Hiketechnieken Standaard route, kaart en kompas technieken Feb. 2006 Drostengroep Scouting Coevorden
Inleiding 1 feb. 2006 Hiketechnieken. Wat is een hike? Goed, laten we beginnen. Voor mensen die nog nooit met een hike te maken hebben gehad, je moet het je ongeveer zo voorstellen. Elke patrouille of koppel gaat alleen op pad met een routebeschrijving. In die routebeschrijving staat niet zonder meer gegeven hoe ze moeten lopen. Elke kruising of stukken van de route is weergegeven in een soort puzzeltje. Ze gaan dan lopen en hopen dan (met al het fout lopen inbegrepen) op tijd op hun bestemming te zijn. Er zijn vele soorten routebeschrijvingen en we zullen er hier een aantal veelgebruikte methodes beschrijven. Er zijn heel erg veel verschillende soorten tochten. of een tocht de moeite waard is hangt niet alleen van de tocht zelf af, maar ook van jezelf: gebruik je je ogen en oren, maken jullie het zelf gezellig? Let altijd op de veiligheid. Denk aan de verkeersregels als je een tocht per fiets maakt, maar ook als je te voet bent. Blijf altijd met je groepje bij elkaar. 1 feb. 2006 Hiketechnieken.
Hike tips Hiketechnieken feb. 2006 2 . 1. Luister en lees goed. Vooraf worden vaak door de leiding of hikeorganisatie instructies gegeven. 2. Wees goed voorbereid. Zorg vooraf voor alles wat je tijdens de hike nodig kan hebben. 3. Zorg dat je goed uitgerust bent. Een hike is (meestal) een zware krachtinspanning, zeker als je normaal weinig loopt. 4. Eet en drink voldoende. De meeste uitval, zeker op hete dagen, wordt veroorzaakt door een combinatie van het weinig slaap, weinig eten en weinig drinken. 5. Oefen regelmatig de standaard routetechnieken. Je komt ze bijna bij elke hike tegen, standaardtechnieken zoals de stripkaart, fotoroute, oleaat en natuurlijk kaart en kompas. 6. Sta open voor nieuwe technieken. Iemand die een hike maakt zal naast de standaardtechnieken ook vaak andere technieken in de route verwerken. 7. Gebruik de grijze cellen. (Het mag!) Tijdens een hike wordt regelmatig een beroep gedaan op jullie denkvermogen. 8. Overleg en werk samen. Je loopt een hike altijd met meerdere personen, dus kan je maar beter met elkaar de route ontcijferen. 9. Werk zorgvuldig. Een foutje is zo gemaakt. 10. Zorg dat je met plezier loopt. Met stressen en onderlinge irritatie kom je nergens, met een goede sfeer in je groepje loopt het een stuk prettiger en ook het resultaat is beter. Hiketechnieken feb. 2006 2 .
Route technieken 3 feb. 2006 Hiketechnieken. Kruispunten route Bij de kruispuntroute zijn alle kruispunten apart weergegeven in de vorm van een tekeningetje van het kruispunt van boven gezien. In het kruispunt is een pijl getekend. Je komt van de plaats waar het bolletje staat en je moet in de richting van de pijl. Kruispunt- pijltjes route Dit is een variant op de kruispuntroute. Nu is niet het hele kruispunt om de pijl heen getekend, maar zijn de zijwegen deel van de pijl. Ook hier begint de weg waar je vandaan komt met een bolletje en is de weg waar je in moet aangegeven met een pijlpunt Bolletje pijltje route Bolletje-pijltje lijkt op kruispuntroute alleen is er hier om de pijl geen kruipunt getekend. Je ziet dus alleen het bolletje waar je vandaan komt en hoe je moet lopen. Let er bij het lopen wel op dat je de juiste hoek neemt zodat je niet een verkeerde weg neemt. Wat dat betreft is bolletje-pijltje wat riskanter dan een kruispuntroute, maar bolletje-pijltje is natuurlijk wel een iets grotere uitdaging. 3 feb. 2006 Hiketechnieken.
