De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Grammatica en spelling 4.3 en 4.4

Verwante presentaties


Presentatie over: "Grammatica en spelling 4.3 en 4.4"— Transcript van de presentatie:

1 Grammatica en spelling 4.3 en 4.4
Les 6 Grammatica en spelling 4.3 en 4.4

2 Grammatica 4.3 – aan elkaar of los?
De volgende woorden schrijf je aan elkaar: Samenstellingen: combinaties van twee of meer woorden Rook + worst = rookworst Rook + worst + smaak = rookworstsmaak Woorden die beginnen met er-, hier-, daar- en waar- plus een voorzetsel: erop, hierin, daarmee, waarvan

3 Over getallen: Hele getallen in woorden worden aan elkaar geschreven, met de volgende uitzonderingen: - Na duizend komt een spatie - Woorden als miljoen en miljard staan los 108: honderdacht 2577: twee duizend vijfhonderdzevenenzeventig : zeventien miljoen drieënvijftigduizend negenhonderdtachtig In grote, ronde getallen kunnen cijfers en letters gecombineerd worden: - 40 miljard, 365 miljoen kilometer, 25 miljoen euro/€ 25 miljoen

4 Regels rondom het koppelteken (-)
Je verbindt woorden met een koppelteken als: - Het woord begint met een van de voorvoegsels op bladzijde 193 (oud-burgemeester, niet-roker, ex-scharrel) - De samenstelling bestaat uit twee gelijkwaardige delen (zwart-wit, directeur-eigenaar, journalist-cabaretier) - De samenstelling bestaat uit meer dan twee woorden, waarbij de eerste twee delen gelijkwaardig zijn (woon-werkverkeer, prijs-kwaliteitsverhouding) - De uitspraak anders onduidelijk is (mbo-opleiding, rente-inkomsten, radio-uitzending)

5 Maar ook als: - Een deel van de samenstelling bestaat uit een naam, letters, cijfers, of tekens: kabinet- Rutte, commissie-Jansen, NS-reisinformatie, A4-formaat, - Het woord een samenstelde aardrijkskundige naam of afleiding is: Centraal-Europa, Noord-Hollandse, Nieuw-Zeelander, Oost-Europees. - Ze een vaste combinatie zijn: kant-en-klaarmaaltijden, doe-het-zelfzaak, huis-aan-huisblad, nek-aan-nekrace, kat-en-muisspel Maar wat als er onjuist gebruik is van de spatie? 

6

7

8 Grammatica 4.4 – einde op –e of –en?
Wanneer is het ‘velen’ en wanneer is het ‘vele’? Of beide/beiden? Of alle/allen? Bijvoeglijke naamwoorden die je zelfstandig gebruikt, krijgen alleen een vervoeging met – en als ze op personen slaan. De meeste/meesten dames kijken GTST De meeste/meesten uit onze klas kijken GTST

9 Dus? 1. De haan en de kip hebben beide/beiden een dutje gedaan 2. Beide/beiden schilderijen van Vincent van Gogh, hebben miljoenen opgeleverd 3. De meeste/meesten vogels houden niet van hardstyle 4. De meeste foto’s zijn in kleur afgedrukt, maar sommige/sommigen ook in zwart-wit 5. Frambozen zijn vrolijke vruchtjes. Geen van alle/allen heeft ooit een ochtendhumeur. 6. Enkele/enkelen uit de klas staan gemiddeld een onvoldoende. 7. Dirk en Eva hebben beide/beiden een badpak gekocht.

10 Dus…? 1. De haan en de kip hebben beide/beiden een dutje gedaan 2. Beide/beiden schilderijen van Vincent van Gogh, hebben miljoenen opgeleverd 3. De meeste/meesten vogels houden niet van hardstyle 4. De meeste foto’s zijn in kleur afgedrukt, maar sommige/sommigen ook in zwart-wit 5. Frambozen zijn vrolijke vruchtjes. Geen van alle/allen heeft ooit een ochtendhumeur. 6. Enkele/enkelen uit de klas staan gemiddeld een onvoldoende. 7. Dirk en Eva hebben beide/beiden een badpak gekocht.

11 En nu: huiswerk Grammatica 4.3 en 4.4 (vanaf bladzijde 193) Het moet makkelijk lukken deze opdrachten in de les af te ronden. Als je het klaar hebt, mag je een nakijkboekje komen halen.


Download ppt "Grammatica en spelling 4.3 en 4.4"

Verwante presentaties


Ads door Google