1TH Hoofdstuk 1 | Steden.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden
Advertisements

Hoofdstuk 3A: Wonen in de stad
5 stedelijke problemen – 5 stedelijke oplossingen
TAAK 3 WONEN, WAAR KIES JE VOOR?
1.
Parallellen en meridianen
Steden: van hier tot Tokyo
2 havo/vwo H3 steden, §2 1.
Par 3.1: Van stad naar stedelijke zone
Thema: een Woonplaats Les 4b Het Groene Hart.
Voor navigatie in een zweefvliegtuig heb je nodig:
THEMA 1: Lokaliseren in het gradennet
17 stadsgewesten in België
een alfabetische lijst met alle plaatsnamen
Hst 3: De wereld van de stad
Planning: Startopdracht Uitleg paragraaf 3.4 Verwerkingsopdracht
Geografische coördinaten Lengte- en breedtegraden
Brugklas hoofdstuk 4.
De Amerikaanse stad..
§ 20: Verkeer en inrichting
§ 18: De stad uit, de stad in Urbanisatie: de groei van het aantal stadsbewoners (= verstedelijking) Suburbanisatie: de verstedelijking van het platteland.
Praktische Opdracht CKV
Over steden en verstedelijking
5 stedelijke problemen – 5 stedelijke oplossingen
ZOU JIJ DAAR WILLEN WONEN?
ZOU JIJ DAAR WILLEN WONEN? TAAK 2 HOE ZIEN STAD EN DORP ERUIT?
HULPMIDDELEN IN DE AARDRIJKSKUNDE
WERKEN MET DE ATLAS.
Geografische coördinaten
2 havo/vwo H3 steden, §2 1.
Hoofdstuk 3 Wereld: stedelijke gebieden in de VS Paragraaf 4
De stad als woonplaats Stad Veel huizen en weinig ruimte
Verschillende wijken en hun evolutie
De verschillende manieren van de wereld indelen
2 vmbo-T/havo 2 steden, §6 en 7
2 vmbo-T/havo 4 steden, §2 en 3
Het wereld-gradennet Extra werkblaadjes. Het wereld-gradennet Extra werkblaadjes.
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders.
Een wereld van verschil
Geocaching.
Stedelijk en landelijk gebied
Door Fleur Bel en Lotte Heijnen
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 6-8.
1 VWO Hoofdstuk 1 Bevolking § 2 - 4
Hoofdstuk 4 Bevolkingsontwikkelingen in de wijk.
Hoofdstuk 6 De Chinese bevolking.
2 hv Steden, van hier tot Tokyo § 1-4
2 hv Steden, van hier tot Tokyo § 1-4
2 hv Steden, van hier tot Tokyo § 1-4
2 TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §6 en 7
2TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §2 en 3
Nederland verandert Dhr. S Duivenvoorde Schooljaar
Aardrijkskunde GOED VOORBEREID NAAR DE PABO. De komende vijf dagen Maandag: geografische plaatsbepaling Grenzen/identiteit/topografie Dinsdag: Klimaat.
De stad verandert Blok 3.
Blok 1 Wonen in een stad Deelvraag:
In welk vak hoort: breedtegraden/ lengtegraden?
Blok 3 De stad verandert Deelvraag: Hoe de stad verandert na 1870?
Les 7: Het gradennet op de wereldbol en de wereldkaart
Thema 5 “De Stad”.
Hoofdstuk 3 Bronnen van energie: Brazilië
Over steden en verstedelijking
4 havo 3 Stedelijke gebieden § 4-5
Cursus 4.3 Ander soort samenleving Klas 2 KGT Lesweek 2
Blok 1 Mijn eigen omgeving
Blok 1 Wonen in een stad Deelvraag:
Globale ontwikkeling steden
Cursus 4.3 Ander soort samenleving Klas 2 KGT Lesweek 2
Voorbeeldwijken in Uden
Blok 3 De stad verandert Deelvraag: Hoe de stad verandert na 1870?
Islamitisch land in Zuidoost-Azië
Transcript van de presentatie:

1TH Hoofdstuk 1 | Steden

Paragraaf 2 Verstedelijking in Nederland De stad Minimaal 50.000 inwoners Mensen wonen dicht bij elkaar Veel stedelijke functies - groot aanbod aan huizen - veel soorten werk - vervoer naar andere delen van Nederland of het buitenland - veel voorzieningen

Uitvinding van allerlei machines Het begin van de moderne stad Vanaf 1850 Uitvinding van allerlei machines Mensen op het platteland raakten hun baan kwijt en trokken naar de stad Er was werk in fabrieken aan de rand van de stad Steden begonnen te groeien: verstedelijking

Verstedelijking = urbanisatie - trek van het platteland naar de stad De stad groeit Verstedelijking = urbanisatie - trek van het platteland naar de stad - de stad groeit Na Tweede Wereldoorlog: snelle groei van de steden - nieuwe wijken voor jonge gezinnen - rijtjeshuizen, flats - minder mooi en van minder goede kwaliteit

- meer mensen kochten een auto - meer wegen werden aangelegd Weg uit de stad Vanaf 1960 Welvaart steeg - meer mensen kochten een auto - meer wegen werden aangelegd ● Suburbanisatie: mensen verhuisden naar een groter huis buiten de stad - forensen: reizen van huis naar werk en weer terug - vooral gezinnen met jonge kinderen en hogere inkomens Oude wijken raakten in verval

