Zelf een halfreactie opstellen Blz. 121 Niet in binas tabel 48 Zelf een halfreactie opstellen Blz. 121
Stappenplan bij het zelf opstellen van een halfreactie. (zie blz. 121) Noteer de gegeven deeltjes voor en na de pijl 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O. (extra stap bij schema blz. 121) 3 Breng H- en O-atomen in balans: Zuur milieu: Geen OH- ( Voor en na de pijl mogen H+ of H2O voorkomen) Basisch milieu: Geen H+ (Voor en na de pijl mogen OH- of H2O voorkomen) Neutraal milieu: voor de pijl alleen H2O (na de pijl mogen H+ of OH_ ontstaan) 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
"Bepaalde bacteriën zetten elementaire zwavel (S) om in sulfaationen.“ stappenplan voorbeeld 1: "Bepaalde bacteriën zetten elementaire zwavel (S) om in sulfaationen.“ (voor de geïnteresseerde, dit is chemosynthese) 1 Noteer de deeltjes 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
stappenplan voorbeeld 1: "Bepaalde bacteriën zetten elementaire zwavel (S) om in sulfaationen." 1 Noteer de deeltjes S → SO42– 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
stappenplan voorbeeld 1: "Bepaalde bacteriën zetten elementaire zwavel (S) om in sulfaationen." 1 Noteer de deeltjes S → SO42– 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O het aantal S-atomen is al goed 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
stappenplan voorbeeld 1: "Bepaalde bacteriën zetten elementaire zwavel (S) om in sulfaationen." 1 Noteer de deeltjes S → SO42– 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O het aantal S-atomen is al goed 3 H- en O-atomen in balans links vier O tekort, neutraal milieu: S + 4 H2O → SO42– + 8 H+ 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
stappenplan voorbeeld 1: "Bepaalde bacteriën zetten elementaire zwavel (S) om in sulfaationen." 1 Noteer de deeltjes S → SO42– 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O het aantal S-atomen is al goed 3 H- en O-atomen in balans links vier O tekort, neutraal milieu: S + 4 H2O → SO42– + 8 H+ 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk. S + 4 H2O → SO42– + 8 H+ + 6 e– 0 + 0 = 2 – + 8+ + 6 –
Stappenplan Voorbeeld 2 "In een NiCad batterij wordt aan een van de twee elektroden nikkel(III)oxide in een basisch elektrolyt omgezet in nikkel(II)hydroxide." 1 Noteer de deeltjes 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Stappenplan Voorbeeld 2 "In een NiCad batterij wordt aan een van de twee elektroden nikkel(III)oxide in een basisch elektrolyt omgezet in nikkel(II)hydroxide." 1 Noteer de deeltjes Ni2O3 → Ni(OH)2 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Stappenplan Voorbeeld 2 "In een NiCad batterij wordt aan een van de twee elektroden nikkel(III)oxide in een basisch elektrolyt omgezet in nikkel(II)hydroxide." 1 Noteer de deeltjes Ni2O3 → Ni(OH)2 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O Ni2O3 → 2 Ni(OH)2 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Stappenplan Voorbeeld 2 "In een NiCad batterij wordt aan een van de twee elektroden nikkel(III)oxide in een basisch elektrolyt omgezet in nikkel(II)hydroxide." 1 Noteer de deeltjes Ni2O3 → Ni(OH)2 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O Ni2O3 → 2 Ni(OH)2 3 H- en O-atomen in balans (voor de pijl te weinig H-atomen: kloppend maken met H2O, dan O-atomen met OH-) Ni2O3 + 2 H2O → 2 Ni(OH)2 Ni2O3 + 3 H2O → 2 Ni(OH)2 + 2 OH– 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Stappenplan Voorbeeld 2 "In een NiCad batterij wordt aan een van de twee elektroden nikkel(III)oxide in een basisch elektrolyt omgezet in nikkel(II)hydroxide." 1 Noteer de deeltjes Ni2O3 → Ni(OH)2 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O Ni2O3 → 2 Ni(OH)2 3 H- en O-atomen in balans Ni2O3 + 2 H2O → 2 Ni(OH)2 Ni2O3 + 3 H2O → 2 Ni(OH)2 + 2 OH– 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk. Ni2O3 + 3 H2O + 2 e– → 2 Ni(OH)2 + 2 OH– 0 + 0 + 2 – = 0 2 –
