelijken Methoden en technieken van onderzoek, 5e editie, Mark Saunders, Philip Lewis, Adrian.
Workshop Onderzoeksontwerp
Literatuur XL Net even iets verder kijken…. Idee Groepjes van 2 Je schrijft een essay van minimaal 2000 woorden Of je houdt een presentatie van 15 minuten.
TRAINING SOCIALE VAARDIG-HEDEN
Iedereen coach naar Jef Clement.
Ethiek van de informatica in het secundair onderwijs
De evaluatie van een project
22 september 2014 Esther Verhoeven De Kunst van het schrijven.
Korte introductie tot het principe
Conflicten! Lastig of een kans op ontwikkeling?
pret met intervisie: ket-lessen Conferentie BV NT2 24 mei 2014
Sectorwerkstuk 4 mavo Handelingsdeel examenjaar
Communicatiehandvatten Blijf in contact
Intensief lezen Lees de tekst grondig door en duid kernwoorden en/of –zinnen aan. Doe dit zo. Hoe doe je dit? Volg de pijl en dan zie je het symbooltje.
Een werkstuk maken.
ZELF SLEUTELEN! JOB CRAFTING OPDRACHT.
Onderzoek doen een methodische aanpak
Dienstverlening voor integere en geweldloze communicatie Presentatie door R.R. Annema.
Startbijeenkomst ptaak jaar 2
Visie & Strategie.
Heidag FSW Onderzoek H. Schriefers, DCC.
Vragen subsets OM2. Vragen subsets (1)  Hoe verhoudt de opmerking van BSN over niet te snel starten met een ALP-voorstel zich tot de opmerking van de.
Leiden University. The university to discover. Onderzoek Joost N. Kok Leiden Institute of Advanced Computer Science.
Middelen voor je buurtproject 28 maart Sessie 2.
Leerstijlen KOLB SJM.
PSO. Praktisch school onderzoek.
Loopbaan oriëntatie en begeleiding
Loopbaan oriëntatie en begeleiding
Onderzoeksvaardigheden 3
Social work Week 2.
Onderzoeksvaardigheden 3
FONDSENWERVING EN FINANCIERING ALTIJD GELD VOOR EEN GOED IDEE! Marianne Muller, 20 oktober.
Happy new year Goede voornemens.... Waardenlijst Neem de waardenlijst door. Omcirkel de vijf voor jou belangrijkste waarden van de groep waarop je werkt.
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
KOP/MINOR Thema klassenmanagement/ orde in de klas
Professionele nieuwsgierigheid Coaching en gesprekstechnieken
Aandoeningen/ziektes Functies & anatomische eigenschappen Activiteiten en participatie Omgevingsfactoren Persoonlijke factoren InschikkelijkheidIk ben.
KWALITEIT VAN LEVEN IN KANKERONDERZOEK. Wie is KWF Kankerbestrijding ? opgericht in 1949 bestemming Nationaal geschenk Koningin Wilhelmina doel: extra.
Betrouwbare iOverheid en het belang van duurzame toegankelijkheid André Plat – Projectcoördinator duto-DO - Nationaal Archief Erik Saaman– Projectleider.
Spreekbeurt in groep 4.
Hoe maak je een werkstuk? Begin op tijd!!. Kies een leuk onderwerp  Denk aan een hobby, sport, beroep, stad of onderwerp uit een van de lesboeken van.
Jenneke van Veen, voorzitter van het Verbeterprogramma Palliatieve Zorg.
Netwerkmarketing Hoe vindt je nieuwe klanten? In deze training 1.Je 100+ lijst 2.Je dagelijkse bezigheden 3.Verandering van denken.
PLANNING MAKEN Stap één bij projecten. HOE MAAK JE EEN ANALYSE? Wat is het verschil tussen een planning en een plan?
Hoe maak je een presentatie die mensen kan overtuigen van jouw idee.
Blockchaintoepassingen met een publiek belang in Groningen mei 2017
De vraag is je beste vriend
Concrete stappen naar aansprekende woonzorg- en serviceconcepten
Welke leerpunten nemen we mee van de eerste twee jaar?
Wat leren docenten en onderwijsondersteuners online van goede voorbeelden van ICT-gebruik en hoe waarderen ze dit online leren? Gerard Baars
LinkedIn Wat moet ik ermee?.
Toelichting bij ''Backward designing'' uit de kennisbank
Onderwijsmaterialen module: “Ontwerp je eigen eHealthapp.”
Transcript van de presentatie:

