LET OP !!! © 2011 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechte-lijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen mogen echter niet voor andere doeleinden worden gebruikt voordat schriftelijke toestemming van de NRR is verkregen.
Basale reanimatie van baby’s en kinderen inclusief de AED 2
Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: - Hoe u een bewusteloos kind benadert. - Hoe u borstcompressies en beademingen uitvoert. - Hoe u een automatische externe defibrillator gebruikt. - Hoe u een bewusteloos kind dat ademt in stabiele zijligging plaatst. - Hoe u een kind dat stikt of dreigt te stikken, helpt. 3
ACHTERGRONDINFORMATIE Bij baby’s en kinderen is een ademhalingsprobleem de meest voorkomende oorzaak van een circulatiestilstand De richtlijnen voor reanimatie van kinderen geldt voor alle kinderen tot de puberteit De richtlijnen zijn niet bedoeld voor pasgeborenen 4
KETEN VAN OVERLEVING 5
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Controleer ademhaling Open luchtweg Geef 5 beademingen Laat 112 bellen (+AED) Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 6
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling LET OP VEILIGHEID Omgeving Hulpverlener Omstanders Slachtoffer Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Controleer ademhaling Open luchtweg Geef 5 beademingen Laat 112 bellen (+AED) Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 7
CONTROLEER BEWUSTZIJN Controleer bewustzijn Controleer ademhaling Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Schud voorzichtig aan de schouders. Vraag: “Gaat het?” Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 8
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling ROEP OM HULP Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 9
OPEN LUCHTWEG EN CONTROLEER ADEMHALING Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen Kijk, luister en voel naar NORMALE ademhaling
OPEN LUCHTWEG EN CONTROLEER ADEMHALING Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Geef 5 beademingen Laat 112 bellen (+AED) Controleer ademhaling Geef 15 compressies Geef 2 beademingen Kijk, luister en voel naar NORMALE ademhaling
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling LAAT 112 BELLEN (+ AED) Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 12
eerst 1 minuut reanimeren LAAT 112 BELLEN (+ AED) Laat de omstander daarna een AED halen indien aanwezig Als u alleen bent, eerst 1 minuut reanimeren 13
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling GEEF 5 BEADEMINGEN Hoofd in neutrale positie Plaats lippen rond de mond en neus Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 14
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling GEEF 5 BEADEMINGEN Kantel het hoofd voorzichtig Plaats lippen rond de mond Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 15
GEEF 15 BORSTCOMPRESSIES Controleer bewustzijn Controleer ademhaling Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 16
GEEF 15 BORSTCOMPRESSIES Controleer bewustzijn Controleer ademhaling Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 17
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling GEEF 2 BEADEMINGEN Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 18
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling GA DOOR MET REANIMEREN Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 15 2 Indien mogelijk: wissel om de 2 minuten van hulpverlener 19
BEL 112 Als u alleen bent, na 1 minuut reanimatie Zeg dat het om een reanimatie bij een baby/kind gaat Ga verder met reanimeren 20
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Geef 2 beademingen 21
Controleer bewustzijn Controleer ademhaling Let op veiligheid Controleer bewustzijn Roep hulp Open luchtweg Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Activeer AED Volg de instructies 22
GEBRUIK VAN DE AED 23
ZET DE AED AAN Sommige AED’s gaan automatisch aan als u de deksel opent. Bij anderen moet u een “aan”-knop indrukken. Er zijn AED’s met en zonder schok-knop 24
Elektroden voor volwassen voor-achter plakken. BEVESTIG ELEKTRODEN OP ONTBLOTE BORSTKAS Gebruik liefst kinderelektroden voor kinderen onder de 8 jaar Anders elektroden voor volwassenen gebruiken. Eenmaal bevestigde elektroden niet meer loshalen. Elektroden voor volwassen voor-achter plakken. 25
VOLG AED-INSTRUCTIES 26
Controleer bewustzijn Controleer bewustzijn Let op veiligheid Let op veiligheid Controleer bewustzijn Controleer bewustzijn Roep hulp Roep hulp Open luchtweg Open luchtweg Controleer ademhaling Controleer ademhaling Laat 112 bellen (+AED) Laat 112 bellen (+AED) Geef 5 beademingen Geef 5 beademingen Geef 15 compressies Activeer AED Geef 2 beademingen Volg de instructies 27
Aanvullende vaardigheden 28
STABIELE ZIJLIGGING Wanneer het kind (weer) normaal ademt, leg in stabiele zijligging. Laat eventuele elektroden zitten! 29
STABIELE ZIJLIGGING 30
VERSTIKKING / VERSLIKKING Beoordeel ernst Milde luchtwegbelemmering (effectieve hoest) Ernstige luchtwegbelemmering (Niet-effectieve hoest) Moedig aan tot hoesten Controleer regelmatig: of de belemmering opgeheven is of de belemmering ernstig wordt Bij bewustzijn 5 slagen op de rug < 1 jaar 5 borstcompressies > 1 jaar 5 buikstoten Bewusteloos Bel 112 Open luchtweg 5 beademingen Start Basale reanimatie 31
VRAGEN ? 32
Bedankt voor uw aandacht