Auteur : Hanne Op de Beeck Made by Hannelore Meeuw De mogelijkheden van Agnew’s General Strain Theory tot het verklaren van geslachts- en leeftijdsverschillen in Vlaamse jeugddelinquentie
• GTS richt zich op directe omgeving van het individu voornaamste bron van strain • 3 specifieke vormen van strain: • Niet in staat positief gewaardeerde doelen te bereiken • Geconfronteerd worden met negatieve stimuli • Verdwijnen van positieve stimuli • Negatieve emotionele toestand => interne druk individu => behoefte corrigerend gedrag => delinquentie optie • GTS => geconceptualiseerd als coping strategie (= manier waarop het individu hoofd tracht te bieden aan de tegenslagen waarmee geconfronteerd • Mechanismen waarmee strain => delinquentie • Chronisch ervaren van strain achterliggende mechanismen in gang zetten of versterken • Iemands sociale leergeschiedenis, sociale banden en dagdagelijks routines => belangrijke rol Inleiding Negatieve emotionele toestand uitlokken
1.GESLACHTS – EN LEEFTIJDSVERSCHILLEN IN DELINQUENTIE • Verklaren gekende patronen van sociale spreiding in delinquentie • Jongens > meisjes • Piek adolescentie • 2 categorieën: • Jongens/ adolescentie andere ervaring van strain • Jongens/ adolescentie verschillen coping strategie 1.1 Jongens en meisjes verschillen in de ervaring van strain • Jongens ervaren meer strain dan meisjes • Jongens ervaren kwalitatief verschillende strain 1.2 Jongens reageren eerder met delinquent gedrag op strain • Jongens: gemakkelijker delinquente coping gedrag, tonen andere emotionele reactie, grotere meer hiërarchisch gestructureerde vriendenkring => directe manier oplossen • Meisjes: kleinere vriendengroepjes => indirecte manier oplossen 1.3 Leeftijd • adolescentie
1.4 Adolescenten ervaren meer strain • Extra gevoelig impulsen omgeving => aversief • Biologische verandering => temporeel verhoogde aversie • Prefrontale cortex 1.5 Adolescenten reageren gemakkelijker met delinquentie op strain • Meer gefocust ‘kort termijn’ – gevolgen van gedrag • Beperkte toegang tot legale coping strategiëen • Leven in publieke wereld 1.6 Toepasbaarheid over verschillende regio’s heen • Verenigde staten, Zuid – Korea, Canada, China, Israël, de Filippijnen en Italië • In Vlaanderen 1 x onderzocht • Veroorzaakt: gevoelens van onbelangrijkheid (bso & tso) “adolescent egocentrism”
2.HYPOTESEN • Delinquent gedrag Vlaamse jongens en meisjes aan ervaring van strain gelinkt • Sociale spreiding delinquent gedrag • Piek adolescentie 3.METHODEN 3.1 Data • Databestand: project ‘ Jongeren in Vlaanderen. Gemeten en geteld’ • Via vragenlijst steekproef 4829 jongeren (1/2 meisjes en jongens)( min 11j – max 21j) 3.2 Operationalisering van de concepten Delinquentie • Feiten: vandalisme, zwartrijden, diefstal, wapenbezit, van huis weglopen, druggebruik, drugverkoop en geweld • Scores => algemene delinquentieschaal gecreëerd ( Cronbach : 0.748) Strain • “welke gebeurtenissen al meegemaakt” • Objectieve strain subjectieve strain • Cronbach.81
3.2.3 Leeftijd & geslacht • 11 – 13 jarigen : pre – adolescenten • 14 – 17 jarigen : adolescenten • Meisjes jongens Analyse • Softwarepakket: Statistical Package for the Social Sciences (SPSS) • Beschrijvende statistieken, die prevalentie van delinquent gedrag in steekproef weergeven • Geslachts- en leeftijdsverschillen in de ervaring van strain nagegaan • 11,1% v/d variantie op algemene delinquentiemaat is op schoolniveau gelegen • Clustering op schoolniveau: Generalized Estimating Equations procedure ( GEE)