- groen, speeltuinen, parkeerruimte - vooral gezinnen Terug naar de stad Vanaf 1970 Nieuwe woonwijken - aan de rand van de stad - groen, speeltuinen, parkeerruimte - vooral gezinnen Hoge bevolkingsdichtheid in de stad Oude wijken en gebouwen worden opgeknapt

Paragraaf 3 Nederlandse stadswijken Het stadscentrum Hart van de stad - winkels, kantoren, horeca Oudste deel van de stad - vanaf de middeleeuwen - smalle straatjes - grachtjes - dicht op elkaar staande gebouwen - kerk, marktplein, stadsmuur

Toen: dicht bij de fabrieken Nu: mensen wonen er graag De arbeiderswijken Gebouwd na 1850 Toen: dicht bij de fabrieken Nu: mensen wonen er graag - net buiten het centrum - mooi opgeknapt - best duur - veel voorzieningen in de buurt

Tegen de arbeiderswijken liggen vooroorlogse wijken - grotere huizen Naoorlogse wijken Tegen de arbeiderswijken liggen vooroorlogse wijken - grotere huizen - minder dicht op elkaar gebouwd Daaromheen: naoorlogse wijken - goedkopere huizen - hoogbouw - snel gebouwd, goedkoop - wordt nu geleidelijk vervangen

Verder van het stadscentrum Eengezinswoningen Jaren-70-wijken Verder van het stadscentrum Eengezinswoningen Meer groen, rust en ruimte Woonerven

Dicht bij autowegen rondom de stad Nieuwbouwwijken Vanaf 1985 Dicht bij autowegen rondom de stad Veel verschillende soorten grote huizen Veel groen, parkeerplaatsen, speelplekken Ver van het centrum - goed openbaar vervoer - fietspaden naar het centrum

Paragraaf 4 Steden en hun omgeving Stad of platteland? Platteland Gebied buiten de stad - dorpjes - natuurgebieden - landbouw - akkerbouw - veeteelt - tuinbouw - bosbouw Gebied tussen stad en platteland: overgangsgebied

Grote stad met vastgegroeide dorpen Dorpen groeien uit tot stadswijken Steden groeien Agglomeratie Grote stad met vastgegroeide dorpen Dorpen groeien uit tot stadswijken

Samenwerking van een stad met omliggende dorpen - stad Steden werken samen Stadsgewest Samenwerking van een stad met omliggende dorpen - stad - overgangsgebieden - andere gemeenten Bijna alles speelt zich af binnen het stadsgewest Stad en platteland hangen nauw met elkaar samen

Steden werken samen in stedelijke netwerken Zo zijn steden sterk Steden werken samen in stedelijke netwerken - bestaat uit een aantal stadsgewesten - stadsgewesten hebben veel contact met elkaar Steden binnen een stedelijk netwerk delen voorzieningen - groot ziekenhuis - universiteit - luchthaven Wegen en openbaar vervoer maken alles bereikbaar Steden kunnen ook elkaars concurrent zijn

Paragraaf 7 Andere vormen van verstedelijking Bijzondere steden en wijken Steden worden steeds groter Ontwikkeling van een stad hangt af van: - tijd - plaats Daardoor verschillende vormen van verstedelijking

Eerst bedacht, daarna gebouwd Vaak brede, rechte wegen Geplande steden Eerst bedacht, daarna gebouwd Vaak brede, rechte wegen Geen historisch centrum

Twee stadscentra in een Arabische stad Oude centrum: medina - kronkelstraatjes - huisjes - moskeeën - fonteinen - paleizen Nieuw stadscentrum - moderne winkels - kantoren

Grote verschillen tussen rijk en arm Afgeschermde woonwijk Gated communities Grote verschillen tussen rijk en arm Afgeschermde woonwijk - muren en hekken - camera’s, bewakers - alleen voor bewoners Voorbeeld Brazilië Ook enkele in Nederland

Niet gepland en illegaal Mensen kunnen nergens anders heen Sloppenwijken In arme landen Bij een grote stad Zelfgebouwde hutjes Niet gepland en illegaal Mensen kunnen nergens anders heen Soms worden de sloppenwijken door het stadsbestuur gesloopt Soms verandert een sloppenwijk in een echte woonwijk

Paragraaf 8 Bepalen waar je bent Nooit meer verdwalen Graadnet Verticale lijnen Horizontale lijnen Kruispunt: coördinaten Navigatieapparatuur global positioning system (gps) satellieten

Horizontale lijnen: breedtecirkels of parallellen Breedtegraden Horizontale lijnen: breedtecirkels of parallellen - evenaar verdeelt de aarde in twee halfronden - noordelijk halfrond - zuidelijk halfrond 90º NB: Noordpool 90º ZB: Zuidpool Nederland tussen 51º NB en 53,5º NB

Verticale lijnen: lengtecirkels of meridianen Lengtegraden Verticale lijnen: lengtecirkels of meridianen - in totaal 360 lengtegraden - nulgradenlijn (nulmeridiaan) loopt over Greenwich Ten oosten tot 180º: oosterlengte (OL) Ten westen tot 180º: westerlengte (WL) Nederland tussen 3,5º OL en 7º OL

Eerst breedtegraad, dan lengtegraad Positie bepalen met het graadnet Eerst breedtegraad, dan lengtegraad Midden van Nederland: 52º NB, 5º OL Graad is verdeeld in 60 minuten Minuut is verdeeld in 60 seconden Bijv. Domtoren: 52º05’27” NB, 5º07’17” OL