Overige spellingregels

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Advertisements

De samengestelde zin.
Grammar Chapter 4 – G4 Meervoud.
De R plaagt de dubbelklank -eer, -eur en -oor je hoort bir: je schrijft beer je hoort dur: je schrijft deur je hoort bor: je schrijft boor.
Spelling Puntkomma 3 vmbo.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
TAALPROBLEMEN ODD ONE OUT.
les 6 - bronnen, structuur
KOMMAGEBRUIK.
Spelling college 3.
Thema 1 Het landje is van ons.
Spelling college 4.
Oefenen>>> Nieuwe spelling 2005 Oefenen>>>
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Het opbouwen van een data base
Voornaamwoorden Enkele opmerkingen over. Enkele opmerkingen over het en dat Voorlopig subject De Coolsingel, het/dat is een brede straat. De Coolsingel,
Leestekens . ? , : ; ! “ ‘.
De dag van het solliciteren Blok 1
Vandaag gaan we werken aan spelling.
Beschouwing – De Laatste Tips
Samenvatting Havo 5.
Les 23 Vak : Nederlands.
Leestekens 5 vwo.
Overige spellingsregels
Koppelteken en weglatingsstreepje
Overige spellingsregels
samenstellingen, aan elkaar of los, trema
Spelling Blok 1 t/m Kader 3.
DAG VAN HET LEREN Hoe komt zo'n taal eigenlijk in je hoofd? door Henk Wolf.
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
HOOFDLETTERS Theorie taalverzorging. Hoofdletters  Begin van de zin  Vandaag gaan we naar buiten.  …Maar alleen als de zin met een letter begint. 
Werkwoordspelling -d of –t?
Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen.
Leesvaardig Examentraining.
Tussenletters in samenstellingen. Spoorboekje 1)Uitleg 2)Zelfstandige opdracht 3)Bespreken Doelen: -Jullie kunnen vertellen wat een samenstelling is.
TAAL BIJ TOETSEN Extra uitleg bij een aantal lastige kwesties.
De tussenklank in samenstellingen spelling
AANEENSCHRIJVEN VAN WOORDEN. Aaneenschrijven  Basisregel: als het bij elkaar hoort, en over één ding gaat, schrijf je het ook aan elkaar, zelfs als het.
S/K/L 1.7 INTERVIEWEN. ONDERWERPREGEL Ik OF je/jij achter de pv stam Iets andersStam+t meervoudHele werkwoord ONDERWERPREGEL enkelvoudStam+-te/-de meervoudStam+-ten/-den.
Hoofdstuk 2 Spelling Hoofdletters. Een zin begint met een hoofdletter. Let op! -Begint de zin met een afkorting of verkort woord dan krijgt het eerste.
KOPPELTEKEN TREMA EN APOSTROF NA-APEN REÜNIE `S AVONDS,
HOTTENTOTTENTENTENTENTOONSTELLING Aan elkaar of los?
SPELLING BLOK Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4.
Werkwoorden vervoegen
Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4
Koppelteken en weglatingsstreepje
De vraag is je beste vriend
Spellingregels G1.
De samengestelde zin.
Regels en uitzonderingen
Spelling Hoofdletters
Lesplanning Eerste 5 minuten: maak de opdracht die je op papier gekregen hebt (leestekens invullen) Daarna: theorie en opdracht bespreken Opdrachten maken.
De tussenklank in samenstellingen
Hoofdletters en leestekens
Hoe schrijf je een recensie?
Hoofdletters en leestekens
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
Hoofdstuk 3 Grammatica en spelling
Tussenletters in samenstellingen
Aan elkaar of los? Schrijven zonder fouten
Les 7 Grammatica 5.1, 5.2 en 5.3.
Spelling Niveau 4.
Spelling Niveau 4.
Grammatica en spelling 4.3 en 4.4
Spelling Niveau 4.
Aflevering 3: Het koppelteken‘-’.
Een brief schrijven.
Spelling.
Hoofdstuk 3 Taalverzorging
Hoofdstuk 4 Taalverzorging
Transcript van de presentatie:

Overige spellingregels Spelling hst. 2 Overige spellingregels

Leestekens Punt: Komma: LET OP! Schrijf afkortingen als ze als woord worden uitgesproken zonder punten! TROS, STER, havo. LET OP! Schrijf maten en gewichten ook zonder punt! km, kg, mg. Komma: Tussen delen van een opsomming Tussen twee persoonsvormen!! (Wat jij daar doet, vind ik heel vreemd) Voor en na aanspreking of tussenwerpsel Bij lange zinnen voor een voegwoord bij bijzin (De docent vindt mij maar vervelend, omdat ik veel praat.)

Leestekens Puntkomma: Dubbele punt: Betekent “en” Bij opsommingen die uit zinnen bestaan Tussen die zinnen die heel erg met elkaar te maken hebben. Dubbele punt: Aankondiging van opsomming Directe rede: Piet zei: “Ik heb honger.” Aankondiging verklaring LET OP!! Geen hoofdletter na dubbele punt, behalve bij directe rede.

Leestekens Aanhalingsteken: Vraagteken: Uitroepteken: Bij een citaat Bij een directe rede LET OP!!! LEESTEKENS ALTIJD BINNEN DE AANHALINGSTEKENS! Andere betekenis dan normaal Vraagteken: Aan het eind van een letterlijk gestelde vraag Uitroepteken: Bij een bevel of uitroep LET OP! Eentje is genoeg!

Leestekens Haakjes: Beletselteken Bij toelichting, uitleg of voorbeeld. Gebruik dit echter niet vaak! Beletselteken Drie puntjes … Als je iets aan het einde van een zin wilt suggereren. Om onvolledige citaten aan te geven.

Hoofdletters Wanneer gebruik je een hoofdletter? Aan het begin van een zin LET OP!  ‘s Morgens ga ik naar school. LET OP BIJ DIRECTE REDE! “Wie goed zijn best doet,” zei Jan,” kan zeker een acht halen.” MAAR: “Ik koop veel platen,” zei Hans. “Laat ik dus ook maar een nieuwe platenspeler kopen.” Bij persoonsnamen: LET OP! Jan van den Hof J. van den Hof de heer Van den Hof Ellen van den Hof-ten Berge mevrouw Van den Hof-ten Berge

Hoofdletters Wanneer gebruik je een hoofdletter? Namen van verenigingen, instellingen en bedrijven: Feyenoord, het Rode Kruis, Mars. Aardrijkskundige namen, namen van merken en historische gebeurtenissen, straten, hemellichamen, gebouwen, feestdagen en titels: Nederland, Zuid-Afrika, Philips, de Tweede Wereldoorlog, Distelstraat, de Grote Beer, de Mariakerk, Kerstmis, Pasen, De ontdekking van de hemel, Gravity.

Hoofdletters Wanneer gebruik je GEEN een hoofdletter? LET OP!! Soortnamen: hamburger, een glas bordeaux Historische periodes: middeleeuwen Afleidingen van feestdagen: kerstvakantie Maanden: april Dagen: vrijdag Jaargetijden: winter Windstreken: zuidwesten Geloven: christendom, islam

Meervouden van ZNW’s Meervoud op –s Meervoud met –en Als je het goed blijft uitspreken: gewoon vast! MAAR ‘s: Bij afkortingen: cd’s, lp’s, cao’s Bij woorden die eindigen op lange klinkers (a,i,o,u,y): bikini’s, panda’s, baby’s LET OP! Etuis, jockeys, cowboys (want geen uitspraakproblemen –en uit andere taal afkomstig) Meervoud met –en Normaal: gewoon vast MAAR: Klinkerweglating: leraar –leraren Medeklinkerverandering: brief – brieven, LET OP! Paragraaf -paragrafen Medeklinkerverdubbeling: rok - rokken

