Zuur-base reacties. Benodigdheden Micro spatel Zoutzuur 1,0 M NaOH 1 Zuur-base reacties Benodigdheden Micro spatel Zoutzuur 1,0 M NaOH 1.0 M (zout 1) Calciumhydroxide (zout 2) Natriumcarbonaat (zout 3) Koper(II)oxide (zout 4) Broomthymolblauw shotglaasjes druppelpipet Onderzoek of de 3 vaste zouten oplosbaar. Vul vier shotglaasjes voor een derde met zoutzuur. Doe bij elk een druppel broomthymolblauw. Druppel bij het eerst glaasje wat NaOH oplossing toe tot de kleur van het thymolblauw veranderd. Doe dit zelfde voor het oplosbare zout. Van de zouten die niet oplossen voeg je steeds een schepjes toe aan de zoutzuuroplossing waarna je de oplossing roert. Doe dit tot de oplossing van kleur veranderd. Noteer de reactievergelijking van elk proefje.
Zuur base reactie Zo doe je dat Stel de vergelijking van de reactie tussen een oplossing van zoutzuur en natriumloog Zo doe je dat zoutzuur H3O+ en Cl─ Natronloog Na+ en OH─ zuur base Het H3O+ kan een H+ afstaan. De base OH─ kan een H+ opnemen H3O+ + OH─ → 2H2O Schrijf op welke deeltjes aanwezig zijn Wat is het zuur en wat is de base Hoeveel H+ ionen kan het zuur per deeltje afstaan en hoeveel H+ ionen kan de base per deeltjes opnemen Stel de reactievergelijking op H3O+ OH-
Proef 2 Calciumhydroxide en zoutzuur Deeltjes Ca2+ en 2OH- H3O+ en Cl─ de base OH- en kan een H+ opnemen OH- + H3O+ → H2O Na+ en CO32- CO32- kan 2 H+ opnemen CO32- + 2H3O+ → CO2 + 2H2O (CO2 + H2O = H2CO3) Proef 3 oplossing natriumcarbonaat en zoutzuur
Proef 4 Deeltjes CuO H3O+ en Cl─ CuO bevat de base O2- en kan dus 2 H+ opnemen CuO + 2 H3O+ → Cu2+ + 3 H2O