Eerste taalverwerving Tweede taalverwerving Taal en Theorie 3.5 Eerste taalverwerving Tweede taalverwerving
1e Taalverwerving
Theorie 1: Imitatie Kind als papegaai die nabootst wat er tegen hem gezegd wordt De omgeving staat centraal Probleem: kinderen maken veel ‘fouten’ die ze niet in hun omgeving gehoord kunnen hebben. ‘Ik heb geslaapt’ ‘Het paardje klimde op de stoel’ Bij tweede bolletje: niet houdbaar want een taal heeft de kenmerken creativiteit, spontaniteit en recursie : je kunt taaluitingen doen die je niet eerder hoorde. Extra bij derde bolletje: verklaar de fouten die het kind maakt: GESLAAPT is het onjuist toepassen van de meest voorkomende vormingsregels van het voltooid deelwoord (ge+ik-vorm+d of t) KLIMDE is het onjuist toepassen van de regels voor het vormen van de persoonsvorm in de verleden tijd. (sterk werkwoord wordt als zwak werkwoord vervoegd.) Hebben kinderen veel moeite mee, ze leren eerst de regels voor zwakke ww en daarna via bijsturing de regels voor de sterke ww Conclusie: de fouten laten een bepaalde systematiek zien in het aanleren van taal.
Theorie 2: Aangeboren taalvermogen Een kind is in staat systeem te ontdekken in wat er tegen hem gezegd wordt Het kind staat centraal Noam Chomsky Een kind is in staat systeem te ontdekken in de chaos van wat tegen hem gezegd wordt (poverty of the stimulus). Chomsky benadrukt dat kinderen taal heel snel leren. Te snel om ervan uit te gaan dat ze het leren door te imiteren. Kinderen horen te weinig en zeggen te weinig om taal te leren door imitatie. Dat ze taal leren kan niet verklaard worden door input van de omgeving (poverty of the stimulus); het moet deels komen door hun aangeboren taalvermogen. Een ander argument is dat zelfs als kinderen foutieve zinnen maken, ze worden goedgekeurd en aangemoedigd door de omgeving. Ze zullen net zo goed de goede vormen leren, uiteindelijk. Volgens Chomsky worden we allemaal geboren met een aanleg voor taal, een aangeboren taalvermogen dus, met daarin de universele grammatica. Het aangeboren taalvermogen bevat de regels waaraan iedere natuurlijke taal voldoet.
Theorie 3: taalomgeving Aangeboren taalvermogen werkt alleen als de taalomgeving van een kind goed is. Interactie tussen kind en omgeving is van cruciaal belang Taalaanbod wordt vaak afgestemd op het kind (‘motherese’) Genie Wiley Kasper Hauser (1812-1833)
Motherese “Papa WEG, hè?” “Papa CENTjes verdienen.” Ouders passen zich automatisch aan aan het niveau van het kind Korte zinnen, eenvoudige woorden, een hoge(re) stem, herhalingen, zelfstandig naamwoorden in plaats van persoonlijk voornaamwoorden Papa: “Luister naar papa” i.p.v. “Luister naar mij” Filmpje
Wanneer begint taalverwerving? Uit onderzoek is gebleken dat pasgeboren baby’s in Frankrijk al in staat zijn om Frans van Russisch te onderscheiden. In de baarmoeder raken ze gewend aan het intonatiepatroon van de taal van hun moeder. In talen als Italiaans, Frans en Spaans duurt iedere lettergreep evenlang. In talen als Engels, Duits, Nederlands en Russisch is dat niet zo en is het intonatiepatroon anders. Klinkers zonder klemtoon worden gereduceerd tot bijna onhoorbaar. Een pasgeborene kan niet de talen binnen dezelfde ritmische groep van elkaar onderscheiden. Vanaf vijf maanden lukt dat wel.
Wanneer begint taalverwerving? Intonatie herkennen van de eigen taal Spaans Italiaans Frans Engels Duits Nederl. Russ. Uit onderzoek is gebleken dat pasgeboren baby’s in Frankrijk al in staat zijn om Frans van Russisch te onderscheiden. In de baarmoeder raken ze gewend aan het intonatiepatroon van de taal van hun moeder. In talen als Italiaans, Frans en Spaans duurt iedere lettergreep evenlang. In talen als Engels, Duits, Nederlands en Russisch is dat niet zo en is het intonatiepatroon anders. Klinkers zonder klemtoon worden gereduceerd tot bijna onhoorbaar. Een pasgeborene kan niet de talen binnen dezelfde ritmische groep van elkaar onderscheiden. Vanaf vijf maanden lukt dat wel.