 Er is steeds minder geld beschikbaar voor onderzoek in de 1 e geldstroom  Als academische vaardigheid steeds belangrijker  Meer budget: Je kan onderzoek doen wat je zelf interessant vindt  Prestige (VENI, VIDI, VICI)  Meer gefocust op onderzoek / minder onderwijs  Dwingt je om na te denken over onderzoekslijn, relevantie en innovatie

 Er is steeds minder geld beschikbaar voor onderzoek in de 1 e geldstroom  Als academische vaardigheid steeds belangrijker  Meer budget: Je kan onderzoek doen wat je zelf interessant vindt  Prestige (VENI, VIDI, VICI)  Meer gefocust op onderzoek / minder onderwijs  Dwingt je om na te denken over onderzoekslijn, relevantie en innovatie

 Er is steeds minder geld beschikbaar voor onderzoek in de 1 e geldstroom  Als academische vaardigheid steeds belangrijker  Meer budget: Je kan onderzoek doen wat je zelf interessant vindt  Prestige (VENI, VIDI, VICI)  Meer gefocust op onderzoek / minder onderwijs  Dwingt je om na te denken over onderzoekslijn, relevantie en innovatie

 Er is steeds minder geld beschikbaar voor onderzoek in de 1 e geldstroom  Als academische vaardigheid steeds belangrijker  Meer budget: Je kan onderzoek doen wat je zelf interessant vindt  Prestige (VENI, VIDI, VICI)  Meer gefocust op onderzoek / minder onderwijs  Dwingt je om na te denken over onderzoekslijn, relevantie en innovatie

 Er is steeds minder geld beschikbaar voor onderzoek in de 1 e geldstroom  Als academische vaardigheid steeds belangrijker  Meer budget: Je kan onderzoek doen wat je zelf interessant vindt  Prestige (VENI, VIDI, VICI)  Meer gefocust op onderzoek / minder onderwijs  Dwingt je om na te denken over onderzoekslijn, relevantie en innovatie

 Er is steeds minder geld beschikbaar voor onderzoek in de 1 e geldstroom  Als academische vaardigheid steeds belangrijker  Meer budget: Je kan onderzoek doen wat je zelf interessant vindt  Prestige (VENI, VIDI, VICI)  Meer gefocust op onderzoek / minder onderwijs  Dwingt je om na te denken over onderzoekslijn, relevantie en innovatie

 Er is steeds minder geld beschikbaar voor onderzoek in de 1 e geldstroom  Als academische vaardigheid steeds belangrijker  Meer budget: Je kan onderzoek doen wat je zelf interessant vindt  Prestige (VENI, VIDI, VICI)  Meer gefocust op onderzoek / minder onderwijs  Dwingt je om na te denken over onderzoekslijn, relevantie en innovatie

 1 e geldstroom: Intern (direct afkomstig van het ministerie)  bijna niets meer  2 e geldstroom: Zelfstandige publieke organisaties  NWO MaGW  ZonMW  Europese instellingen: ERC  3 e geldstroom: Projectgebonden financiering, vaak van private instellingen / bedrijven (bijv. KWF)  Deze vorm van financiering wordt steeds belangrijker

 1 e geldstroom: Intern (direct afkomstig van het ministerie)  bijna niets meer  2 e geldstroom: Zelfstandige publieke organisaties  NWO MaGW  ZonMW  Europese instellingen: ERC  3 e geldstroom: Projectgebonden financiering, vaak van private instellingen / bedrijven (bijv. KWF)  Deze vorm van financiering wordt steeds belangrijker

