BE-GAAP versus IFRS
BE-GAAP versus IFRS 1. Inleiding
Vergelijking jaarrekening: XBRL en IFRS Inleiding De jaarrekening wordt in de Belgische wetgeving (artikel 22 van het KB van 30 januari 2001) omschreven als: “De jaarrekening omvat de balans, de resultatenrekening en de toelichting, deze documenten vormen een geheel.” Van een echte definitie is er dus geen sprake. Sinds 2005 zijn de beursgenoteerde vennootschappen verplicht om hun jaarrekening op te stellen volgens de IFRS-normen. IFRS staat voor International Financial Reporting Standards. De term verwijst naar een coherent geheel van boekhoudregels die internationaal aanvaard en toegepast worden. De jaarrekening van een onderneming moet aan bepaalde vereisten voldoen, zo moet de jaarrekening transparant zijn en een getrouw beeld geven van de economische en financiële situatie van de onderneming. Deze vereisten zijn verschillend onder IFRS en onder de Belgische boekhoudwetgeving. De inhoud van een IFRS-jaarrekening verschilt niet in grote mate van een gewone Belgische jaarrekening. De IFRS-jaarrekening bevat een balans, een resultatenrekening, een toelichting en een sociale balans net zoals de Belgische jaarrekening. Maar daarnaast omvat een IFRS-jaarrekening ook een cash flow statement en een staat van wijzigingen in het eigen vermogen. De boekhoudprincipes die worden toegepast onder IFRS zijn zo veel mogelijk op fair value gebaseerd. Fair value wil zeggen dat de reële waarde van de activa en passiva moeten worden weergegeven op het moment dat de balans wordt opgemaakt. De Belgische boekhoudwetgeving is op een heel ander principe gebaseerd, namelijk het voorzichtigheidsprincipe. Het verschil tussen fair value (IFRS) en het voorzichtigheidsprincipe (Belgische boekhoudwetgeving) is vrij groot. De waarde die in de IFRS-jaarrekening wordt weergegeven is de reële waarde. Hieruit kunnen we afleiden dat de jaarrekening een correcte weergave is van de realiteit. De historische kostprijs, waarop de Belgische jaarrekening is gebaseerd, geeft een veel minder correcte waarde weer. De historische kostprijs is namelijk bijna nooit de huidige kostprijs, en bedrijfseconomische gezien is de historische kostprijs niet echt relevant.
De algemene principes De Belgische jaarrekening De Belgische boekhoudwetgeving kent geen framework. De Belgische algemeen aanvaarde boekhoudprincipes worden bepaald door de boekhoud- en vennootschapswetgeving, en worden aangevuld met de niet-verplicht na te leven adviezen van de Commissie Boekhoudkundige Normen (CBN). De jaarrekening omvat als geheel de balans, de resultatenrekening, de toelichting en de sociale balans. Onder de Belgische boekhoudwetgeving is de belangrijkste vereiste van de jaarrekening dat deze een getrouw beeld geeft van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vennootschap. Bovendien moet de Belgische jaarrekening alle voorzienbare risico’s, kosten en verliezen vermelden. Indien men de exacte waarde niet kan bepalen moet men in de toelichting van de jaarrekening de nodige verduidelijkingen opnemen. De Belgische jaarrekening wordt voornamelijk gestuurd door belastingoverwegingen, het is met andere woorden een fiscale jaarrekening. De meeste Belgische ondernemingen gaan, omwille van fiscale redenen het resultaat van hun jaarrekening proberen te beïnvloeden. Zo worden de waarderingsregels vaak gekozen in functie van de fiscale gevolgen, en dat is niet onlogisch vermits het fiscale resultaat afgeleid wordt uit de jaarrekening. Dit vormt in tegenstelling tot IFRS, een belangrijke hinderpaal voor het presenteren van een jaarrekening die de bedrijfseconomische realiteit moet weergeven. De waardering van de activa gebeurt onder de Belgische boekhoudwetgeving aan de hand van het historisch kostprijsprincipe. Dit wil zeggen dat de prijs die ooit betaald is, in de boekhouding blijft staan. Dit is bedrijfseconomisch in de meeste gevallen niet juist. Ook schenkt de Belgische jaarrekening veel aandacht aan het voorzichtigheidsbeginsel.