Wanneer begint taalverwerving? In de baarmoeder De taalverwerving verloopt in vier perioden: Voortalige periode Vroegtalige periode Differentiatiefase Voltooiingsfase Uit onderzoek is gebleken dat pasgeboren baby’s in Frankrijk al in staat zijn om Frans van Russisch te onderscheiden. In de baarmoeder raken ze gewend aan het intonatiepatroon van de taal van hun moeder. In talen als Italiaans, Frans en Spaans duurt iedere lettergreep even lang. In talen als Engels, Duits, Nederlands en Russisch is dat niet zo en is het intonatiepatroon anders. Klinkers zonder klemtoon worden gereduceerd tot bijna onhoorbaar.
De voortalige periode 0 tot 1 jaar Gaat vooraf aan het eerste woord. Huilen, keelklanken, kirren. Kinderen leren al elementaire regels van communicatie, zoals beurtwisseling Experimenteren met klanken: brabbelen Wanneer baby’s met hetzelfde woord naar hetzelfde verwijzen, is er sprake van een woord De leeftijdsgrenzen die bij iedere fase genoemd worden, liggen absoluut niet vast. Een kind dat pas met anderhalf jaar zijn eerste woord zegt, is niet meteen achter. Kinderen verschillen in hun tempo van taalverwerving, maar doorlopen wel allemaal deze fases.
Use it or lose it Klanken: 6 maanden: baby hoort klankcontrasten in eigen taal en vreemde taal 10 maanden: baby hoort alleen kon klankcontrasten in de eigen taal Universele luisteraar wordt selectieve luisteraar Salish: Hindi: Hier hoor je twee verschillende klanken uit het Salish en het Hindi. Als baby konden we het verschil horen. Als baby ben je gevoelig voor alle klanken en dat verlies je na verloop van tijd. Aziaten hebben om die reden moeite met de /l/ en de /r/, voor hen is dit niet hoorbaar.
De vroegtalige periode 1tot 2;6 jaar Na het eerste woord volgen er snel meer ‘Mama’ vaak het eerste woordje (Waarom?) Woorden worden gecombineerd “Mama lezen” Functiewoorden ontbreken meestal (weglatingen) “Dit Tibbe” Veel vervangingen op klankniveau “Toepje” Veel woorden met een (te) ruime betekenis: overextensie “Papa.” “Nee, dat is de buurman” Woordcombinaties: “Mama lezen” kan nog van alles betekenen (Mama, ik wil lezen / mama moet voorlezen / mama is aan het lezen / Functiewoorden als lidwoorden, voorzetsels, hulpwerkwoorden Vervangingen doordat klanken nog niet goed uitgesproken kunnen worden (peentje ipv speentje)
De differentiatiefase 2;6 tot 5 jaar Meer verschillende woordsoorten, langere zinnen Vervoegingen van werkwoorden en verbuiging van andere woorden Overgeneralisatie: grammaticale regels worden toegepast waar dat niet moet Dit zijn ontwikkelingsfouten: de vormen zijn zelfgeconstrueerd
De voltooiingsfase Vanaf vijf jaar Kind beschikt over de basiskennis van de moedertaal Bepaalde klankcombinaties zijn nog lastig (weps –wesp) of onregelmatige vormen (wij gongen) De woordenschat groeit natuurlijk nog steeds Deze fase kent geen duidelijk einde.
Opdracht 1 Zeg van de volgende zinnen of ze typerend zijn voor de (1) vroegtalige periode, (2) de differentiatiefase of (3) de voltooiingsfase. Ui vind mooi niet, anne ui aantrekke. Niete wate. Ze liggen wel eens, als ze moe zijn en daar zin in hebben. Taart maken ikke. Asse mannetje rood mag niete oversteke, hè papa? Tlitli. (‘Vliegtuig’) Ik wou dat ik kon toveren, want dan kon ik toveren dat ik kon toveren. (a) (begin) differentiatiefase: zinslengte (zeven woorden), werkwoord vervoegd (vind ), wel nog veel woorden en klanken die weggelaten worden; (b) vroegtalige periode: twee woorden, weglating eindconsonant (wate); (c) voltooiingsfase: zinslengte, neven- en onderschikking; (d) vroegtalige periode: drie woorden, woorden weggelaten, problemen met woordvolgorde; (e) differentiatiefase: zinslengte, onderschikking, maar nog wel woorden die weggelaten worden; (f ) vroegtalige periode: één-woorduiting, klankverbastering, reduplicatie van een en dezelfde syllabe; (g) voltooiingsfase: zinslengte, onder- en nevenschikking, ook inhoudelijk gezien een ingewikkelde zin.