 1 e geldstroom: Intern (direct afkomstig van het ministerie)  bijna niets meer  2 e geldstroom: Zelfstandige publieke organisaties  NWO MaGW  ZonMW  Europese instellingen: ERC  3 e geldstroom: Projectgebonden financiering, vaak van private instellingen / bedrijven (bijv. KWF)  Deze vorm van financiering wordt steeds belangrijker

 1 e geldstroom: Intern (direct afkomstig van het ministerie)  bijna niets meer  2 e geldstroom: Zelfstandige publieke organisaties  NWO MaGW  ZonMW  Europese instellingen: ERC  3 e geldstroom: Projectgebonden financiering, vaak van private instellingen / bedrijven (bijv. KWF)  Deze vorm van financiering wordt steeds belangrijker

 Onderzoekstalent (NWO)  Vernieuwingsimpuls (VENI, VIDI, VICI)  1 x per jaar  Programmasubsidies (ZonMw, NWO MaGW)  Mozaiek  beide ouders zijn geboren in een van de doelgroepenlanden, of zowel de kandidaat zelf als minimaal één van de ouders is geboren in een van deze landen.  ERC (Starting grant / Advanced grant)  Fondsen (bijv. KWF)  …. Check subsidiedatabases

 Onderzoekstalent (NWO)  Vernieuwingsimpuls (VENI, VIDI, VICI)  1 x per jaar  Programmasubsidies (ZonMw, NWO MaGW)  Mozaiek  beide ouders zijn geboren in een van de doelgroepenlanden, of zowel de kandidaat zelf als minimaal één van de ouders is geboren in een van deze landen.  ERC (Starting grant / Advanced grant)  Fondsen (bijv. KWF)  …. Check subsidiedatabases

 Onderzoekstalent (NWO)  Vernieuwingsimpuls (VENI, VIDI, VICI)  1 x per jaar  Programmasubsidies (ZonMw, NWO MaGW)  Mozaiek  beide ouders zijn geboren in een van de doelgroepenlanden, of zowel de kandidaat zelf als minimaal één van de ouders is geboren in een van deze landen.  ERC (Starting grant / Advanced grant)  Fondsen (bijv. KWF)  …. Check subsidiedatabases

 Onderzoekstalent (NWO)  Vernieuwingsimpuls (VENI, VIDI, VICI)  1 x per jaar  Programmasubsidies (ZonMw, NWO MaGW)  Mozaiek  beide ouders zijn geboren in een van de doelgroepenlanden, of zowel de kandidaat zelf als minimaal één van de ouders is geboren in een van deze landen.  ERC (Starting grant / Advanced grant)  Fondsen (bijv. KWF)  …. Check subsidiedatabases

 Onderzoekstalent (NWO)  Vernieuwingsimpuls (VENI, VIDI, VICI)  1 x per jaar  Programmasubsidies (ZonMw, NWO MaGW)  Mozaiek  beide ouders zijn geboren in een van de doelgroepenlanden, of zowel de kandidaat zelf als minimaal één van de ouders is geboren in een van deze landen.  ERC (Starting grant / Advanced grant)  Fondsen (bijv. KWF)  …. Check subsidiedatabases

 Onderzoekstalent (NWO)  Vernieuwingsimpuls (VENI, VIDI, VICI)  1 x per jaar  Programmasubsidies (ZonMw, NWO MaGW)  Mozaiek  beide ouders zijn geboren in een van de doelgroepenlanden, of zowel de kandidaat zelf als minimaal één van de ouders is geboren in een van deze landen.  ERC (Starting grant / Advanced grant)  Fondsen (bijv. KWF)  …. Check subsidiedatabases

 Onderzoekstalent (NWO)  Vernieuwingsimpuls (VENI, VIDI, VICI)  1 x per jaar  Programmasubsidies (ZonMw, NWO MaGW)  Mozaiek  beide ouders zijn geboren in een van de doelgroepenlanden, of zowel de kandidaat zelf als minimaal één van de ouders is geboren in een van deze landen.  ERC (Starting grant / Advanced grant)  Fondsen (bijv. KWF)  …. Check subsidiedatabases

