Van slijtage-concept naar complexe, multifactoriële, degeneratieve ziekte. Ontstaat op latere leeftijd.
Figuur: fictieve patiënt met remissies en graduele achteruitgang in functioneren.
Figuur: voorkeursplaatsen voor primaire artrose (knie en heup).
Voor gonartrose zijn meest voorkomende risicofactoren: leeftijd, geslacht (vrouw), knieletsel (meniscusresectie, intra-articulaire fractuur, microtrauma), mechanische asafwijkingen en hoge BMI. Voor coxartrose zijn meest voorkomende risicofactoren: leeftijd, dysplasie, gewrichtsletsel (heupluxatie, intra-articulaire fractuur, microtrauma) en hoge BMI – in geringere mate dan bij gonartrose.
Arthron (Grieks) = gewricht.
Bovenste figuur: bursitis van de elleboog (Wikipedia). Onderste figuur: vloeistof geaspireerd uit ontstoken slijmbeurs op een enkel (NTvG. 2010;154:A2141).
Andere oorzaken mogelijk zichtbaar op röntgenfoto: fractuur, epifysiolyse, tumor, osteomyelitis, osteochondritis dissecans. Als er tóch een röntgenfoto is, zie je o.a. osteofyten (witte pijlen) en gewrichtsspleetversmalling (rode pijlen).
Bijwerkingen door systemische absorptie: ook ecchymose, postmenopauzaal bloedverlies, cataract, osteoporose.
Figuur: knieprothese rechts (NTvG. 2009;153:B215). Uitleg opties: zie tekst van bijbehorende NTvG-artikel (2018;162:D1442).
Bovenste figuur : miniatuurmodel van distale femur in hydrogel. Onderste figuur: op maat gemaakte knieprothese.