Opdracht 2 Is er in de volgende zinnen sprake van (1) weglating, (2) overextensie of (3) overgeneralisatie? ‘Dames en heres!’ ‘Buike papa zie.’ Jeroen noemt alle auto’s ‘tein’. Hanneke noemt haar zusje Bernadette ‘Bedet’. ‘Mijn papa heeft zijn arm gebrookt.’ ‘Kanne nie zien.’ A: ‘Jij bent stom.. De stomste… de klootzakste!’ B: ‘Jij bent zelf de klootzakste!’ Relevante paragraaf: 3.3 Antwoord: (a) overgeneralisatie (van meervoud op -s); (b) weglating (van woorden); (c) overextensie (van betekenis van het woord trein), tevens weglating van de r-klank; (d) weglating (van klanken, hier resulterend in weglating van een hele syllabe); (e) overgeneralisatie (van voltooid deelwoordvorming bij zwakke werkwoorden); (f ) weglating (van woorden en klanken: nie); (g) overgeneralisatie (van vorming van de overtreffende trap).
2e Taalverwerving
Meertaligheid: een voordeel? TED-Talk
Hoe verloopt de verwerving van een tweede taal? Vreemde-taalverwerving Op een plek waar de taal niet als omgangstaal gebruikt wordt (bijv. in de les) Tweede-taalverwerving Op een plek waar de doeltaal als omgangstaal gebruikt wordt (bijv. bij immigranten) Welke talen spreek jij en hoe heb je ze verworven? Als tweede taal of als vreemde taal?
Zeven invloedsfactoren Moedertaal Leeftijd (Kritische periode (Genie)), 10-12 jaar is ideaal) Contact met de doeltaal Motivatie Attitude Taalaanleg Onderwijs
Overgangsstructuren Marokkaanse leerder van het Nederlands Praat met bakkerman kopen die stuk brood Turkse leerder van het Nederlands Baas politie vragen En dan politie komen Dit soort ‘overgangsstructuren’ horen bij tussentaal
Fossilisatie De hiervoor genoemde stadia kunnen in elkaar overlopen. Niet iedereen bereikt hetzelfde niveau. Het tweede-taalleerproces kan stoppen voordat de taal volledig wordt beheerst: fossilisatie De kans daarop is groter naarmate iemand ouder is
Verwervingsvolgorde De verschillende elementen van een taal worden meestal in dezelfde volgorde verworven Bijvoorbeeld: eerst de tegenwoordige tijd, pas daarna de verleden tijd De verwervingsvolgorde vertoont vaak grote overeenkomsten tussen sprekers met verschillende moedertalen De volgorde is vaak globaal hetzelfde als de verwerving van de moedertaal Universele verwervingsvolgorde?
Transfer Oudere opvatting: De moedertaal speelt een cruciale rol bij het leren van een tweede taal Positieve transfer Wanneer er veel overeenkomsten zijn tussen moedertaal en tweede taal, wordt de taal sneller geleerd Negatieve transfer Op punten waar de talen van elkaar verschillen, is sprake van negatieve transfer Fouten zijn echter niet altijd te voorspellen: rol van moedertaal is kleiner dan gedacht
Hoe leer je een vreemde taal het snelst? Door gebruik Tweetalig onderwijs
Transfer Tekst van een mavo-leerling (klas 2), geschreven met behulp van een woordenboek Tina Turner is a singer. She singing alone. First she was sing with her ex husband Ike Turner. He took her in his band and was marry with her. Something said: “That I without Ike not so far was. I don’t think that.” After the seperate from Ike and Tina Turner it was hole long still. She said: “If I look at the pictures from Ike and me than I was frightened to death. On the pictures it corpse that we a happy pair, but that wasn’t so.”
Tweetalige ontwikkeling Simultane tweetaligheid Kind leert tegelijkertijd twee talen: parallelle verwerving Eén-persoon-één-taal-strategie Sequentiële tweetaligheid Kind leert tweede taal na de moedertaal Interferenties Een spreker past regels van de ene taal toe ten onrechte toe op de andere taal (vaak onbewust)
Komische interfenties I always get my sin You are not good snick Make that the cat wise We go in sea with you There comes the monkey out of the sleef
STEPHEN KRASHEN Amerikaanse taalkundige gespecialiseerd in taalverwerving en ontwikkeling. Taalververwerving vereist geen uitgebreid gebruik van bewuste grammaticale regels en vereist geen saaie oefeningen Taal bewust leren lukt de meeste mensen niet. Taal is dan alleen via de monitor (in een toetssituatie) beschikbaar. Abstracte uitleg is niet zinvol. Stress staat het verwerven van taal in de weg (affectief filter) Het ideale niveau voor input van een taalleerder is net iets boven z’n eigen niveau ( i + 1)