De algemene principes IFRS jaarrekening De IFRS jaarrekening bestaat uit een balans, een resultatenrekening, een cash flow statement, een staat van wijzigingen in het eigen vermogen en een toelichting. Voor deze jaarrekening bestaat er geen standaard formaat, en ze is niet verplicht jaarlijks te publiceren volgens de IASB normen. Anders dan bij de Belgische jaarrekening worden de kwaliteitskenmerken voor de IFRS jaarrekening wel gedefinieerd, dit gebeurt in het framework van de IFRS. De 4 belangrijkste kwaliteitskenmerken zijn begrijpbaarheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid. De IFRS jaarrekening zelf bevat bedrijfseconomisch correcte cijfers. De waardering van de goederen gebeurt op twee manieren onder IFRS, namelijk tegen historische kostprijs en tegen reële waarde. Het is de bedoeling in de jaarrekening de bedrijfseconomisch meest correcte waarde weer te geven. Het voorzichtigheidsprincipe komt veel minder aan bod dan in de Belgische jaarrekening, omdat de IFRS jaarrekening in eerste instantie wordt opgesteld voor de investeerders en in bijkomende plaats voor de schuldeisers. De IFRS jaarrekening wordt opgesteld vóór de resultaatverwerking, waardoor enkel de winst van het boekjaar duidelijk wordt, de resultaatverwerking is niet zichtbaar. In de resultatenrekening van een IFRS jaarrekening kunnen de kosten naar aard of naar functie worden ingedeeld. Dit wel zeggen dat ze kunnen ingedeeld worden als bedrijfskosten en –opbrengsten en financiële kosten en opbrengsten (uitzonderlijke kosten en opbrengsten zijn niet toegestaan) of als productiekosten, verkoopkosten, administratieve kosten, …
Inhoud van de jaarrekening De Belgische jaarrekening bestaat uit een balans, een resultatenrekening en een toelichting. De Belgische jaarrekening moet worden opgemaakt volgens een standaard formaat, namelijk het XBRL-formaat. De IFRS jaarrekening bestaat uit een balans, een resultatenrekening, een cash flow statement, een staat van wijzigingen in het eigen vermogen en een toelichting. Voor deze jaarrekening bestaat er geen standaard formaat, de onderneming zal zelf de jaarrekening moeten ontwerpen. Men kan eventueel wel gebruik maken van modeljaarrekeningen die door de onderneming kunnen worden teruggevonden op de website van de Nationale Bank van België http://www.nbb.be/DOC/BA/IFRS/IFRS_Model_2010.pdf
Inleiding In wat volgt gaan de verschilpunten en de gelijkenissen tussen de Belgische jaarrekening en de IFRS jaarrekening besproken. Balans Resultatenrekening Toelichting Sociale balans 7 7
BE-GAAP versus IFRS 2. De balans
De balans
De balans
De balans
De balans
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa De balans Activa Vaste activa Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen op meer dan één jaar
Vorderingen op ten hoogste één jaar De balans Activa Vlottende activa Vorderingen op ten hoogste één jaar Voorraden en bestellingen in uitvoering Geldbeleggingen Liquide middelen Overlopende rekeningen
Inhoud van de rubriek (art. 95) Oprichtingskosten Inhoud van de rubriek (art. 95) Kosten van oprichting en kosten van kapitaalverhoging Kosten bij uitgifte van leningen Herstructureringskosten (art. 58) Belastingen en kosten m.b.t. de inbreng (art. 39) Waardering Aanschaffingswaarde indien niet ten laste genomen in boekjaar Afschrijving over max 5 jaar – kosten bij uitgifte leningen over de looptijd Volledig afschrijven bij stopzetting 15
Oprichtingskosten Aandachtspunten Fictieve VA! Activering indien kosten niet ten laste worden genomen gedurende het boekjaar (art. 58) Herstructureringskosten (toelichting) Activering van herstructureringskosten: subjectiviteit IFRS: begrip oprichtingskosten niet gekend Kosten van oprichting en kapitaalverhoging in mindering van kapitaal Kosten bij uitgifte van leningen in mindering van ontvangen bedrag Overige oprichtingskosten onmiddellijk ten laste van boekjaar Herstructureringskosten/herlokalisatiekosten niet activeren 16
Immateriële vaste activa Inhoud van de rubriek Kosten van onderzoek en ontwikkeling Concessies, octrooien, licenties, know-how, merken en andere gelijkaardige rechten Goodwill Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa Waardering BE-GAAP Aanschaffingswaarde Afschrijvingen voor immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur (kosten onderzoek en ontwikkeling en goodwill over max 5 jaar) Waardeverminderingen voor andere ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding 17
Immateriële vaste activa Aandachtspunten Subjectiviteit waardering! Geen herwaardering mogelijk Soms ook niet uitgedrukte immateriële vaste activa aanwezig Kosten van onderzoek en ontwikkeling 18
