Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE. @mbbvp
Citeren: Citeren: Je neemt letterlijk over. Er zijn twee manieren: De hele zin citeren; de zin die je moet hebben schrijf je woord voor woord over. R16 – R18,”1e + 2e woord … laatste twee woorden.”
Lees de vraag goed, welk deel moet je citeren??? Citeer een woord 1 woord. Citeer een woordgroep een paar woorden die bij elkaar horen. Citeer een zin een zin gaat van hoofdletter tot punt. Citeer een zinsdeel slechts een deel van de zin(bijv. Een halve). Citeer een regel een regel loopt van links naar rechts op het blaadje.
Wat is het onderwerp van de tekst? Het onderwerp van de tekst, geeft aan waar de tekst over gaat in 1 woord of in een paar woorden. Vaak vind je het onderwerp terug in de inleiding (1e en 2e alinea), de titel en de tussenkopjes.
Wat is de hoofdgedachte van de tekst? De hoofdgedachte van de tekst, formuleer je in een zin. De hoofdgedachte vat samen waar de tekst over gaat, waarbij de bedoeling van de schrijver naar voren komt. Vaak vind je de hoofdgedachte in de inleiding (1e en 2e alinea) of het slot.
Hoe beantwoord je een open vraag? Lees de vraag. Ga terug naar de tekst en herlees het stukje waar de vraag over gaat. Probeer het antwoord van de vraag uit de tekst te halen. Let goed op als er een maximum aantal woorden in de vraag staat.
Hoe beantwoord je een meerkeuze vraag? Lees de vraag. Ga terug naar de tekst en herlees het stukje waar de vraag over gaat. Bekijk de antwoorden en streep de foute antwoorden weg.
Handigheid bij wegstrepen: Voorbeeld: 1 antwoord is eigenlijk onzin. Een verleidingsantwoord; het gaat wel over het onderwerp, maar niet over de vraag. Een verleidingsantwoord; het geeft slechts een deel van het antwoord, maar is niet volledig. Het juiste antwoord.
De antwoorden bij meerkeuzevragen staan op alfabet. Wat is de belangrijkste functie van de alinea_s 1 en 2? De tekst inleiden door : A het geven van een historisch overzicht van het onderwerp H B het geven van een korte samenvatting van de hele tekst K C het geven van voorbeelden bij het onderwerp van de tekst V D het noemen van de directe aanleiding voor het schrijven van de tekst N*