Hoe verhoudt filosofie zich tot wetenschap? ‘n mogelijke uiteenzetting
Begripsanalyse Astronomie & Astrologie Astro: ster Logos: (legein, spreken en vertellen) woord Nomos: (nemein, ordenen en groeperen) wet Astrologie: vertellen/spreken over de sterren Astronomie: wetenschap die de (wetmatigheden van de) sterren bestudeert.
Voorspellen Op basis van empirisch verkregen gegeven & wetmatigheden (Astronomie) Op basis van mythische verhalen (Astrologie)
Streven? Natuurwetenschap streeft naar het vangen/onderwerpen/beheersen/onderzoeken/verklaren van de natuur in wetmatigheden. Sociaalwetenschap streeft naar het begrijpen van een gebeurtenis in ruimte en tijd. Zeventiende eeuw: grote successen (goede voorspellingen) van de natuurwetenschap krijgen overhand in alle disciplines. “Kennis is macht” (Francis Bacon, pag. 137) Positivisme (Comte, pag. 142) -> sociale wetenschappen moeten natuurwetenschappelijke methode overnemen.
Descriptief & Normatief (de [af] + scribere [schrijven]), afschrift, schets. Normatief: (nomos, wet), wetmatig III. Wetenschapsfilosofie: - Wat is wetenschap? (Descriptief: beschrijving van de techniek, Heidegger) - Hoe moet wetenschap bedreven worden? (Normatief: streven naar de perfecte natuurwetenschappelijke methode).
Natuurwetenschappelijke methode Empirisch Analytisch Uniformiteit van de natuur Methodisch: waarnemen, hypothetiseren, toetsen, conclusies trekken en wetmatigheid opstellen. (wetenschappelijke revolutie sinds Newton)
Inductie / Deductie & Logica Inductie: verschillende waarnemingen bij elkaar brengen in 1 wetmatigheid (abstractie) Deductie: inzetten van een algemene wetmatigheid of algemene uitspraken (abstracties) om een individuele conclusie te bevestigen (of niet). Logica: systematisch en juist aan de hand van een algemene wetmatigheid (abstractie) het individuele bevestigen. Lees: Aristoteles (pag. 135)
Hermeneutische cirkel Ervaringen als middel holistisch en generalistisch te kijken Historiciteit en patroon van handelingen door de tijd heen Moeten we alles in een bepaalde context zien? Kunnen (natuur)wetenschappers de eigen gekleurde bril afzetten en is objectiviteit mogelijk? Is het belangrijk wie het gemaakt heeft? Zijn de symbolieken van de betreffende ruimte en tijd relevant?
Natuurwetenschap en filosofie De natuurwetenschap ordent, groepeert, categoriseert, analyseert (natuurwetenschappelijke methode) door het verzamelen van empirische feiten. Als de natuurwetenschappelijke methode het hoogst haalbare is, dan rest wellicht voor de filosofie louter nog de taak taal – en logica fouten op te zoeken en te verbeteren.
Techniekkritiek & de natuurwetenschappelijke methode Filosofen kunnen zich ook richten op het beschrijven (descriptief) van de natuurwetenschap en haar natuurwetenschappelijke methode op basis van: Ervaringen (holistisch) De ontwikkeling van de natuurwetenschap (historiciteit) (Contextualiteit van kennis) De natuurwetenschappelijke methode kan vanuit dit perspectief in zijn geheel worden omschreven als een techniek/instrument. Er is een stroming filosofen die proberen de empirische, natuurwetenschappelijke methode, het doen van nauwkeurige observaties en doelgerichte experimenten op zoek naar wetmatigheden, in zijn geheel te vangen. Centrale vraag: In hoeverre beheersen wij de technieken van de natuurwetenschap en in hoeverre beheersen de technieken van de natuurwetenschap ons? (lees pag. 137 over Francis Bacon)
Onbeslist De natuurwetenschapper zal vragen: waar kunnen we empirisch deze generalistische omschrijving van de natuurwetenschappelijke methode vinden? En de pennenstrijd tussen de filosoof en de wetenschapper zet zich voort… De vraag is wellicht: Is het de filosoof die de fundamentele “waarom”-vraag stelt en de wetenschapper die deze beantwoordt of is het de wetenschapper die veel vragen heeft beantwoord en de filosoof die moet kijken naar de taal en de redenering van de methode?
Dilthey “De natuur verklaren we, de geest begrijpen we”