 Onderzoekstalent (NWO)  Vernieuwingsimpuls (VENI, VIDI, VICI)  1 x per jaar  Programmasubsidies (ZonMw, NWO MaGW)  Mozaiek  beide ouders zijn geboren in een van de doelgroepenlanden, of zowel de kandidaat zelf als minimaal één van de ouders is geboren in een van deze landen.  ERC (Starting grant / Advanced grant)  Fondsen (bijv. KWF)  …. Check subsidiedatabases

 ontvankelijk verklaard? dan kan het beoordelingsproces van start gaan  referenten wordt gevraagd een beoordelingsrapport te schrijven  de referentencommentaren worden voorgelegd aan de aanvrager, die vervolgens een weerwoord kan opstellen;  de referentencommentaren én het weerwoord worden neergelegd bij de speciaal voor de ronde ingestelde beoordelingscommissie;  Eventueel: interview (bij VI)  deze commissie spreekt een gemotiveerd oordeel uit over de ter tafel liggende aanvragen en stelt daarna een prioriteitsvolgorde op;  Gebiedsbestuur

 ontvankelijk verklaard? dan kan het beoordelingsproces van start gaan  referenten wordt gevraagd een beoordelingsrapport te schrijven  de referentencommentaren worden voorgelegd aan de aanvrager, die vervolgens een weerwoord kan opstellen;  de referentencommentaren én het weerwoord worden neergelegd bij de speciaal voor de ronde ingestelde beoordelingscommissie;  Eventueel: interview (bij VI)  deze commissie spreekt een gemotiveerd oordeel uit over de ter tafel liggende aanvragen en stelt daarna een prioriteitsvolgorde op;  Gebiedsbestuur

 ontvankelijk verklaard? dan kan het beoordelingsproces van start gaan  referenten wordt gevraagd een beoordelingsrapport te schrijven  de referentencommentaren worden voorgelegd aan de aanvrager, die vervolgens een weerwoord kan opstellen;  de referentencommentaren én het weerwoord worden neergelegd bij de speciaal voor de ronde ingestelde beoordelingscommissie;  Eventueel: interview (bij VI)  deze commissie spreekt een gemotiveerd oordeel uit over de ter tafel liggende aanvragen en stelt daarna een prioriteitsvolgorde op;  Gebiedsbestuur

 ontvankelijk verklaard? dan kan het beoordelingsproces van start gaan  referenten wordt gevraagd een beoordelingsrapport te schrijven  de referentencommentaren worden voorgelegd aan de aanvrager, die vervolgens een weerwoord kan opstellen  de referentencommentaren én het weerwoord worden neergelegd bij de speciaal voor de ronde ingestelde beoordelingscommissie;  Eventueel: interview (bij VI)  deze commissie spreekt een gemotiveerd oordeel uit over de ter tafel liggende aanvragen en stelt daarna een prioriteitsvolgorde op;  Gebiedsbestuur

 ontvankelijk verklaard? dan kan het beoordelingsproces van start gaan  referenten wordt gevraagd een beoordelingsrapport te schrijven  de referentencommentaren worden voorgelegd aan de aanvrager, die vervolgens een weerwoord kan opstellen;  de referentencommentaren én het weerwoord worden neergelegd bij de speciaal voor de ronde ingestelde beoordelingscommissie;  Eventueel: interview (bij VI)  deze commissie spreekt een gemotiveerd oordeel uit over de ter tafel liggende aanvragen en stelt daarna een prioriteitsvolgorde op;  Gebiedsbestuur

 ontvankelijk verklaard? dan kan het beoordelingsproces van start gaan  referenten wordt gevraagd een beoordelingsrapport te schrijven  de referentencommentaren worden voorgelegd aan de aanvrager, die vervolgens een weerwoord kan opstellen;  de referentencommentaren én het weerwoord worden neergelegd bij de speciaal voor de ronde ingestelde beoordelingscommissie;  Eventueel: interview (bij VI)  deze commissie spreekt een gemotiveerd oordeel uit over de ter tafel liggende aanvragen en stelt daarna een prioriteitsvolgorde op  Gebiedsbestuur beslist

