Hoofdstuk 5- les 3 Geluidssterkte
Doel van de les Aan het einde van de les weet je weer wat amplitude is en kun je rekenen met decibels.
Hoe meer uitwijking, des te harder de toon. Trillingstijd Met een oscilloscoop kun je geluid ‘zien’ Hoe hard het geluid is, is te zien aan de uitwijking Deze uitwijking noemen we amplitude Hoe meer uitwijking, des te harder de toon.
Amplitude bepalen De amplitude bij een oscilloscoop is het elektrische signaal De amplitude is dan ook in mV. (millivolt) Deze kun je door middel van de ingestelde schaal bepalen.
De eenheid van geluidssterkte is dan ook Decibel (dB). Geluidssterkte meten De eenheid van geluidssterkte is dan ook Decibel (dB). De geluidssterkte kun je meten met een decibelmeter. Let op: doordat mensen de laagste en hoogste tonen minder ‘horen’ heeft zo’n meter een filter. Je meet dan wat mensen horen. De eenheid is dan dB (A) Decibel heeft een bijzondere schaal. Als het hoeveelheid geluid verdubbeld, neemt het aantal decibel (de geluidssterkte) met 3 dB toe.
Gehoordrempel en pijngrens In de grafiek hiernaast zie je wat het verschil is in dB (A) en dB De lijn van de gehoordrempel ervaren mensen als 0 dB (A). Onder de gehoordrempel hoor je niets De lijn van de pijngrens ervaren mensen als 140 dB (A). Boven de pijngrens doet geluid pijn aan je oren en kun je gehoorschade oplopen
Terug naar het beginprobleem
De rest van de les Maken opgaven paragraaf 3 Nakijken opdrachten paragraaf 3 Stellen vragen over de opgaven die je niet begrijpt.
Einde les Doel: Aan het einde van de les heb je je kennis over het onderwerp geluid weer even opgehaald. Heb je het doel gehaald?