Voeding en vertering
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen “Alles wat je eet en drinkt noemen we voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen bevatten allerlei voedingsstoffen. Voedingsstoffen vervullen in het lichaam van organismen verschillende functies”.
Functies voedingsstoffen Bouwstof Groei en ontwikkeling Herstel van het lichaam Brandstof Leveren energie beweging, in standhouden van constante lichaamstemperatuur Reservestof Tijdelijk opgeslagen, wanneer nodig een andere functie Beschermende stof Houdt je lichaam gezond
Groepen voedingsstoffen Eiwitten Koolhydraten Vetten Water Mineralen Vitaminen Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen hebben verschillende chemische samenstellingen en vervullen verschillende functies in het lichaam.
Functies voedingsstoffen Eiwitten vooral bouwstof, maar ook brandstof. Kunnen niet worden opgeslagen, dus geen reserve. Koolhydraten vooral brandstof, maar ook bouwstof en reservestof. Koolhydraten kunnen wel in het lichaam worden opgeslagen. Vetten brand- en reservestof, maar ook bouwstof. Vetten kunnen wel worden opgeslagen. Water = bouwstof en wordt gebruikt voor het transporteren van stoffen. Mineralen, of zouten, vooral bouwstof en beschermende stof. Vitaminen vooral beschermende stof en bouwstof.
Eiwitten en aminozuren Water, mineralen en vitaminen kunnen vanuit de darmen in het bloed worden opgenomen. Eiwitten, vetten en koolhydraten niet vanuit darmen in bloed. Eerst omgezet in verteringsproducten. Vertering vindt plaats in het spijsverteringskanaal. Verteringsproducten: aminozuren, vetzuren, glycerol en suikers
Indicator “Een indicator is een scheikundige stof die een andere stof aantoont door bijvoorbeeld te verkleuren (indicatie = aanwijzing)”. (Zetmeel en betadine) Enzym “Enzymen zijn stoffen die helpen om chemische reacties sneller te laten verlopen. Het omzetten van voedingsstoffen in verteringsproducten is een voorbeeld van een chemische reactie”.