Meervouden van ZNW’s Meervoud met –en Woorden op –ie Belangrijke uitzonderingen! Als een woord eindigt op een onbeklemtoonde –ik,-es of –et, dan verdubbelt de laatste medeklinker NIET!!! Havik –haviken, dreumes – dreumesen, lemmet – lemmeten Woorden op –ie Soms gewoon een –s Directies, kanaries Klemtoon op –ie Meervoud met –ën: industrie – industrieën Klemtoon elders Meervoud met –n en trema: olie - oliën

Meervouden van ZNW’s Meervouden met –s of –en Vreemde meervouden: aardappels & aardappelen zoons & zonen groentes en groenten Vreemde meervouden: Uit het Latijn: Basis – bases (en basissen) Museum – musea (en museums) NIET musea’s Datum – data (en datums) NIET data’s MAAR: medium – media, musicus - musici

Tussenklanken in samengestelde woorden Tussen –s BASIS: je schrijft hem als je hem hoort stationSklok kokSmuts Hoor je hem niet omdat het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint? Vervang dan het tweede deel van de samenstelling door een woord zonder s-klank: stationSstraat want stationSklok personeelSchef want personeelSkamer

Tussenklanken in samengestelde woorden Tussen –N BASIS: als het eerste deel van een samenstelling enkel een meervoud op –en heeft, dan schrijf je de tussen-n paardeNbloem, want paard-paarden MAAR! Geen tussen-n: Eerste deel meervoud op –s (horloge-horloges: dus horlogemaker) Eerste twee meervouden (groente – groenten en groentes: dus groentesoep) Eerste deel geen meervoud: (rijst: dus rijstepap) Eerste deel versterkt een BNW (beregoed, want bere versterkt goed) Eerste deel geen ZNW (spinnewiel, want komt van ww spinnen) Eerste deel verwijst naar iets unieks (maneschijn, want maar 1 maan) Woord wordt niet meer als samenstelling gezien (elleboog, takkewijf)

Verkleinwoorden Korte klanken worden soms lang: Blad – blaadje LET OP! Woorden die op een klinker eindigen: Pyjama – pyjamaatje, café – cafeetje, ski – skietje MAAR! Baby – baby’tje Afkortingen krijgen een apostrof: A4’tje, tv’tje, 6’jes

Aan elkaar of los Aan elkaar: Samenstellingen van twee of drie woorden: Huissleutel, tweedeklascoupe, derdewereldland Getallen tot honderd (in letters) en samenstellingen met honderd en duizend: Vierendertig, vijftienhonderd, zesendertigduizend Voornaamwoordelijke bijwoorden: Waarheen, daarover, eronderdoor, hierentegen

Liggend streepje Koppelteken: Uitspraakproblemen voorkomen: auto-ongeluk, koffie-uurtje (de twee klinkers vormen anders een nieuwe klank) In de naam van getrouwde vrouwen Ellen Janssen-de Vries In woorden met voorvoegsels adjunct, aspirant, ex, interim, niet, non, oud: oud-leraar, adjunct-directeur Voor een hoofdletter: oer-Hollands, pro-Frans Combinatie van titels en beroepen: trainer-coach, minister-president Aardrijkskundige namen of afgeleide woorden: Zuid-Frankrijk, Noord-Hollander Bij letters, cijfers, andere tekens en St of Sint: vwo-student, 20+-kaas, $-teken, Sint-Janskerk In woorden niet anders onoverzichtelijk worden, maar wel bij elkaar horen! Doe-het-zelver, woon-werkverkeer, huis-aan-huisblad

Liggend streepje Weglatingsteken: Zet een streepje op de plek waar een deel van het woord is weggelaten: Voor- en nadelen (want delen is weggelaten) Binnen- en buitenbanden (want banden is weggelaten) Carnavalsfeesten en –optochten (want carnavals is weggelaten) MAAR!! Dure en goekope kleding (WANT GEEN SAMENSTELLING EN DUS GEEN DEEL VAN HET WOORD WEGGELATEN) Ijsberen en bruine beren (want geen DELEN van het woord weg te laten)