Immateriële vaste activa IFRS Onderzoekskosten komen altijd in resultatenrekening, ontwikkelingskosten kunnen onder bepaalde voorwaarden geactiveerd worden. Opstartkosten en reorganisatiekosten worden verplicht opgenomen in de resultatenrekening. Onder IFRS kunnen de oprichtingskosten niet geactiveerd worden, ze moeten onmiddellijk in de kosten worden opgenomen. De oprichtingskosten zullen volgens het IASB waarschijnlijk geen toekomstige opbrengsten genereren, daarom mogen ze niet geactiveerd worden Goodwill wordt niet afgeschreven onder IFRS, omdat de levensduur onbepaald is. Wel volgt er een jaarlijkse impairment test. Dit wil zeggen dat er een test wordt uitgevoerd door de onderneming om na te gaan of de waarde in de boekhouding nog steeds een getrouw beeld geeft van de werkelijke waarde De immateriële vaste activa kunnen onder IFRS geherwaardeerd worden indien er een marktwaarde bestaat in een actieve markt, die hoger ligt dan de boekwaarde. Afschrijven op immateriële vaste activa is mogelijk indien het gaat om activa met een beperkte levensduur, indien dit niet het geval is, kunnen er wel waardeverminderingen geboekt worden op het actief. IAS-normen 23 en 38 zijn van toepassing op deze rubriek 19
Materiële vaste activa Inhoud Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing en soortgelijke rechten Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 20 20
Materiële vaste activa Waardering BE-GAAP De materiële vaste activa worden in de Belgische boekhoudwetgeving onder de activa opgenomen tegen aankoopprijs vermeerderd met de bijkomende kosten. Afschrijvingen voor materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur Herwaarderingen kunnen gebeuren, maar zijn in de Belgische boekhouding eerder uitzonderlijk. afschrijvingen op de materiële vaste activa kunnen op verschillende methodes (meestal lineair of degressief) gebeuren, de Belgische ondernemingen gaan meestal zoeken naar een fiscaal toegelaten en interessante afschrijvingsmethode. Criterium financiële leasing: aankoopoptie op einde van huurtermijn aan maximum percentage 21
Materiële vaste activa IFRS Materiële vaste activa worden onder IFRS opgenomen onder de gelijknamige balansrubriek. De eerste waardering van een materieel vast actief gebeurt tegen aanschaffingswaarde. IAS-normen 16, 17, 23, 40 en 41 Criterium financiële leasing: de overdracht aan de leasingnemer van de quasi- totaliteit van de risico’s en de voordelen inherent aan het actief (substance over form) geen maximumpercentage voor de aankoopoptie 22 22
Materiële vaste activa – IFRS – 1ste waardering Volgende elementen worden mee geactiveerd: Wettelijke honoraria, honoraria van makelaars, invoerrechten en niet terugbetaalbare omzetbelastingen De direct toe te rekenen uitgaven om het actief geschikt te maken voor het beoogde gebruik De geraamde kostprijs van de ontmanteling en verwijdering van het actief en het herstel van het terrein Handelskortingen en andere kortingen worden van de kostprijs afgetrokken
Materiële vaste activa – IFRS – waardering De waardering na de eerste opname kan op twee verschillende manieren gebeuren. Men kan het cost model of het revaluation model volgen. Het cost model wil zeggen dat het materieel vast actief wordt opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de gecumuleerde waardeverminderingen. Het revaluation model wil zeggen dat men de geherwaardeerde actuele waarde neemt als waarde van het materiële vast actief. Volgende elementen moeten onder IFRS in de resultatenrekening worden opgenomen: - Kosten om een nieuwe faciliteit te openen - Kosten om een nieuw product of dienst te introduceren - Kosten om een activiteit uit te voeren - Administratie- en andere algemene overheadkosten Volgende elementen worden onder IFRS als materieel vast actief geactiveerd: - Professionele honoraria - Personeelskosten voor de constructie of aankoop van het actief - Kosten van de voorbereiding van het terrein - Eerste leverings- en afhandelingskosten - Installatiekosten - Netto-kosten voor het testen of het actief naar behoren werkt
Materiële vaste activa – IFRS – waardering Onder IFRS is een systematische herwaardering van de materiële vaste activa mogelijk. Voor waardeverminderingen bestaan er wel gedetailleerde regels. De afschrijvingen zijn gebaseerd op een schema van toekomstige economische voordelen van het actief. Hier kan gekozen worden voor de lineaire methode, de degressieve methode of de methode op basis van verbruikte werkeenheden. Het is de bedoeling de bedrijfseconomisch meest juiste methode te kiezen voor de afschrijvingen van de materiële vaste activa.
Materiële vaste activa – IFRS – voorbeelden Een machine die gebruikt wordt voor speciale bestellingen en maar een bepaald aantal eenheden kan vervaardigen voor ze aan vervanging toe is, zal dus best op basis van het aantal verbruikte werkeenheden worden afgeschreven. Een machine die, daarentegen, dag en nacht in gebruik is en waarvan men weet dat ze ongeveer 5 jaar zal meegaan, gaan we lineair afschrijven. De rekening “terreinen en gebouwen” kan als een illustratie dienen om aan te tonen dat er een waardeverschil kan zijn tussen de materiële vaste activa op de Belgische jaarrekening en op de IFRS jaarrekening. Een stuk bouwgrond aangekocht in 2006 voor een bedrag van €100.000 zal in 2007 op een Belgische jaarrekening waarschijnlijk nog steeds voor €100.000 voorkomen. Onder IFRS zal hier een moeten herwaardering gebeurd zijn. Aangezien in 2007 de waarde van de bouwgronden met ongeveer 8% zijn toegenomen zal dit terrein op de IFRS jaarrekening voor een bedrag van €108.000 voorkomen.