4. RESULTATEN 4.1 Geslachts – en leeftijdsverschillen in delinquentie en strain Geslachts – en leeftijdsverschillen in delinquentie Geslachtsverschillen in strain TABEL 1: Geslachts- en leeftijdsverschillen in jeugddelinquentie min.max.gem.SDt Algemeen0211,993,07 Jongen0212,743,58 Meisje0181,252,2517,25*** jaar0181,021, jaar0212,33,2514,17*** ***p<.001 BESLUIT: Jongens en adolescenten over het algemeen meer delinquentie dan meisjes en pre-adolescenten TABEL 2: Verschillen tussen Jongens en Meisjes in het al dan niet meemaken van gebeurtenissen en de evaluatie van meegemaakte gebeurtenissen Meegemaakt (erg, neurtraal of tof) Meegemaakt, neurtraal of tof Meegemaakt, erg % J% MX% J% MX% J% MX Verlies60,9 5,964*11,27,7 17,265** *53,258,7 14,686** * School54,8 18,852***38,032,6 14,957** *30,024,5 18,238** * Familie28,8 1,2715(n.s.)20,920,5,141(n.s.)14,817,56,280* 1.Jongens meer problemen op school dan meisjes 2.Jongens zien negatieve zaken meer als neutraal dan meisjes 3.Jongens ervaren problemen op school als negatief
4.1.3 Leeftijdsverschillen in strain Verband tussen strain en delinquentie • Geen leeftijdsverschil in neutraal evalueren van gebeurtenissen (kolom 2) • Adolescenten schatten hun schoolproblemen negatiever in ( kolom 3) LeegAnalyse 1Analyse 2Analyse 3 Intercept,687***-,437 ***-,696***-,856*** Jongen [ref. meisje],772***,758***,921*** jaar [ref jaar],817***,784***,865*** Familie strain[Ref. geen familie strain],291***,286*** School strain[Ref. geen school strain],463***,675*** Verlies strain[Ref. geen verlies strain],166**,322*** Eenzaamheid -,046(n.s.)-,049(n.s.) Jongen* Verlies strain -,271* * School strain -,281* QIC7224, , ,445127,552 1.Jongens plegen meer delicten dan meisjes 2.Adolescenten plegen meer delicten dan pre- adolescenten 3.Verlies strain blijkt relatief sterk effect op delinquent gedrag meisjes(jongens min.)
5. DISCUSSIE 5.1 Hypothese 1: delinquent gedrag van Vlaamse jongens en meisjes kan gelinkt worden aan strain • Familie strain, school strain, verlies strain delinquent gedrag gelinkt aan Vlaamse meisjes en jongens • Eenzaamheid niet samenhangen met delinquentie • Contact delinquente leeftijdsgenoten sneller delinquente coping strategie 5.2 Hypothesen 2 & 3:Jongens ervaren kwalitatief verschillende strain dan meisjes, adolescenten ervaren meer strain dan pre-adolescenten • Meisjes meer strain ervaren door ziekt, ongeval of overlijden dierbare persoon • Schoolproblemen door jongens en meisjes negatief ervaren (jongens meer geconfronteerd) • Familiale strain minimaal • J & M rapporteren verschillende soorten strain • Adolescenten kwetsbaarder voor strain + schoolproblemen 5.3 Hypothesen 4 & 5: Het verban tussen geslacht en delinquentie en leeftijd en delinquentie wordt gemedieerd en gemodereerd door strain • Leeftijds – en geslachtsverschillen in delinquent gedrag niet verklaard worden door verschillende ervaringen strain • Adolescenten en jongens makkelijker gebruiken delinquente coping strategie als geconfronteerd met strain
• Verlies strain = meisjes school strain = pre – adolescenten • Emperische rezultaten • Op verschillende manieren strain gemeten • Subjectieve strain – ervaring • Probleem verhelpen door repliceren • Periode adolescentie delinquent gedrag eerder als normaal beschouwd • Bij meisjes delinquent gedrag eerders zeldzamer push zijn voordat het tot stand komt • Strain : ‘oorzaak van de oorzaken’ • Band met ouders of/en engagement op school verzwakken • Jongeren motiveren met delinquente vrienden op te trekken 5.4 Beperkingen van het onderzoek & conclusie • Link tussen # gebreutenissen & delinquent gedrag ook vanuit ander theoretisch perspectief • Nadeel: Afwezigheid ‘peers’- domein • Eenzaamheidsheidsvariabele gebrek opvangen • Materiaal jarigen niet gebruiken => zittenblijvers • Theorie eerder niet geschikt • Sterker bij jongeren niet geassocieerd met delinquent gedrag • Verfijning theorie => toepasbaarheid op specifieke subgroepen van daders