Paralellen tussen zelfbewaking bij het spreken en identificatie van spraaksegmenten door luisteraars Sieb Nooteboom & Hugo Quené UiL OTS 1
2 TOPKOK kopkok velaire sluiting woordselectie: segmentselectie: articulatie: 2
Pouplier & Goldstein (2005) Goldstein et al. (2007) McMillan & Corley (2010) 1.Klankversprekingen combinaties van conflicterende spreekgebaren. 2.Gevolg van simultaan geactiveerde segmenten. 3.Articulatorische ambiguïteit. 4.Gehoord als correcte doelklank of concurrent. 3
TOPKOK opkok alveolaire sluiting velaire sluiting k woordselectie: segmentselectie: articulatie: t 4
Nooteboom & Quené, Fonetiekdag
Vraag: Is zelfbewaking indirect te onderzoeken door versprekingen te laten identificeren? Dat zou twee afhankelijke variabelen opleveren, t.w.: 1.Aantal misidentificaties 2.Reactietijden Versprekingen: articulatorisch ambigu >> perceptief ambigu of onduidelijk. 6
Voorspellingen: 1.Versproken spraakklanken meer misidentificaties en langere reactietijden dan correcte klanken. 2.Niet gedetecteerde versprekingen meer misidentificaties en langere reactietijden dan wél gedetecteerde versprekingen. 3.Laat gedetecteerde versprekingen (bos vot uh..vos bot) meer misidentificaties en langere reactietijden dan vroeg gedetecteerde versprekingen (bo.. vos bot). 7
Materiaal (N&Q 2008). Identiteit van iedere spraakklank bepaald door auditieve transcriptie uit 2008). versprekingencorrecte contrôles niet gedetecteerd 158 vroeg gedetecteerd 80 laat gedetecteerd 53 totaal291 8
Spraakfragmenten: medeklinker plus 40 ms klinker /k / 9
21 luisteraars Identificatie van alle segmenten, zo snel mogelijk, responsie via PC-toetsenbord responsies met reactietijden 10
N = 359 < Misidentificaties van stemhebbendheid zijn niet meegeteld 11
12
Observaties en vragen: 1.Veel versprekingen perceptief onduidelijk, maar veel ook niet. Veel versprekingen zonder conflicterende spraakbewegingen? 2.Misidentificaties t.o.v. auditieve transcriptie zeldzaam. Auditieve transcripties geldig? 3.Vroeg gedetecteerde versprekingen gemiddeld net zo duidelijk als correcte controles. Ontdekt en uitgesproken vóórdat conflict met correcte doelklank optreedt? (Vgl. N&Q, 2008). 4.Vroeg gedetecteerde versprekingen duidelijker dan niet gedetecteerde. Zijn er onder laatste meer gevallen met conflict tussen versproken klank en doelklank? 5.Laat gedetecteerde versprekingen perceptief onduidelijker dan alle andere klassen. Wordt in deze gevallen detectie bevorderd door conflict tussen de twee klanken of door perceptieve onduidelijkheid? 13
14 Mogelijke interpretatie: 1.Klankversprekingen in interne spraak: alles-of-niets vervangingen van één spraakklank door een andere. 2.Als verspreking zeer snel wordt uitgesproken is er nog geen conflict met de correcte doelklank: begin uitspraak verspreking (N&Q, 2008). 3.Zelfbewaking van interne spraak reageert op verschil tussen versproken klank en doelklank (via perceptieve lus of via conflict in productie, N&D&S, 2011): Afbreken van spraak, vroege interrupties. 4.Wanneer versproken klank en doelklank beide geactiveerd zijn, en de uitspraak nog niet is begonnen, wordt activatie van beide naar articulatie gestuurd. Productiegebonden zelfbewaking reageert dan op mate van conflict tussen gelijktijdige spraakbewegingen: Hoe groter conflict hoe meer kans op detectie (en hoe onduidelijker de spraakklank).