Financiële vaste activa Financiële vaste activa zijn kapitaalgoederen zoals deelnemingen in andere maatschappijen, aandelen en andere financiële vorderingen. Deelnemingen zijn bedoeld om zo mogelijk invloed uit te oefenen in andere bedrijven. Toch worden ook aandelen die langdurig in de onderneming - om strategische redenen - worden aangehouden, zonder de bedoeling of zonder de mogelijkheid om invloed uit te oefenen, ook onder de financiële vaste activa geboekt. Volgens de Belgische boekhoudwetgeving moeten financiële vaste activa in de boekhouding worden gebracht door de aanschaffingswaarde te boeken op de actiefrekening “financiële vaste activa”. Een eventuele waardevermindering of meerwaarde zal berekend worden door de aanschaffingswaarde te vergelijken met de actuele waarde. Men mag slechts tot het boeken van een waardevermindering overgaan in geval de waardevermindering een blijvend karakter heeft. Voor het boeken van een meerwaarde geldt hetzelfde. De financiële vaste activa worden onder IFRS tegen de reële waarde opgenomen op de balans. Deze reële waarde is de marktwaarde van de financiële vaste activa. 29
Waardering BE GAAP Financiële vaste activa Vorderingen aan nominale waarde Deelnemingen, aandelen en vastrentende effecten aan aanschaffingswaarde Bijkomende kosten bij aanschaffing mogen onmiddellijk ten laste genomen worden Waardeverminderingen: Op deelnemingen en aandelen bij duurzame minderwaarde of ontwaarding Op vorderingen bij onzekerheid over betaling op vervaldag Herwaardering mogelijk Aandachtspunten Ook continuïteit dochterondernemingen is belangrijk Geconsolideerde gegevens kunnen meer duiding geven
IFRS Financiële vaste activa Geen onderscheid korte termijn en lange termijn, enkel een verdeling volgens kwalificatie. Waardering volgens kostprijs of reële waarde KT-investeringen: kostprijs of reële waarde LT-investeringen: kostprijs, geherwaardeerde waarde of reële waarde De bijkomende kosten maken deel uit van de aanschaffingsprijs Geen opname tegen conventionele waarde mogelijk IAS-normen 27, 28, 31, 32 en 39 en IFRS 3
Vorderingen op meer dan één jaar Inhoud De vorderingen met een contractuele looptijd van meer dan één jaar (alleen het gedeelte dat nog niet binnen het boekjaar komt te vervallen) A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen
Vorderingen op meer dan één jaar Waardering BE Gaap Vorderingen aan nominale waarde de vlottende activa komen te staan. Vastrentende effecten aan aanschaffingswaarde Waardeverminderingen bij onzekerheid over de betaling op de vervaldag en wanneer de realisatiewaarde op datum van jaarafsluiting lager is dan de boekwaarde Volgens de Belgische wetgeving moeten enkel de uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen worden die betrekking hebben op overheidssubsidies en op gespreide meerwaarden. Onder IFRS moeten zoals vermeld alle belastinglatenties op winsten die waarschijnlijk een belastingvoordeel zullen genieten, worden opgenomen. IFRS IAS/IFRS-normen 17, 32 en 39 Volgens de Belgische wetgeving moeten de vorderingen op meer dan één jaar bij de vlottende activa komen te staan. Aangezien dit bedrijfseconomisch niet de realiteit weergeeft staan deze in de IFRS jaarrekening bij de vaste activa. Op gebied van de uitgestelde belastingen is er wel een verschil tussen IFRS en de Belgische wetgeving. Onder de Belgische wetgeving komen enkel de uitgestelde belastingen voor in jaarrekening, dit op het passief. Onder IFRS komen ook de uitgestelde belastingvorderingen voor op de balans, dit onder de vaste activa. De uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat belastbare winsten beschikbaar zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten.
Voorraden en bestellingen in uitvoering Inhoud Voorraden Bestellingen in uitvoering: Onderhanden werk dat voor rekening van een derde op bestelling wordt uitgevoerd en waarvoor nog geen oplevering is geschied Goederen in bewerking die voor rekening van een derde op bestelling worden gemaakt en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om seriewerk Dienstprestaties die voor rekening van een derde op bestelling worden uitgevoerd en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om een standaardtype van dienstprestaties
Voorraden en bestellingen in uitvoering Waardering Be-Gaap Aanschaffingswaarde of marktwaarde op balansdatum als die lager is Volgens de Belgische boekhoudwetgeving mogen de voorraden gewaardeerd worden volgens drie methodes: LIFO (last in first out), FIFO (first in first out) of het gewogen gemiddelde. Bestellingen in uitvoeringen zijn werken die worden uitgevoerd en goederen die worden geproduceerd op bestelling. Het Belgisch boekhoudrecht voorziet twee verschillende waarderingsmethodes voor deze bestellingen in uitvoering. “percentage of completion method (POC)”. Dit wil zeggen dat de toerekening van de winst naar rato van werkvooruitgang zal gebeuren. “completed contract method (CCM)”. Hier zal de winst worden toegerekend aan de periode waarin de bestelling wordt afgewerkt.
