Het Cartesiaans Theater Daniel Dennett Het Cartesiaans Theater en de Homunculus
Ik wil mijn vinger optillen Materialisme bewustzijn (= hersengebied) bestuurt het bewegingscentrum besturen de vinger Hoewel het bewustzijn hier een deel van de hersenen is, wordt het bewustzijn net als bij Descartes gezien als een afzonderlijke, het lichaam aansturende instantie.
Vooronderstelling bij “vrije wil als bewuste aansturing” De mens wordt aangestuurd door zijn bewustzijn, dat zich op een bepaalde plaats in de hersenen bevindt en dat op een bepaald moment een beslissing neemt. Dennett: Wie zo denkt, gaat er vanuit dat alle informatie op een bepaalde plaats in onze hersenen samenkomt (het Cartesiaans theater) en dat ons bewustzijn in het theater zit, alles bekijkt, en dan zijn bevelen geeft.
Het bewustzijn in het Cartesiaans theater
Vooronderstelling bij “vrije wil als bewuste aansturing” De mens wordt aangestuurd door zijn bewustzijn, dat zich op een bepaalde plaats in de hersenen bevindt en dat op een bepaald moment een beslissing neemt. Het bewustzijn is zelf eigenlijk ook een klein mensje (een homunculus) dat denkt, ziet, bewegingen uitvoert etc.
Faust maakt een homunculus Homunculus (klein mensje) Term oorspronkelijk uit de alchemie Faust maakt een homunculus
Vooronderstelling bij “vrije wil als bewuste aansturing” De mens wordt aangestuurd door zijn bewustzijn, dat zich op een bepaalde plaats in de hersenen bevindt en dat op een bepaald moment een beslissing neemt. Het bewustzijn is zelf eigenlijk ook een klein mensje (een homunculus) dat denkt, ziet, bewegingen uitvoert etc. Probleem met 2.: Als er voor aansturing een homunculus nodig is, wie stuurt dan de homunculus aan? Dat kan alleen een tweede homunculus zijn. Wie stuurt die weer aan? Een derde etc.
Vooronderstelling bij “vrije wil als bewuste aansturing” De mens wordt aangestuurd door zijn bewustzijn, dat zich op een bepaalde plaats in de hersenen bevindt en dat op een bepaald moment een beslissing neemt. Het bewustzijn is zelf eigenlijk ook een klein mensje (een homunculus) dat denkt, ziet, bewegingen uitvoert etc. Probleem met 2.: Als er voor aansturing een homunculus nodig is, wie stuurt dan de homunculus aan? Dat kan alleen een tweede homunculus zijn. Wie stuurt die weer aan? Een derde etc. Oneindige regressie: aansturing kan op deze manier niet worden verklaard
Vooronderstelling bij “vrije wil als bewuste aansturing” De mens wordt aangestuurd door zijn bewustzijn, dat zich op een bepaalde plaats in de hersenen bevindt en dat op een bepaald moment een beslissing neemt. Het bewustzijn is zelf eigenlijk ook een klein mensje (een homunculus) dat denkt, ziet, bewegingen uitvoert etc. Probleem met 1.: De moderne neurologie toont aan dat er geen centrale plaats in de hersenen is waar alle informatie samenkomt en van waaruit het lichaam wordt aangestuurd. Het bewustzijn is over het hele brein uitgesmeerd, en bewuste processen kosten dan ook tijd.
De moraal: Volgens Dennett geeft onze huidige kennis van de hersenen geen enkele reden om te denken dat bewustzijn een plaats in de hersenen is waar op eenduidige tijdstippen informatie binnenkomt (juist niet zelfs), met andere woorden: er is geen cartesiaans theater. Ook is er geen oneindig klein of zelfs onstoffelijk mannetje in ons hoofd dat op basis van bewuste informatie beslissingen neemt. Jij bent daarentegen het geheel van je hersenen (en niet een onstoffelijk mannetje in de hersenen) en al je mentale vermogens (ook je vrije wil) moet je begrijpen als uitgesmeerd over (hersen)tijd en (hersen)ruimte, zonder dat er een eenduidige plaats is waar informatie bewust wordt en jij beslissingen neemt. Als je dit allemaal klopt moeten we dus concluderen dat Libets onderzoek gebaseerd is op foutieve aannames over het bewustzijn en dat zijn onderzoeksresultaten niet aantonen dat vrije wil als bewuste aansturing verworpen moet worden.