 Ontwikkelen onderzoeksidee  Selecteren van mogelijke subsidieverstrekker  Netwerk: wie heeft bruikbare expertise?  Schrijven van een onderzoeksvoorstel  Reactie reviewers  Eventueel presenteren van het onderzoeksvoorstel  Omgaan met relatief vaak voorkomende afwijzingen

 Ontwikkelen onderzoeksidee  Selecteren van mogelijke subsidieverstrekker  Netwerk: wie heeft bruikbare expertise?  Schrijven van een onderzoeksvoorstel  Reactie reviewers  Eventueel presenteren van het onderzoeksvoorstel  Omgaan met relatief vaak voorkomende afwijzingen

 Ontwikkelen onderzoeksidee  Selecteren van mogelijke subsidieverstrekker  Netwerk: wie heeft bruikbare expertise?  Schrijven van een onderzoeksvoorstel  Reactie reviewers  Eventueel presenteren van het onderzoeksvoorstel  Omgaan met relatief vaak voorkomende afwijzingen

 Ontwikkelen onderzoeksidee  Selecteren van mogelijke subsidieverstrekker  Netwerk: wie heeft bruikbare expertise?  Schrijven van een onderzoeksvoorstel  Reactie reviewers  Eventueel presenteren van het onderzoeksvoorstel  Omgaan met relatief vaak voorkomende afwijzingen

 Ontwikkelen onderzoeksidee  Selecteren van mogelijke subsidieverstrekker  Netwerk: wie heeft bruikbare expertise?  Schrijven van een onderzoeksvoorstel  Reactie reviewers  Eventueel presenteren van het onderzoeksvoorstel  Omgaan met relatief vaak voorkomende afwijzingen

 Ontwikkelen onderzoeksidee  Selecteren van mogelijke subsidieverstrekker  Netwerk: wie heeft bruikbare expertise?  Schrijven van een onderzoeksvoorstel  Reactie reviewers  Eventueel presenteren van het onderzoeksvoorstel  Omgaan met relatief vaak voorkomende afwijzingen

 Ontwikkelen onderzoeksidee  Selecteren van mogelijke subsidieverstrekker  Netwerk: wie heeft bruikbare expertise?  Schrijven van een onderzoeksvoorstel  Reactie reviewers  Eventueel presenteren van het onderzoeksvoorstel  Omgaan met relatief vaak voorkomende afwijzingen

 Ontwikkelen onderzoeksidee  Selecteren van mogelijke subsidieverstrekker  Netwerk: wie heeft bruikbare expertise?  Schrijven van een onderzoeksvoorstel  Reactie reviewers  Eventueel presenteren van het onderzoeksvoorstel  Omgaan met relatief vaak voorkomende afwijzingen

 Schrijf zowel voor een breed (vakgenoten i.h.a. in inleiding en summary) als specialistisch publiek (in methode sectie)!!!  Neem pakkende titel als het even kan (niet te saai).  In de summary moet je de aandacht van mensen trekken, anders haken ze al voor het lezen van het voorstel af.  Halo effect  Geef vooral aan wat nieuw is aan het onderzoek: wat is er zo speciaal? Waarom moet dit uitgevoerd worden?

 Schrijf zowel voor een breed (vakgenoten i.h.a. in inleiding en summary) als specialistisch publiek (in methode sectie)!!!  Neem pakkende titel als het even kan (niet te saai).  In de summary moet je de aandacht van mensen trekken, anders haken ze al voor het lezen van het voorstel af.  Halo effect  Geef vooral aan wat nieuw is aan het onderzoek: wat is er zo speciaal? Waarom moet dit uitgevoerd worden?

 Schrijf zowel voor een breed (vakgenoten i.h.a. in inleiding en summary) als specialistisch publiek (in methode sectie)!!!  Neem pakkende titel als het even kan (niet te saai).  In de summary moet je de aandacht van mensen trekken, anders haken ze al voor het lezen van het voorstel af.  Halo effect  Geef vooral aan wat nieuw is aan het onderzoek: wat is er zo speciaal? Waarom moet dit uitgevoerd worden?