Voorraden en bestellingen in uitvoering Voorbeeld waardering bestellingen in uitvoering Een bedrijf werkt gedurende 2 jaren aan de bouw van een treinstel. De totale vervaardigingsprijs wordt berekend op 100 miljoen EUR, de vermoedelijke verkoopprijs bedraagt 120 miljoen EUR. De werkzaamheden zijn gelijkmatig gespreid over 2 boekjaren. ‘Completed contract method’ Jaar 1: 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 370 Bestellingen in uitvoering 50.000.000 @ 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 50.000.000 Effect in het resultaat = 0 Jaar 2: jaar van oplevering 120 miljoen EUR wordt als omzet geboekt (rek 700, credit) 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 50.000.000 @ 370 Bestellingen in uitvoering 50.000.000 Effect in het resultaat: 20 miljoen EUR winst
Voorraden en bestellingen in uitvoering ‘Percentage of completion method’ Jaar 1: 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 370 Bestellingen in uitvoering 60.000.000 @ 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 60.000.000 Effect in het resultaat = 10 miljoen EUR winst Jaar 2: jaar van oplevering 120 miljoen EUR wordt als omzet geboekt (rek 700, credit) 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 60.000.000 @ 370 Bestellingen in uitvoering 60.000.000 Effect in het resultaat: 10 miljoen EUR winst Bij deze methode is de winst dus gelijkmatig gespreid over de 2 boekjaren
Voorraden en bestellingen in uitvoering Waardering IFRS Onder IFRS wordt voor de waardering van de voorraden en bestellingen in uitvoeringen dit onderdeel van de balans in twee groepen gesplitst. De “voorraden” en de “construction contracts”. Voorraden worden omschreven als actiefbestanddelen: aangehouden voor verkoop binnen de gewone bedrijfsactiviteit, die in productie zijn en nog niet volledig zijn afgewerkt, onder de vorm van grond- en hulpstoffen aanwezig zijn en verwerkt zullen worden binnen het productieproces. We spreken van construction contracts als de onderneming contracten afsluit met andere ondernemingen voor de bouw van activa. de construction contracts wordt toegepast wanneer de onderneming deproductie start na ontvangst van een bestelling en de productie op balansdatum nog niet voltooid is. Voorraden kunnen op twee manieren worden gewaardeerd, de ondernemingen moeten de waarde van de voorraden op beide manieren berekenen, en de laagstewaarde opnemen in de boekhouding. De ene manier is kostprijs, de andere is denetto directe opbrengstwaarde.
Voorraden en bestellingen in uitvoering IFRS verschillen Totale waarde voorraden onder ‘Inventories’, een verdere onderverdeling is niet vereist De waardering steeds op basis van de volledige kosten (zowel directe als indirecte kosten) LIFO is niet toegelaten Bestellingen in uitvoering altijd ‘percentage of completion method’ Enkel integrale kostprijscalculatie (full costing) toegestaan.
Vorderingen op ten hoogste één jaar Inhoud De vorderingen die binnen het jaar vervallen Ook vorderingen met een oorspronkelijk langere looptijd > 1 jaar, maar die in de komende 12 maanden vervallen Opsplitsing in: Handelsvorderingen Overige vorderingen IFRS Net zoals de vorderingen op meer dan één jaar, worden ook de vorderingen op ten hoogste één jaar zowel onder de Belgian GAAP als onder IFRS tegen nominale waarde geboekt. (historische waarde)
Inhoud Geldbeleggingen Eigen aandelen Overige beleggingen Vorderingen op kredietinstellingen en termijndeposito‘s Effecten die niet het kenmerk hebben van financiële vaste activa Aandelen in verbonden ondernemingen of in ondernemingen in deelnemingsverhouding, die zijn verkregen of waarop is ingeschreven met het oog op de wederafstand daarvan of die bestemd zijn om binnen twaalf maanden te worden gerealiseerd.
Waardering Be-Gaap Geldbeleggingen Volgens het Belgisch boekhoudrecht moeten beleggingen die gedaan werden met het oog op korte-termijnrendement, zoals geldbeleggingen, in de boekhouding aan hun aanschaffingswaarde worden gewaardeerd. Men kan die waarde herzien, door een waardevermindering te boeken, maar men kan geldbeleggingen niet herwaarderen. Liquide middelen worden tegen nominale waarde gewaardeerd in de Belgische boekhouding.
Geldbeleggingen IFRS Geen onderscheid tussen financiële activa op korte en op lange termijn Onder de IFRS worden de geldbeleggingen en liquide middelen opgenomen tegen reële waarde (fair value). Dit wil zeggen de marktwaarde. Men zal de minderwaarden en de meerwaarden boeken via de resultatenrekening.
Overlopende rekeningen Inhoud Over te dragen kosten Verkregen opbrengsten Rente begrepen in de nominale waarde van een schuld, verschil tussen aanschaffingswaarde en nominale waarde van een schuld, disconto bij renteloze schulden of schulden tegen een abnormaal lage rente en niet-gelopen rente bij schulden met afbetalingen in termijnen en met renteberekening op het oorspronkelijk bedrag (art. 27bis § 4). IFRS Geen bijzondere bepalingen
Passiva De balans Eigen vermogen Kapitaal Uitgiftepremies Herwaarderingsmeerwaarden Reserves Overgedragen winst/(overgedragen verlies) Kapitaalsubsidies Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief
Passiva Vreemd vermogen Voorzieningen en uitgestelde belastingen De balans Passiva Vreemd vermogen Voorzieningen en uitgestelde belastingen Schulden op meer dan één jaar Schulden op ten hoogste één jaar Overlopende rekeningen
Kapitaal Inhoud Is het eigen vermogen dat door de initiatiefnemer(s) bij oorsprong of bij latere kapitaalverhoging op bestendige wijze aan de onderneming is toegekend door inbreng in natura door inbreng in speciën Het geplaatst kapitaal is het door de aandeelhouders aan de onderneming definitief toegezegde kapitaal (= het onderschreven kapitaal) Het niet-opgevraagde kapitaal is het onderschreven kapitaal dat nog niet in het bezit van de onderneming is. Het bedrag dat op deze post van het passiva staat, is steeds tegen nominale waarde gewaardeerd, zowel onder de Belgische wetgeving als onder IFRS.
