Handel en marketing hoofdstuk 9

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wet van de comparatieve kostenverschillen
Advertisements

Transport en Infrastructuur
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Nationale rekening DEEL 1 Productie meten.
De economische positie van EU-landen Crisis in de EU.
Machtige internationale bedrijven
Oerproducent (bijv. de veehouder)
HOOFDSTUK 12 HANDEL EN MARKETING
1.3 globalisering verovert de wereld
Hoofdstuk 11deel 2 handel en marketing
Protectionisme versus Internationale samenwerking
VWO 4: Welvaart Hoofdstuk 1: Vakantie of werken
Internationale Handel
Internationale handel
Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy.
In de vaart der volkeren
§15 Japan, een oude tijger Dichtbevolkt: 130 miljoen inwoners.
Inkomen les 10 Zelftest Inzichtvragen
Europese samenwerking
Internationale handel
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
Dit hoofdstuk is (ook) onderdeel van het
7.3 Kunnen we vrij handelen?
Productiemiddelen H8 B129 – B131 Stan & Boudewijn.
Globalisering H2.
Globalisering H2.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Internationale handel. Wisselkoersen Internationale handel Wisselkoersen Meer handel.
Goedemorgen H3b.
Indonesië.
Indonesië.
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Boek 2: Kopen & Werken Hoofdstuk 7: Markten
Hoofdstuk 2: Wisselkoersen
Hoofdstuk 20 Internationale marketing
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Samenvatting hoofdstuk 4
Goede tijden, slechte tijden
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
Goederen en inkoop H7 Rendement inkoopbeleid Ondernemer detailhandel.
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
Belasting die je moet betalen als je een product invoert.
 Traditionele exportproducten (onbewerkte landbouw- en mijnbouwproducten) worden steeds minder waard.  Men kan minder importeren (ruilvoetverslechtering).
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
Antwoorden herhalingsopgaven
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
D E INVLOED VAN DE INTERNATIONALE HANDEL OP HET BBP.
Economie.
NEDERLAND HANDELSLAND
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
H 1 Specialisatie, vrijhandel, protectionisme
3.1 PRODUCTIE.
Hoofdstuk 7.2 Les 1.
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
H6 Salvatore: International Economics, 10th Edition © 2009 John Wiley & Sons, Inc.
MNO’s = TNO’s = transnationale ondernemingen Productiebedrijven
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Export &import Economie: Buitenland.
Economische kringloop
Nederland en de rest van de wereld
Niet alleen op de wereld
- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

Handel en marketing hoofdstuk 9 De internationale handel in beeld.

Groei wereldhandel De wereldhandel is ook gegroeid doordat de WTO (Wereldhandelsorganisatie) ervoor heeft gezorgd dat wereldwijd de invoerrechten naar beneden werden gebracht. Ook de totstandkoming van de EU heeft een impuls gegeven aan de wereldhandel. (blz 103)

Invoerquote en uitvoerquote (quote betekent aandeel) Hoe belangrijk internationale handel is kun je zien door de waarde van de import en de export van goederen uit te drukken als percentage van het Bruto Binnenlands Product. Het BBP is de waarde van alle goederen en diensten die in een periode in een land worden verdiend. (blz 104)

Formule importquote (invoerquote) Totale invoer goederen x 100% = Totaal BBP (blz 104)

Formule exportquote (uitvoerquote) Totale uitvoer goederen x 100% = Totaal BBP (blz 104)

De betekenis van hoge quoten Hoge quoten betekenen dat er sprake is van een open economie. Er is een intensief handelsverkeer met het buitenland. (blz 104)

Dekkingspercentage De mate waarmee een land vanuit de opbrengst van de uitvoer de invoer kan betalen. De formule dekkingspercentage: uitvoerwaarde x 100% = invoerwaarde (blz 104)

Belangrijkste ontwikkelingen in de internationale handel 1) Toenemende handel in industriële producten. (blz 104) 2) Het grootste deel van de handel vindt plaats tussen geïndustrialiseerde landen. 3) Een toenemende invloed van internationale handel via internet = E-commerce. Zowel b2b, b2c, b2a. (blz 105)

vervolg belangrijkste ontwikkelingen: 4) Groei van de intra-industriële handel. (zie voorbeeld op bladzijde 105). Een land importeert én exporteert producten uit dezelfde sector. Bij inter-industriële handel is er handel tussen twee verschillende sectoren van de economie. 5) Veranderende betekenis van bepaalde landen op de internationale markt. (Deze landen hebben vaak een handelsoverschot.) (blz 104-105)

Het begrip handelsoverschot Een positief saldo op de handelsbalans omdat de uitvoer van goederen hoger is dan de invoer van goederen. (blz 105)

Export vanuit Nederland Exportproducten van Nederland: Machines, groente, fruit, vleesproducten, chemische producten, aardolieproducten en aardgas. Dienstverlening naar buitenland: transport, bankzaken, verzekeringen en toerisme. (blz 106)

Nederland importeert: Importproducten: tarwe, mais, koffie, veevoeder, ruwe aardolie, halffabricaten (papier, ijzer, staal en andere metalen), kleding en machines. (blz 106)

De open economie van Nederland wordt sterk beïnvloed door: De economische ontwikkelingen van de landen waarmee Nederland zaken doet. (bijvoorbeeld Duitsland). De koersen van de andere munten dan de Euro. Dit is vooral van belang voor het zakendoen met landen buiten de EU. (blz 106)

Noodzaak internationale handel De internationale handel is nodig omdat: Niet ieder land in staat is om zelf in haar behoeften te voorzien. Producten in het ene land goedkoper kunnen worden geproduceerd dan in het andere land. Er zijn kostenverschillen. ( blz 106)

Kostenverschillen Door kostenverschillen gaan landen zich specialiseren. Ze specialiseren zich in die industrieën waarbij veel gebruik wordt gemaakt van de productiefactoren die veel in dat land aanwezig zijn. ( Dit kan alleen maar als er handel is tussen landen.) De productiefactoren zijn natuur, kapitaal en arbeid (blz 107)

Andere factoren die de handel beïnvloeden. Naast de verschillen in kosten wordt de handel ook beïnvloed door: Wat mensen mooi, lekker vinden. Door de politiek, geloof, oorlogen e.d. (blz 107)

Absolute en comparatieve kostenverschillen Bij absolute kostenverschillen reken je alleen het verschil in kosten uit in geld. Bij comparatieve kostenverschillen reken je uit welk land het product verhoudingsgewijs het goedkoopst kan maken. (zie bladzijde 108/109)

Niet alleen de kostenverschillen bepalen of er handel komt. Of er gekocht/ verkocht wordt in het buitenland wordt ook bepaald door: - kosten van transport, verzekeringen etc. - koopgedrag van de mensen wordt onder andere beïnvloed door reclame. - wisselkoersen. - overheidsmaatregelen. - gewenst rendement van investeerders (blz 110)