 Schrijf zowel voor een breed (vakgenoten i.h.a. in inleiding en summary) als specialistisch publiek (in methode sectie)!!!  Neem pakkende titel als het even kan (niet te saai).  In de summary moet je de aandacht van mensen trekken, anders haken ze al voor het lezen van het voorstel af.  Halo effect  Geef vooral aan wat nieuw is aan het onderzoek: wat is er zo speciaal? Waarom moet dit uitgevoerd worden?

 Schrijf zowel voor een breed (vakgenoten i.h.a. in inleiding en summary) als specialistisch publiek (in methode sectie)!!!  Neem pakkende titel als het even kan (niet te saai).  In de summary moet je de aandacht van mensen trekken, anders haken ze al voor het lezen van het voorstel af.  Halo effect  Geef vooral aan wat nieuw is aan het onderzoek: wat is er zo speciaal? Waarom moet dit uitgevoerd worden?

 Probeer het onderzoek theoretisch goed in te kaderen: welk aspect van de theorie ga je onderzoeken?  Beschrijf je onderzoek zo gedetailleerd mogelijk  Geef altijd onderzoeksvragen / hypotheses!! Die mis ik heel vaak in de beoordeelde voorstellen  Zorg er voor dat de deelonderzoeken een logisch geheel vormen

 Probeer het onderzoek theoretisch goed in te kaderen: welk aspect van de theorie ga je onderzoeken?  Beschrijf je onderzoek zo gedetailleerd mogelijk  Geef altijd onderzoeksvragen / hypotheses!! Die mis ik heel vaak in de beoordeelde voorstellen  Zorg er voor dat de deelonderzoeken een logisch geheel vormen

 Probeer het onderzoek theoretisch goed in te kaderen: welk aspect van de theorie ga je onderzoeken?  Beschrijf je onderzoek zo gedetailleerd mogelijk  Geef altijd onderzoeksvragen / hypotheses!! Die mis ik heel vaak in de beoordeelde voorstellen  Zorg er voor dat de deelonderzoeken een logisch geheel vormen

 Probeer het onderzoek theoretisch goed in te kaderen: welk aspect van de theorie ga je onderzoeken?  Beschrijf je onderzoek zo gedetailleerd mogelijk  Geef altijd onderzoeksvragen / hypotheses!! Die mis ik heel vaak in de beoordeelde voorstellen  Zorg er voor dat de deelonderzoeken een logisch geheel vormen

 Probeer het onderzoek theoretisch goed in te kaderen: welk aspect van de theorie ga je onderzoeken?  Beschrijf je onderzoek zo gedetailleerd mogelijk  Geef altijd onderzoeksvragen / hypotheses!! Die mis ik heel vaak in de beoordeelde voorstellen  Zorg er voor dat de deelonderzoeken een logisch geheel vormen

 Wees reviewers voor. Denk niet: misschien valt het niet op….  Leg “specialistische termen” in het begin duidelijk uit.  Niet te veel zijstapjes. Noem alleen theorieën waar je ook daadwerkelijk onderzoek naar doet.  Schroom niet om hulp te vragen van mensen die “succesvolle aanvragers” zijn  Gebruik bij niet-persoonsgebonden subsidies “lijst- duwers”

 Wees reviewers voor. Denk niet: misschien valt het niet op….  Leg “specialistische termen” in het begin duidelijk uit.  Niet te veel zijstapjes. Noem alleen theorieën waar je ook daadwerkelijk onderzoek naar doet.  Schroom niet om hulp te vragen van mensen die “succesvolle aanvragers” zijn  Gebruik bij niet-persoonsgebonden subsidies “lijst- duwers”

 Wees reviewers voor. Denk niet: misschien valt het niet op….  Leg “specialistische termen” in het begin duidelijk uit.  Niet te veel zijstapjes. Noem alleen theorieën waar je ook daadwerkelijk onderzoek naar doet.  Schroom niet om hulp te vragen van mensen die “succesvolle aanvragers” zijn  Gebruik bij niet-persoonsgebonden subsidies “lijst- duwers”

