Het belang van een diploma op de arbeidsmarkt – L’importance du diplôme sur le marché du travail Une contribution à partir de la monographie « Scolarité et emploi », ESE 2001. Promoteurs : Peter van der Hallen (KU Leuven) et Pierre Desmarez (ULB) Eclairer l’impact du diplôme sur les positions occupées sur le marché du travail, à partir de ESE 2001 - Niveau d’instruction de la population - Niveau d’instruction de la population et marché du travail
Niveau d’instruction de la population en 2001 Quel est le niveau d’instruction de la population en 2001? Diplôme du primaire : une localisation différenciée entre communes belges? Diplôme de l’enseignement secondaire supérieur : un même diplôme pour les hommes et les femmes?
Quel est le niveau d’instruction de la population en 2001? Graphique : Niveau d’instruction en 2001, selon l’âge
Quel est le niveau d’instruction de la population en 2001? Graphique : Niveau d’instruction en 2001, comparaison hommes / femmes pour quelques classes d’âge
Quel est le niveau d’instruction de la population en 2001? Graphique : Niveau d’instruction en 1991/ Niveau d’instruction en 2001
Diplôme du primaire : une localisation différenciée entre communes belges? Carte 1 : Taux de diplômés du primaire, parmi les 25 – 34 ans Commentaire Dia 3:
Diplôme du primaire : une localisation différenciée entre communes belges? Carte 1 : Taux de diplômés du primaire, parmi les 35 – 64 ans Commentaire Dia 4:
Diplôme de l’enseignement secondaire supérieur : un même diplôme pour les hommes et les femmes? Graphique : Répartition entre les filières d’enseignement, pour les diplômé(e)s du secondaire supérieur Femmes Hommes
Diplôme de l’enseignement secondaire supérieur : un même diplôme pour les hommes et les femmes? Graphique : Répartition entre les filières d’enseignement, pour les diplômé(e)s du secondaire supérieur - Femmes
Diplôme de l’enseignement secondaire supérieur : un même diplôme pour les hommes et les femmes? Graphique : Répartition entre les filières d’enseignement, pour les diplômé(e)s du secondaire supérieur - Hommes
Diplôme de l’enseignement secondaire supérieur : un même diplôme pour les hommes et les femmes? Graphique : Répartition entre domaines d’étude, pour les diplômé(e)s de la filière professionnelle (secondaire supérieur) Femmes Hommes
Diplôme de l’enseignement secondaire supérieur : un même diplôme pour les hommes et les femmes? Graphique : Répartition entre domaines d’étude, pour les diplômé(e)s de la filière professionnelle - Femmes
Diplôme de l’enseignement secondaire supérieur : un même diplôme pour les hommes et les femmes? Graphique : Répartition entre domaines d’étude, pour les diplômé(e)s de la filière professionnelle - Hommes
Arbeidsmarkt en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Bevolking op arbeidsleeftijd: kenmerken Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau Kwaliteitsonderzoek
Bevolking op arbeidsleeftijd: kenmerken Situatie anno 2001 Vergelijking met 1991 Arbeidsmarktpositie naar geslacht Arbeidsmarktpositie naar leeftijd Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau
1. Bevolking op arbeidsleeftijd: kenmerken Figuur 1: Bevolking naar leeftijd en arbeidsmarktpositie (België; 2001) Werkend 3 924 299 38% Werkzoekend 471 457 Blanco 209 640 2% Restcategorie 109 234 1% Inactief 1 675 758 16% 5% Bevolking 10 296 350 100% 0-17 jaar 2 162 188 21% 65+ 1 744 344 17% 18-64 jaar 6 389 818 62% Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
38% van totale bevolking werkt 1. Bevolking op arbeidsleeftijd: kenmerken Vaststellingen 2001: 38% van totale bevolking werkt sociaal-economische druk op de werkenden in de maatschappij 1 burger op 20 zoekt werk Redelijk hoog cijfer, maar afhankelijk van definitie
2 miljoen niet-beroepsactieven 1. Bevolking op arbeidsleeftijd: kenmerken Situatie in 1991: 3,6 miljoen werkenden 486600 werkzoekenden 2 miljoen niet-beroepsactieven Quasi gelijkblijvende beroepsbevolking Lichte verbetering: minder werkzoekenden en minder niet-beroepsactieven
1. Bevolking op arbeidsleeftijd: kenmerken Figuur 2: Arbeidsmarktpositie naar geslacht (18-64 jaar) (België; 2001) Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
1. Bevolking op arbeidsleeftijd: kenmerken Figuur 3: Arbeidsmarktpositie naar leeftijd (18-64 jaar) (België; 2001) Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
1. Bevolking op arbeidsleeftijd: kenmerken Figuur 4: Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau (25-64 jaar) (België; 2001) Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
2. Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau Werkenden: werkzaamheidsgraad en jobkenmerken Werkzoekenden: werkloosheidsgraad Niet-beroepsactieven: stille arbeidsreserve
2. Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau Figuur 5: Werkzaamheidsgraad (25-64 jaar) naar onderwijsniveau en geslacht (België; 2001) Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
2. Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau Figuur 6: Werkenden (25-64 jaar) naar beroepsstatuut en onderwijsniveau (België; 2001) Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
2. Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau Figuur 7: Werknemers (25-64 jaar) naar contracttype van het hoofdberoep en onderwijsniveau (België; 2001) Vast werk Bepaalde duur Uitzendkracht Andere Niet ingevuld Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
2. Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau Figuur 8: Werkloosheidsgraad naar onderwijsniveau en geslacht (25-64 jaar) (België; 2001) Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
2. Arbeidsmarktpositie naar onderwijsniveau Figuur 9: De niet-beroepsactieven naar onderwijsniveau en geslacht (25-64 jaar) (België; 2001) Bron: NIS SEE 2001 (Bewerking Steunpunt WAV)
3. Kwaliteitsonderzoek: vergelijking met EAK Werkzoekenden en niet-beroepsactieven: communicerende vaten Niet-beroepsactieven: redelijk aandeel ‘diploma niet ingevuld’ voornamelijk laaggeschoolden
Conclusion / conclusie Renouvellement de la structure de la population active en terme de diplôme entre 1991 et 2001 (du fait de l’allongement de la scolarité et du remplacement de la population aux âges extrêmes) La population sans diplôme ou diplômée uniquement du primaire se raréfie dans les classes d’âge jeunes en 2001 Maar… anno 2001 laaggeschoolden nog steeds: - hogere werkloosheidsgraad - hogere niet-beroepsactiviteit - lagere werkzaamheidsgraad - minder gunstige arbeidsvoorwaarden