Aandachtspunten IFRS Kapitaal Kosten van kapitaalverhoging worden direct afgetrokken van het kapitaal De eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal en de realisatie ervan wordt rechtstreeks ten laste gelegd van het eigen vermogen Vermogensmutatietabel: wijzigingen in het eigen vermogen
Uitgiftepremies Inhoud IFRS Ontstaan indien in het kader van een kapitaalverhoging aandelen uitgegeven worden tegen een hogere prijs dan de nominale waarde (het verschil tussen de uitgifteprijs en de nominale waarde wordt uitgiftepremie genoemd) Dit bedrag mag niet op de rekening “kapitaal” komen te staan, omdat het kapitaal tegen nominale waarde wordt gewaardeerd Ook uitgiftepremies komen tegen werkelijke waarde op de balans van de onderneming te staan, zowel onder de Belgische wetgeving als onder IFRS IFRS Geen afzonderlijke rubriek onder IFRS
Herwaarderingsmeerwaarden Inhoud – Be-Gaap Een herwaarderingsmeerwaarde is een niet-gerealiseerde, expliciet uitgedrukte meerwaarde. Herwaarderingsmeerwaarden zijn een specifiek begrip in de Belgische boekhoudwetgeving. Het is een interne vermogensbron, dit wil zeggen dat er geen enkele geldstroom aan te pas komt. Herwaarderingsmeerwaarden worden geboekt omdat de jaarrekening een correct beeld moet geven van de economische realiteit, en omdat activa soms een grotere waarde hebben dan opgenomen is in de boekhouding. Herwaarderingsmeerwaarden moeten steeds op de passief zijde van de balans worden geboekt, en mogen bij latere minderwaarde worden afgeboekt. Immateriële vaste activa kunnen nooit worden geherwaardeerd. Materiële en financiële vaste activa kunnen worden geherwaardeerd onder bepaalde voorwaarden. Materiële vaste activa en financiële vaste activa mogen worden geherwaardeerd wanneer de waarde van deze activa op een vaststaande en duurzame wijze de boekwaarde overtreft. Wanneer de herwaardering is geboekt op een materieel vast actief met beperkte levensduur moet de geherwaardeerde waarde worden afgeschreven over de vermoedelijke resterende levensduur van het activa.
Herwaarderingsmeerwaarden IFRS Onder IFRS zijn er verschillende mogelijkheden in verband met de herwaarderingen. Herwaarderingen op materiële vaste activa zijn slechts mogelijk indien de onderneming heeft gekozen voor het revaluation model. In dat geval moet er regelmatig een herwaardering plaatsvinden. Een stijging in de waarde van een actief dient direct in het eigen vermogen van de onderneming te worden verwerkt als een herwaarderingsreserve. Voor zover de stijging in waarde een daling in waarde compenseert, dient deze te worden opgenomen in de resultatenrekening. Waardeveranderingen in financiële vaste activa worden onder IFRS gecorrigeerd via de resultatenrekening, en komen niet op de balans.
Reserves Inhoud Door de onderneming via haar werking rechtstreeks gerealiseerde winsten waarover de algemene vergadering beslist heeft ze bestendig binnen de onderneming te houden Wettelijke: 5 % van de jaarlijkse winst tot 10 % van het geplaatst kapitaal Onbeschikbare reserves incl. reserves voor eigen aandelen Belastingvrije reserves Beschikbare reserves Onder IFRS worden de reserves niet opgesplitst en nooit verplicht aan te leggen, zij kunnen dit doen, maar moeten dit niet. Als een vennootschap overgaat tot het aanleggen van reserves, blijven deze ook steeds beschikbaar.
Inhoud – BE-Gaap Kapitaalsubsidies Kapitaalsubsidies die van overheidswege werden verkregen met het oog op investeringen in vaste activa met eigen vermogen, na aftrek van de uitgestelde belastingen op deze subsidies Kapitaalsubsidies worden geboekt op het ogenblik dat ze aan de onderneming worden toegekend, en niet op het ogenblik van betaling. Geleidelijk in resultaat, volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen Volledige afboeking bij realisatie of buitengebruikstelling
Aandachtspunten IFRS (IAS 20) Kapitaalsubsidies Subsidies die losstaan van investeringen in VA worden direct in resultaat genomen IFRS (IAS 20) Kapitaalsubsidies zijn uitgestelde opbrengsten en geen afzonderlijke rubriek van het eigen vermogen Ofwel worden ze afgetrokken van de waarde van het aangekochte actief, ofwel worden ze ondergebracht bij de uitgestelde baten om zo geleidelijk in de resultatenrekening te worden opgenomen. De uitgestelde baten zijn een onderdeel van de passief-zijde van de balans. Het is een deel van de schulden op lange en op korte termijn.
Voorzieningen en uitgestelde belastingen Inhoud - Be-Gaap Deze rubriek omvat de voorzieningen ter dekking van duidelijk omschreven verliezen of kosten die op balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, doch waarvan het bedrag niet vaststaat. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Belastingen Grote herstellings- en onderhoudswerken Overige risico’s en kosten De rubriek omvat eveneens de uitgestelde belastingen. Dit zijn belastingen op meerwaarden, gerealiseerd bij de verkoop van immateriële en materiële vaste activa De rubriek omvat tevens de uitgestelde belasting op kapitaalsubsidies
Voorzieningen en uitgestelde belastingen IFRS De voorwaarde is het bestaan van een verplichting waarvan het bedrag op een betrouwbare wijze beoordeeld kan worden (enger) Geen voorzieningen voor groot onderhoud en herstellingen Voorzieningen voor herstructurering zijn mogelijk indien een gedetailleerd formeel plan werd aangekondigd of de implementatie effectief is aangevat. Tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van activa of passiva geven aanleiding tot uitgestelde belastingen met een passieve (toekomstige belastingschuld) en actieve (toekomstige belastingvordering) belastinglatentie tot gevolg gewaardeerd tegen netto present value waarbij rekening wordt gehouden met de tijdswaarde van het geld.