Stappenplan Voorbeeld 3 Als warm, geconcentreerd zwavelzuur aan amino-ethaanzuur (C2H5O2N) wordt toegevoegd, treedt een redoxreactie op. Bij deze reactie ontstaan CO2, SO2, NH4+ en H2O. Geef van deze redoxreactie de vergelijkingen van de halfreacties en leid daaruit de vergelijking van de totale reactie af. 1 Noteer de deeltjes 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Stappenplan Voorbeeld 3: Let op: hier worden twee halfreacties beschreven! Herken je er één? Zie onderaan tb 48 5e pijltje Als warm, geconcentreerd zwavelzuur aan amino-ethaanzuur (C2H5O2N) wordt toegevoegd, treedt een redoxreactie op. Bij deze reactie ontstaan CO2, SO2, NH4+ en H2O. Geef van deze redoxreactie de vergelijkingen van de halfreacties en leid daaruit de vergelijking van de totale reactie af. 1 Noteer de deeltjes 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Voorbeeld 3 De halfreactie van zwavelzuur: zie binastabel 48. onderaan: H2SO4(ℓ) + 2 H+ + 2 e– → SO2(g) + 2 H2O Als warm, geconcentreerd zwavelzuur aan amino-ethaanzuur (C2H5O2N) wordt toegevoegd, treedt een redoxreactie op. Bij deze reactie ontstaan CO2, SO2, NH4+ en H2O. Geef van deze redoxreactie de vergelijkingen van de halfreacties en leid daaruit de vergelijking van de totale reactie af. 1 Noteer de deeltjes Welke deeltjes hou je over voor de tweede halfreactie? 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Voorbeeld 3 H2SO4(ℓ) + 2 H+ + 2 e– → SO2(g) + 2 H2O Als warm, geconcentreerd zwavelzuur aan amino-ethaanzuur (C2H5O2N) wordt toegevoegd, treedt een redoxreactie op. Bij deze reactie ontstaan CO2, SO2, NH4+ en H2O. Geef van deze redoxreactie de vergelijkingen van de halfreacties en leid daaruit de vergelijking van de totale reactie af. 1 Noteer de deeltjes C2H5O2N → CO2(g) + NH4+ 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Voorbeeld 3 H2SO4(ℓ) + 2 H+ + 2 e– → SO2(g) + 2 H2O Als warm, geconcentreerd zwavelzuur aan amino-ethaanzuur (C2H5O2N) wordt toegevoegd, treedt een redoxreactie op. Bij deze reactie ontstaan CO2, SO2, NH4+ en H2O. Geef van deze redoxreactie de vergelijkingen van de halfreacties en leid daaruit de vergelijking van de totale reactie af. 1 Noteer de deeltjes C2H5O2N → CO2(g) + NH4+ 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O C2H5O2N → 2 CO2(g) + NH4+ 3 H- en O-atomen in balans 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Voorbeeld 3 H2SO4(ℓ) + 2 H+ + 2 e– → SO2(g) + 2 H2O Als warm, geconcentreerd zwavelzuur aan amino-ethaanzuur (C2H5O2N) wordt toegevoegd, treedt een redoxreactie op. Bij deze reactie ontstaan CO2, SO2, NH4+ en H2O. Geef van deze redoxreactie de vergelijkingen van de halfreacties en leid daaruit de vergelijking van de totale reactie af. 1 Noteer de deeltjes C2H5O2N → CO2(g) + NH4+ 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O C2H5O2N → 2 CO2(g) + NH4+ 3 H- en O-atomen in balans C2H5O2N + 2 H2O → 2 CO2(g) + NH4+ + 5 H+ 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk.
Voorbeeld 3 H2SO4(ℓ) + 2 H+ + 2 e– → SO2(g) + 2 H2O Als warm, geconcentreerd zwavelzuur aan amino-ethaanzuur (C2H5O2N) wordt toegevoegd, treedt een redoxreactie op. Bij deze reactie ontstaan CO2, SO2, NH4+ en H2O. Geef van deze redoxreactie de vergelijkingen van de halfreacties en leid daaruit de vergelijking van de totale reactie af. 1 Noteer de deeltjes C2H5O2N → CO2(g) + NH4+ 2 Breng de atoomsoorten in balans, behalve H en O C2H5O2N → 2 CO2(g) + NH4+ 3 H- en O-atomen in balans C2H5O2N + 2 H2O → 2 CO2(g) + NH4+ + 5 H+ 4 Maak met elektronen de ladingen links en rechts gelijk. C2H5O2N + 2 H2O → 2 CO2(g) + NH4+ + 5 H+ + 6 e–
H2SO4(ℓ) + 2 H+ + 2 e– → SO2(g) + 2 H2O (3x) C2H5O2N + 2 H2O → 2 CO2(g) + NH4+ + 5 H+ + 6 e– (1x) + 3 H2SO4(ℓ) + H+ + C2H5O2N → 3 SO2(g) + 4 H2O + 2 CO2(g) + NH4+ Niet vergeten: vereenvoudig altijd, d.w.z. tribunedeeltjes weghalen. (deeltjes die je voor en na de pijl ziet tegen elkaar wegstrepen)