Routetechnieken Hiketechnieken feb. 2006 4. Strippenkaart Een stripkaart is een een verticale lijn met links en rechts horizontale of schuine dwarsstrepen. De verticale lijn is de route die je moet lopen. De dwarsstrepen zijn de wegen waar je niet in moet gaan. Je begint je route beneden aan de verticale lijn, bij het bolletje. Wanneer er dus een streepje aan de rechter kant staat laat je de eerst volgende weg van recht liggen. Dit geldt natuurlijk ook omgekeerd. Blinde kaart Bij een blinde kaart staat er een lijn op schaal die je moet volgen. De zijwegen staan hier aangegeven als streepjes. Meestal gebeurt dat niet. Je moet hier weer van A naar B en de beste manier om dat te doen is als volgt. Verdeel de lijn in een aantal rechte stukken, bepaal dan de afstand van de lijn en loop in de richting van een afslag waar de volgende knik mee overeenkomt. Overige Andere routetechnieken die tegen kunt komen zijn de Knopenroute, de Fotoroute, de Quizroute en de routebeschrijving. Als je niet weet hoe deze routes gaan lees dan goed de tekst aan het begin van de route en denk logisch na over hoe je moet lopen. Hiketechnieken feb. 2006 4.
Kompastechnieken 5 feb. 2006 Hiketechnieken. Het kompas Een kompas is een onmisbaar instrument, omdat je er het noorden mee kunt vinden. De naald van het kompas wijst namelijk altijd naar het noorden. Daarmee kun je de ander windstreken ook vinden. Natuurlijk Noord (N), Oost (O), Zuid (Z), en West (W). maar ook Noord-Oost (NO). Kompas schieten Met het kompas kun je graden schieten zodat je de richting weet waarin je moet lopen. Dit gaat als volgt. Doe het touw om je nek en klap het kompas open. Zorg dat de spiegel ook buiten de kompasdoos is en dat hij onder een hoek van 45o hangt. Ga op het punt staan van waar je moet schieten, dit is vaak een kruising of een herkenbaar punt. Vervolgens stel je het aantal graden in bij het afleespunt. Houd het kompas voor je (zie foto) en kijk door het vizier en tegelijk via de spiegel naar de naald. Nu draai je net zolang tot de rode naald samen valt met de groene streep, of tussen de twee strepen valt. Kijk nogmaals door het vizier en bepaal waar je heen moet. Dit kan in afstanden zijn, een herkenbaar punt of een volgende kruising. 1. Kompashuis 2. Roos 3. Spiegel 4. Naald 5. Vizierrichting 6. Afleespunt 7. Kompasdoos 5 feb. 2006 Hiketechnieken.
Kompastechnieken 6 feb. 2006 Hiketechnieken. Bolletjes route Bij deze routetechniek wordt van elk kruispunt aangegeven in welke windrichting de weg ligt die moet worden ingegaan. Voor de vier hoofdwindstreken (noord, zuid, oost, west) zijn er vier standaard tekens. Door deze tekens te combineren kun je bijvoorbeeld ook een richting als zuid-zuidwest uitbeelden. De gebruikte tekens zijn bolletjes. Je leest de combinatie van bolletjes altijd van onder naar boven. Vectorroute met vaste noord pijl Deze route is een lange lijn met allemaal uitstekende pijlen (zie voorbeeld). Aan een kant van de lijn is een dubbele pijl getekend die aangeeft waar het noorden is. Langs de lijn geven de pijlen aan in welke richting ten opzichte van het noorden moet worden gelopen/gefietst. Het eerste kruispunt is diegene die het dichtst bij de noordpijl is getekend, de rest ligt opvolgorde langs de lijn. De tekening van deze route laat dit alles wat duidelijker zien. Vectorroute met draaiende noordpijl Bij deze route wordt per kruispunt een noordpijl en een routepijl gegeven. De routepijl geeft aan hoe de te lopen weg staat ten opzicht van het noorden. 6 feb. 2006 Hiketechnieken.
Kaarttechnieken 7 feb. 2006 Hiketechnieken. De Kaart Een kaart geeft ons een schat aan informatie over de omgeving waarin we op pad zijn. Maar om al die informatie te kunnen gebruiken moet je natuurlijk wel weten waar je het kunt vinden. Daarom gaan we eerst eens beter naar de kaart kijken. Naast het oriënteren is een kaart ook heel erg handig om exact een plaats aan te geven middels het coördinaten systeem. Schaal Een kaart is een verkleinde weergave van de werkelijkheid. Om te weten hoe groot alles in het echt is staat er op de kaart aangegeven wat de schaal van de kaart is. Kijk eens naar dit plaatje dat van de voorkant van een stafkaart komt. Bijvoorbeeld een kaart heeft een schaal van 1:25000 (spreek uit als één op vijfentwintigduizend). Eén centimeter op de kaart is in het echt 25000 centimeter, oftewel 250 meter. Legenda Een legenda is een overzicht van alle gebruikte tekens. Bestudeer de legenda van de kaarten die worden gebruikt eens goed. Als je de belangrijkste symbolen uit je hoofd kent dan zul je onderweg veel vlotter met de kaart overweg kunnen. 7 feb. 2006 Hiketechnieken.