 Wees reviewers voor. Denk niet: misschien valt het niet op….  Leg “specialistische termen” in het begin duidelijk uit.  Niet te veel zijstapjes. Noem alleen theorieën waar je ook daadwerkelijk onderzoek naar doet.  Schroom niet om hulp te vragen van mensen die “succesvolle aanvragers” zijn  Gebruik bij niet-persoonsgebonden subsidies “lijst- duwers”

 Wees reviewers voor. Denk niet: misschien valt het niet op….  Leg “specialistische termen” in het begin duidelijk uit.  Niet te veel zijstapjes. Noem alleen theorieën waar je ook daadwerkelijk onderzoek naar doet.  Schroom niet om hulp te vragen van mensen die “succesvolle aanvragers” zijn  Gebruik bij niet-persoonsgebonden subsidies “lijst- duwers”

 Wees reviewers voor. Denk niet: misschien valt het niet op….  Leg “specialistische termen” in het begin duidelijk uit.  Niet te veel zijstapjes. Noem alleen theorieën waar je ook daadwerkelijk onderzoek naar doet.  Schroom niet om hulp te vragen van mensen die “succesvolle aanvragers” zijn.  Gebruik bij niet-persoonsgebonden subsidies “lijst- duwers”.

 Refereer naar goede journals met hoge Impact Factor, niet te veel naar specialistische journals (met lage IF)  Wees niet te bescheiden over eigen kunnen, maar overdrijf niet.  Geef concrete voorbeelden als iets ingewikkeld is.  Laat de reviewer niet hard nadenken!  Kom snel to-the-point: ga niet al te lange samenvattingen geven van bestaande literatuur. Geef alvast aan wat er niet goed is aan dat onderzoek of wat onduidelijk is.

 Refereer naar goede journals met hoge Impact Factor, niet te veel naar specialistische journals (met lage IF)  Wees niet te bescheiden over eigen kunnen, maar overdrijf niet.  Geef concrete voorbeelden als iets ingewikkeld is.  Laat de reviewer niet hard nadenken!  Kom snel to-the-point: ga niet al te lange samenvattingen geven van bestaande literatuur. Geef alvast aan wat er niet goed is aan dat onderzoek of wat onduidelijk is.

 Refereer naar goede journals met hoge Impact Factor, niet te veel naar specialistische journals (met lage IF).  Wees niet te bescheiden over eigen kunnen, maar overdrijf niet.  Geef concrete voorbeelden als iets ingewikkeld is.  Laat de reviewer niet hard nadenken!  Kom snel to-the-point: ga niet al te lange samenvattingen geven van bestaande literatuur. Geef alvast aan wat er niet goed is aan dat onderzoek of wat onduidelijk is.

 Refereer naar goede journals met hoge Impact Factor, niet te veel naar specialistische journals (met lage IF)  Wees niet te bescheiden over eigen kunnen, maar overdrijf niet.  Geef concrete voorbeelden als iets ingewikkeld is.  Laat de reviewer niet hard nadenken!  Kom snel to-the-point: ga niet al te lange samenvattingen geven van bestaande literatuur. Geef alvast aan wat er niet goed is aan dat onderzoek of wat onduidelijk is.

 Refereer naar goede journals met hoge Impact Factor, niet te veel naar specialistische journals (met lage IF)  Wees niet te bescheiden over eigen kunnen, maar overdrijf niet.  Geef concrete voorbeelden als iets ingewikkeld is.  Laat de reviewer niet hard nadenken!  Kom snel to-the-point: ga niet al te lange samenvattingen geven van bestaande literatuur. Geef alvast aan wat er niet goed is aan dat onderzoek of wat onduidelijk is.

 Werk methode gedetailleerd uit. Dit laat zien dat je erover nagedacht hebt.  Maak de “innovation” concreet, niet iets wat iedereen kan zeggen (bv “adds to the literature”)  Begin op tijd!  Last but not least: Eigenlijk overbodig om te zeggen (maar gebeurt toch nog wel eens), vul alles in op het formulier!!