BE-Gaap: Vreemd vermogen Het vreemd vermogen van een onderneming bestaat uit de verplichtingen en de schulden die een onderneming heeft. BE-Gaap: Onder het Belgisch boekhoudrecht wordt het vreemd vermogen gesplitst in het vreemd vermogen op lange termijn (bijvoorbeeld: obligatieleningen, hypotheken, converteerbare leningen, …) en het vreemd vermogen op korte termijn (bijvoorbeeld: leveranciers, nog te betalen kosten, kortlopend krediet, …). Binnen deze rubrieken wordt er een onderscheid gemaakt tussen de financiële schulden, de handelsschulden en de overige schulden. De schulden worden onder het Belgische boekhoudrecht opgenomen tegen nominale waarde.
Vreemd vermogen IFRS Onder IFRS worden de schulden ook ingedeeld volgens de looptijd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen schulden op meer dan één jaar, en schulden op minder dan één jaar. De handelsschulden op korte en op lange termijn die voorkomen op de balans moeten tegen hun reële waarde vermeld worden De schulden met betrekking tot de financiële leasing komen op de passiva van de balans te staan. De schuld wordt gewaardeerd tegen fair value, dit is de laagste marktconforme waarde. De leasebetalingen worden gesplitst in rente en terugbetaling van de kost zodat er een constante intrestlast wordt erkend op de openstaande schuld. Onder de schulden moeten ook de toegezegde pensioenregelingen worden opgenomen onder IFRS. Dit zijn de verplichtingen van de onderneming om de overeengekomen vergoedingen te verschaffen aan huidige en voormalige werknemers, dikwijls op basis van het loop op het einde van de loopbaan. Het financieringsrisico van deze toegezegde pensioenregelingen ligt ten laste van de onderneming.
Overlopende rekeningen Inhoud Toe te rekenen kosten Over te dragen opbrengsten IFRS Geen specifieke IAS/IFRS-normen
De resultatenrekening
De resultatenrekening
De resultatenrekening
De resultatenrekening
De resultaatbestemming
Inhoud Bedrijfsopbrengsten Omzet Wijzigingen in voorraad goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering (toename +, afname –) Geproduceerde vaste activa Andere bedrijfsopbrengsten Aandachtspunten Verkort schema:bedrijfsopbrengsten zijn facultatieve vermelding – wel brutomarge Grens tussen andere bedrijfsopbrengsten en uitzonderlijke opbrengsten is soms vaag
Bedrijfsopbrengsten Definitie Onder IFRS geldt het toerekeningspincipe. Dit wil zeggen dat alle kosten en opbrengsten moeten worden opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben. De periode waarin de betaling plaatsvindt is hierbij van geen belang. Dit principe komt dus overeen met de Belgische boekhoudwetgeving. Hieruit blijkt dus duidelijk dat het moment van betaling of inning van geen belang is bij de opname van de kosten en opbrengsten in de jaarrekening.
Inhoud Bedrijfskosten Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen Voorzieningen voor risico’s en kosten Andere bedrijfskosten Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten
Bedrijfskosten Voorzieningen voor risico’s en kosten zijn veel beperkter onder IFRS als onder de Belgische boekhoudwetgeving zoals eveneens reeds besproken. De diensten en diverse goederen moeten zowel onder IFRS als onder de Belgische boekhoudwetgeving opgenomen tegen werkelijke waarde. Net zoals de bezoldigingen en sociale lasten. voorraden van de handelsgoederen (zie voorraad en bestellingen in uitvoering) afschrijvingen en waardeverminderingen (zie vast activa) De kosten van schulden worden zowel onder IFRS als onder de Belgische boekhoudwetgeving opgenomen tegen hun werkelijke waarde. De waardeverminderingen op vlottende activa worden rechtstreeks opgenomen in de resultatenrekening. Onder IFRS bestaan de uitzonderlijke kosten/opbrengsten niet. De kosten die onder deze rubriek zouden worden geboekt onder de Belgische boekhoudwetgeving, komen op de rubrieken “bedrijfskosten” en “financiële kosten”. (tenzij in “extreme” omstandigheden)
Opbrengsten Definitie IFRS definieert opbrengsten als de bruto-instroom van economische voordelen die tijdens een periode ontstaan door de uitvoering van de normale bedrijfsactiviteiten van een onderneming, en die leidt tot een toename van het eigen vermogen, zonder dat die toenames verband houden met bijdragen van deelhebbers in het eigen vermogen. Onder IFRS worden volgende elementen opgenomen onder de bedrijfsopbrengsten: => De verkoop van goederen => Het verrichten van diensten => Het gebruik door anderen van activa van de entiteit die rente, royalty’s en dividenden opbrengen De waardering van de opbrengsten gebeurt aan reële waarde. Meestal is deze gelijk aan het nominale (te) ontvangen bedrag, behalve er uitstel van betaling wordt verleend aan de klanten op langere termijn. Op dat ogenblik zal de onderneming rekening moeten houden met de tijdswaarde van het geld en de opbrengsten dan ook op die manier opnemen in de boekhouding. Het verschil tussen de reële waarde en de nominale waarde zal worden opgenomen onder de financiële opbrengsten worden opgenomen. Ook hier wordt duidelijk dat er onder IFRS veel aandacht wordt geschonken aan fair value.