Kaarttechnieken Hiketechnieken feb. 2006 8 . Ga naar dat ene kruispunt drie dorpen verderop net 100 meter buiten het dorp niet al te ver van de snelweg...." Als je de aanwijzing hierboven zou lezen, zou jij dan weten waar je heen moet? Waarschijnlijk niet. Om elke plaats op de wereld te kunnen aanduiden gebruiken we coördinaten. Coördinaten Het is handig om met een kaarthoekmeter om te kunnen gaan om de coördinaten van een plaats op te zoeken of om na te gaan waar een gegeven coördinaat zich bevindt. Zonder kaarthoekmeter kun je namelijk wel makkelijk zien in welk vierkant de plaats ligt, maar niet wat de coördinaten binnen dat vierkant zijn. Een kaarthoekmeter is een plastic, doorzichtig plaatje dat je op de kaart legt. Op een kaarthoekmeter staan een aantal zaken zoals een liniaal en een gradenboog. Voor deze oefening zijn de twee hoeken het belangrijkste. Er is een hoek voor kaarten met schaal 1:25.000 en een hoek voor 1:50.000. De hoek heeft dezelfde afmetingen als een vierkant op de kaart en de lijnen zijn verdeeld in 100 stukjes. Er staat een streepje om de 2 eenheden. Op de kaart zijn horizontale en verticale lijnen getrokken. Die lijnen liggen in werkelijkheid 1 km. uit elkaar. Hiketechnieken feb. 2006 8 .
Kaarttechnieken 9 feb. 2006 Hiketechnieken. Coördinaten uitzetten Als je nu een punt wilt opzoeken, bijv. 0046-6232 doe je dit als volgt. 1. Zoek het kaart vierkant op, waarin het coördinaat ligt. Dat kaartvierkant heeft als linkergrens de verticale lijn met nummer 00. Het kan zijn dat daar de nog een cijfer voor moet, dat weggelaten is. 2. als ondergrens heeft dat kaartvierkant de horizontale lijn met nummer 62, de eerste twee cijfers na het streepje. Ook hier kan nog een cijfer voor moeten. 3. Waar deze lijnen elkaar kruizen ligt het kaartvierkant waar je naar op zoek bent daar rechtsboven van. Precies op deze punt leg je de grootste hoek die op de kaarthoekmeter staat. 4. Schuif de punt van de hoek zover naar rechts het kaartvierkant in, dat je bij de linkergrens ervan op de horizontale arm van de hoek 46 honderdsten afleest. Dit zijn het derde en vierde cijfer van het coördinaat. 5. Schuif daarna de punt van de hoek zover naar boven dat je bij de ondergrens op de verticale as 32 honderdsten afleest. 6. Zorg dat je de kaarthoekmeter nu niet meer verschuift. De punt van de hoek wijst nu precies naar coördinaat 0046-6232 Hou altijd deze volgorde aan: EERST naar RECHTS, DAN naar BOVEN!! 9 feb. 2006 Hiketechnieken.
Schetsen 10 feb. 2006 Hiketechnieken. Horizonschets Aan de onderkant van een horizonschets teken je een horizontale lijn, de luchtlijn. Boven deze lijn teken je alleen de horizonlijn: de contouren van de gebouwen, bomen en andere voorwerpen die je aan de horizon ziet. Dit is een doorgetrokken, hoekige lijn. Recognografische schets Deze schets is een stapje uitgebreider dan de horizonschets. Het gebied dat in de horizonschets gearceerd wordt vul je nu in met alle 'vaste' landschapselementen. Je tekent alle dingen in die duurzaam in het landschap zijn verankerd. Zo teken je borden, (spoor) wegen, hekken, huizen, bomen enz. Dingen als mensen, dieren en auto's teken je niet, want die zouden over een uurtje wel eens weg kunnen zijn of ergens anders staan. Panoramaschets Bij een panoramaschets vul je de ontbrekende elementen in de recognografische schets in. Alle details worden ingevuld en ook de toevalligheden zoals mensen, dieren en auto's laat je niet weg. Probeer ook de schaduwen aan te geven. Als je van je leiding kleurpotloden of viltstiften hebt meegekregen dan kun je de tekening ook nog inkleuren. 10 feb. 2006 Hiketechnieken.
Tot Slot