Loopbaan en burgerschap les 3 13 maart 2018
Programma van vandaag A&A registratie Activiteiten door klasgenoten Theorie over feedback geven Filmpje Oefening Afsluiting
Feedback geven de 4 G’s Gedrag Beschrijf het gedrag van de ander op objectieve manier. Hierbij horen zinnen als “ik zie dat je…” en “ik hoor jou zeggen dat…” Gevoel De tweede G staat voor gevoel. Welk gevoel roept het gedrag van je studiegenoot of collega bij jou op? Voorbeelden hiervan zijn: “Dat vind ik erg vervelend” of “Daarmee maak je mij óók onzeker.” Gevolg van gedrag Na het benoemen van het gedrag in stap 1, laat je de persoon weten wat het gevolg daarvan is, welke indruk je daarbij krijgt. Bijvoorbeeld: “Ik krijg hierdoor het idee dat…” of “mensen kunnen dit verkeerd opvatten.” Gewenst gedrag Tijdens de vierde stap geef je aan welk gedrag gewenst is, zonder stil te staan bij het ongewenste gedrag: “Ik vind het belangrijk dat we op één lijn zetten. Geef het aan als je ergens niet mee eens bent, dan kunnen we proberen tot een compromis te komen.”
Feedback ontvangen Regel 1: Luister actief Zorg als ontvanger van de feedback ervoor dat je actief luistert en dit met je lichaamstaal duidelijk maakt. Laat zien dat je aandacht hebt voor degene die jou feedback geeft. Regel 2: Vraag om uitleg Waarom zegt en vindt de ander dit? Schiet niet in de verdediging maar verplaats je in je gesprekspartner. Vraag door totdat je precies begrijpt wat hij of zij bedoelt. Regel 3: Bedank je gesprekspartner Feedback is erg waardevol omdat het jou een kans geeft je gewoonten en werkwijzen te verbeteren. “Ik was me er niet van bewust dat jij hier zoveel last van had. Dankjewel voor dit inzicht, ik zal ermee aan de slag gaan.” Regel 4: Verwerk de feedback Je hoeft niet direct te reageren op de kritiek. Bedenk eerst wat je ervan vindt, welk gedeelte van de feedback je wenst te gebruiken en welk gedeelte je gaat negeren. Vraag je gesprekspartner welke verandering van jouw gedrag hij of zij wenst, voordat je besluit Regel 5: Onderneem actie Bij feedback ontvangen is de laatste regel het ondernemen van actie. Wat doe je met de feedback? Gebruik je al het commentaar of zijn er gedeelten waar je niets mee kunt? In het laatste geval dien je dit ook mede te delen: “Ik heb je feedback gehoord en bent het niet eens met jouw observaties over…”
Slechte voorbeelden Schrijf mee. Wat gaat er niet goed? https://www.youtube.com/watch?v=jVY9hBShtzc&feature=youtu.be
Oefenen in de klas Gedrag: Ga met zijn tweeën tegenover elkaar zitten. De eerste ronde: de een bekijkt de ander en verwoordt een minuut lang wat hij voor gedrag bij de ander ziet en/of hoort. Bijvoorbeeld: “Ik zie je met je ogen knipperen.” “Ik hoor je zuchten.” “Ik zie dat je je ene been over je andere slaat,” enzovoorts. Alleen maar waarnemingen. Degene die geobserveerd wordt, zegt niets, behalve als de ander de fout ingaat. Dan kan die het opnieuw proberen.
Oefenen in de klas Gevoel: In de tweede minuut benoem je eerst wat je ziet en daarna vertel je wat het effect daarvan op jou is. Bijvoorbeeld: “Ik zie je met je ogen knipperen. Ik word er ongedurig van.” “Ik hoor je zuchten. Ik voel met je mee, want ik vind het ook een gedoe!” “Ik zie dat je je ene been over je andere slaat. Ik voel hier helemaal niets bij, ik weet niet wat ik zou moeten voelen.” Desgewenst wissel je van rol, na de twee rondes.
Vragen? Feedback voor de leraar. Activiteit volgende week: Tot volgende week!