 Werk methode gedetailleerd uit. Dit laat zien dat je erover nagedacht hebt.  Maak de “innovation” concreet, niet iets wat iedereen kan zeggen (bv “adds to the literature”)  Begin op tijd!  Last but not least: Eigenlijk overbodig om te zeggen (maar gebeurt toch nog wel eens), vul alles in op het formulier!!

 Werk methode gedetailleerd uit. Dit laat zien dat je erover nagedacht hebt.  Maak de “innovation” concreet, niet iets wat iedereen kan zeggen (bv “adds to the literature”)  Begin op tijd!  Last but not least: Eigenlijk overbodig om te zeggen (maar gebeurt toch nog wel eens), vul alles in op het formulier!!

 Werk methode gedetailleerd uit. Dit laat zien dat je erover nagedacht hebt.  Maak de “innovation” concreet, niet iets wat iedereen kan zeggen (bv “adds to the literature”)  Begin op tijd!  Last but not least: Eigenlijk overbodig om te zeggen (maar gebeurt toch nog wel eens), vul alles in op het formulier!!

 Werk methode gedetailleerd uit. Dit laat zien dat je erover nagedacht hebt.  Maak de “innovation” concreet, niet iets wat iedereen kan zeggen (bv “adds to the literature”)  Begin op tijd!  Last but not least: Eigenlijk overbodig om te zeggen (maar gebeurt toch nog wel eens), vul alles in op het formulier!!

 Blijf op de hoogte van de mogelijkheden / veranderingen!  Zoek strategisch naar mogelijke subsidiebronnen

Kennisvalorisatie is het creëren van maatschappelijke en economische waarde op basis van wetenschappelijke kennis en vaardigheden  “Voor de VI ronde van 2012 zal aan iedere onderzoeker die een aanvraag indient gevraagd worden om enkele alinea’s te wijden aan kennisbenutting. Alle VI aanvragen zullen vervolgens, naast de beoordeling op de persoonlijke kwaliteiten van de kandidaat en de kwaliteit van het projectvoorstel, beoordeeld worden op het onderdeel kennisbenutting. Het oordeel kennisbenutting zal 20% uitmaken van het totaaloordeel.”

Kennisvalorisatie is het creëren van maatschappelijke en economische waarde op basis van wetenschappelijke kennis en vaardigheden NWO vraagt van de onderzoeker om na te denken over de mogelijkheden voor kennisbenutting en daar waar dat relevant is om met ideeën te komen over hoe de resultaten van zijn onderzoek door derden kunnen worden gebruikt.

NWO beschouwt onderstaande aspecten van belang voor het beoordelen van kennisbenutting: - Relevantie van de resultaten en/of inzichten uit het onderzoek voor en de bijdrage aan het oplossen van economische, maatschappelijke, culturele, beleidsmatige of technologische uitdagingen - - Doeltreffendheid en haalbaarheid van de voorgestelde aanpak van kennisbenutting met betrekking tot het voorzien in behoefte(n) van derden binnen en buiten de academische sector.

 LET OP:  Het gaat niet om het gebruik van kennis door collega- onderzoekers binnen de eigen wetenschapsdiscipline  wordt al getoetst binnen de bestaande kwaliteitscriteria die gebruikt worden bij het beoordelen van het projectvoorstel.  Gaat om het gebruik van de kennis door derden van een andere discipline of door derden buiten de wetenschap.

Is dit moeilijker voor fundamenteel dan toegepast onderzoek?

Reviewers hebben moeilijke taak: de allerbesten komen er sowieso wel door maar daarna zijn er heel veel ‘gewoon’ goede voorstellen. Waarom moet jouw aanvraag dat schaarse geld krijgen en niet dat andere onderzoek.

 Wees pro-actief  Houdt de actuele financieringsmogelijkheden bij.  Kijk op relevante sites (bijv. NWO, ZonMW)  Abonneer je op nieuws alerts  Maak gebruik van het subsidieportal van de EUR:  aal/  Wees op tijd!  Meer informatie: Jessica de Leeuw (FSW)