Financiële opbrengsten Inhoud Opbrengsten uit financiële vaste activa Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Onder de financiële opbrengsten worden de opbrengsten uit financiële vaste activa, de opbrengsten uit vlottende activa en de andere financiële opbrengsten opgenomen. Deze worden zowel onder de Belgische boekhoudwetgeving als onder IFRS opgenomen tegen hun werkelijke waarde.
IFRS IFRS 1 : Eerste toepassing van IFRS IFRS 2 : Op aandelen gebaseerde betalingen IFRS 3 : Bedrijfscombinaties IFRS 4 : Verzekeringscontracten IFRS 5 : Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindiging bedrijfsactiviteiten
Cash flow statement 3. Cash flow statement
Cash flow statement - De cash flow statement of het kasstroomoverzicht is een verplicht onderdeel van de jaarrekening onder IFRS. Dit is een onderdeel dat niet bestaat onder de Belgische boekhoudwetgeving. - overzicht van de feitelijke geldstromen die in een organisatie in de loop van een boekjaar binnenkomen en uitgaan. - Het kasstroomoverzicht wordt in drie categorieën onderverdeeld: => De nettokasstromen die betrekking hebben op de bedrijfsactiviteiten. Deze geldstromen bevatten de betalingen aan leveranciers, de betalingen van klanten, uitbetaling van de salarissen, … Met andere woorden alle geldstromen van de bedrijfskosten en bedrijfsopbrengsten. => De nettokasstromen die betrekking hebben op investeringsactiviteiten worden in de tweede categorie van het kasstroomoverzicht opgenomen. => De derde categorie zijn de nettokasstromen die betrekking hebben op de financieringsactiviteiten die voortvloeien uit de wijziging in de omvang en de samenstelling van het ingebrachte kapitaal en de aangegane leningen van de onderneming - Bij het opstellen van een kasstroomoverzicht kan een onderneming kiezen tussen twee manieren van voorstelling. De directe voorstelling is een voorstelling waarbij men de voornaamste groepen van ontvangsten en uitgaven voorstelt. De indirecte voorstelling gaat uit van het resultaat. Dit wordt gecorrigeerd met alle niet-kaskosten.
Staat van wijzigingen in het eigen vermogen 3. Staat Van Wijzigingen eigen vermogen
Staat van wijzigingen in het eigen vermogen de staat van wijziging in het eigen vermogen is een specifieke rubriek van de jaarrekening onder IFRS. Ook deze rubriek komt niet voor in de Belgische boekhoudwetgeving. In deze tabel worden de wijzigingen van de netto-activa van de onderneming vastgesteld De staat van wijzigingen in het eigen vermogen geeft een overzicht van de begintoestand van het kapitaal, de uitgiftepremies en de reserves. alle wijzigingen in het eigen vermogen van het boekjaar worden weergegeven. Deze bevatten: => De uitgifte van aandelen => De kapitaalsverminderingen => De ingekochte eigen aandelen => De dividenden => De winst / verlies van het boekjaar => De winst of verlies die niet in de resultatenrekening worden opgenomen: => Herwaarderingsmeerwaarden op activa => Wisselkoerswijzigingen => Herwaardering van financiële activa
IAS IAS 1 : Presentatie van de jaarrekening IAS 2 : Voorraden IAS 7 : Het kasstroomoverzicht IAS 8 : Nettowinst of verlies over de periode, fundamentele fouten en wijzigingen in grondslagen voor de financiële verslaggeving IAS 10 : Gebeurtenissen na balansdatum IAS 11 : Onderhanden projecten in opdrachten van derden IAS 12 : Winstbelastingen IAS 14 : Gesegmenteerde informatie IAS 16 : Materiële vaste activa IAS 17 : Lease-overeenkomsten IAS 18 : Opbrengsten IAS 19 : Personeelsbeloningen IAS 20 : Administratieve verwerking van overheidssubsidies en informatieverschaffing over overheidssteun IAS 21 : De gevolgen van wisselkoerswijzigingen IAS 23 : Financieringskosten IAS 24 : Informatieverschaffing over verbonden partijen IAS 26 : Administratieve verwerking en verslaggeving door pensioenregelingen IAS 28 : Investeringen in geassocieerde deelnemingen IAS 29 : Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie IAS 30 : Informatieverschaffing in de jaarrekening van banken en soortgelijke financiële instellingen IAS 31 : Belangen in joint ventures IAS 32 : Financiële instrumenten: informatieverschaffing en presentatie IAS 33 : Winst per aandeel IAS 34 : Tussentijdse financiële verslaggeving IAS 36 : Bijzondere waardevermindering van activa IAS 37 : Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa IAS 38 : Immateriële vaste activa IAS 39 : Financiële instrumenten: opname en waardering IAS 40 : Vastgoedbeleggingen IAS 41 : Landbouw
EINDE