Rekenen Les 7: Rekenen met de rekenmachine Les 8: Rekenen in toepassingssituaties.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
WACHT MENEER VAN DALEN NOG STEEDS OP ANTWOORD ?
Advertisements

H1 Basis Rekenvaardigheden
Rekenen met machten met hetzelfde grondtal
Les voor groep 8 Pak je stoel en kom aan de instructietafel
–20 4 –2b opgave 20 –160ab · –200b = 8ab · –20 = –20 · 10b = 4 · –5 =
Rekenen 18 maart.
Gecijferdheid les 1.3 Kwadraten en machten
Workshop hele getallen 1
Rekenvolgorde rekenvaardigheden.
rekenen Basisvaardigheden toegepast rekenen
Wat is algebra? Rekenen is het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken je de bewerkingen.
Wiskunde voor Engineering
Les 1: Rekenen zonder rekenmachine Les 2: Oriëntatie
Les 5 Vermenigvuldigen en delen
Les 1: Rekenen Zonder rekenmachine
Les 3Regels voor de volgorde van bewerkingen
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Les 2 Grote Getallen Rekenen Judith Iedema.
Rekenen Les 7: Rekenen met de rekenmachine Les 8: Rekenen in toepassingssituaties.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Rekenen Verhoudingen Les 1: Breuken en procenten 1
Les 4 Optellen en aftrekken in dagelijkse situaties
Les 6 Combineren van bewerkingen in berekeningen
Rekenen Verhoudingen 2f
Breuken optellen.
Hoofdrekenen 1.
Meten en Meetkunde Verbanden
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Rekenen periode 3 Meten en meetkunde les 6: Meten en meetkunde in het verkeer (Les 5 figuren slaan we over)
Rekenen Les 7 Meten in recepten.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Herhaling Verhoudingen
Les 1: Rekenen zonder rekenmachine
Les 8: meten en meetkunde in huis
Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Laatste les!! Les 7/8: woordformules + oefenen voor de toets
Rekenen Verhoudingen Les 1: Breuken en procenten 1
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 6
Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 3 verhoudingen Verhoudingen.
Wiskunde Blok 5 les 17.
2 vmbo-t/havo Samenvatting Hoofdstuk 1 (vmbo-T)
Worteltrekken ..is het tegenovergestelde (de inverse) van machtsverheffen. Wat betekent dat? 5² = 5 · 5 = 25 (grondtal 5, exponent 2) Dit is het wortelteken.
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Machten van natuurlijke getallen
Les 6: Rekenen met procenten, grafieken en tabellen
Les 1 Meten en meetkunde: Schaal
Les 6: Breuken en procenten 4
Machten en vierkantswortels van gehele getallen
Meten en Meetkunde Verbanden
Rekenen Verhoudingen 2f
Les 7: woordformules gebruiken
G3 2 Machten met een gehele exponent en vierkantswortels M A R T X I
Rekenen Les 2: Oriëntatie.
Laatste les voor de toets!
Les 1: Rekenen zonder rekenmachine Les 2: Oriëntatie
Een macht tot een macht verheffen
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Voorkennis Wiskunde Les 3 Appendix §A.5 en A.6.
Kwadrateren ..is een getal vermenigvuldigen met zichzelf. Dus ⨯ zichzelf. Je kunt en mag ook zeggen: een getal tot de tweede macht. Of : tot de macht.
Welkom!.
Machten van breuken Machten van breuken Machten van breuken
Info 2 Rationale getallen tot een positieve macht verheffen M A R T X
Machten vermenigvuldigen en delen
Hoofdrekenen 1.
Transcript van de presentatie:

Rekenen Les 7: Rekenen met de rekenmachine Les 8: Rekenen in toepassingssituaties

Resultaten Toa-toets * Score * Bijles?

Deadline huiswerk af!! * De toets van rekenen is in de eerste les rekenen na de mei-vakantie, dus niet in de toetsweek! * Al het huiswerk moet af zijn om deel te mogen nemen aan de toets!! De deadline is 7 mei om 08.00 ‘s ochtends!! We hebben tot nu toe gedaan: 2f Getallen: Les 1 som 3, 4, 6, 7, 9, 12, 14, 16, 20 + Lestoets 1 Les 2 som 4, 5, 7, 8, 9, 10 + Lestoets 2 Les 3: 3, 4, 5, 8, 9, 10,13, 14, 15,16 + lestoets 3 Les 4: 2, 5, 7, 8, 11, 13, 14 + lestoets 4 Les 5: 3, 4, 5, 6, 9, 10+ lestoets 5 Les 6: 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10 + lestoets 6 Les 7: 4, 5, 8, 9, 10 + Lestoets 7 Les 8: 2, 3, 4, 5, 7, 8, 10 + Lestoets 8 Het onderdeel verhoudingen (6 lessen) komt hier nog bij!!

Voor het maken van het huiswerk moet je weten Weetje Voor het maken van het huiswerk moet je weten 1 kg = 1000 gram Want: kg-hg-dag-g-dg-cg-mg Kim Holland danst met de Chinezen mee Rekenen met verhoudingstabel: https://www.youtube.com/watch?v=WRf7ptExsKA

Bespreken les 5 5 1. 2000 gram kost? 2. 1,3 kg kost? 3. ….. Gram gehakt kost 6,74 euro 4 …… Kilogram gehakt kost 35,92 euro 5 gram 1000 2000 Euro’s 8,95 17,90 gram 1000 1300 Euro’s 8,95 11,64 Gram 1000 4013 = 4 kg Euro 8,95 35,92 gram 1000 Euro’s 8,95 753 6,74

Belangrijke begrippen Worteltrekken: Bijvoorbeeld wortel 9 is 3, want 3x3=9 Machtsverheffen: Herhaal vermenigvuldigen met steeds hetzelfde getal. Bijvoorbeeld 2x2x2x2 = 2 tot de macht 4. Voorrangsregels: Hoe moeten wij van de onvoldoendes afkomen 1. sommen tussen haakjes berekenen 2. Machtsverheffen of worteltrekken 3. Vermenigvuldigen of delen 4. Optellen en aftrekken

Machten en worteltrekken Machtsverheffen is herhaald vermenigvuldigen. Een machtsverheffing bestaat uit twee getallen: - grondtal - exponent. Het grondtal schrijf je gewoon. De exponent staat er als een klein geschreven getal rechtsboven. Bijvoorbeeld: 52 (spreek uit: vijf tot de tweede). 52 betekent dat je de vijf twee keer moet vermenigvuldigen. Dat wordt dus 5 x 5  = 25 De uitkomst van machtsverheffingen wordt snel erg groot. Want bij een hoge exponent moet je veel vermenigvuldigingen maken.  Bijvoorbeeld: 34 = 3x3x3x3= 81 Let op!!! 34 = 3x3x3x3, niet 3x4 52 = 5 x 5, niet 5x2

Machten en worteltrekken Worteltrekken is het omgekeerde van kwadrateren Een kwadraat is de uitkomst van een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf. Bijvoorbeeld 6^2 = 6 x 6 = 36. Het omgekeerde van een kwadraat is de wortel. Bijvoorbeeld: Wat is de wortel uit 36? De wortel uit 36 is 6 (want 6 x 6 = 36). √ 49 = 7 (want 7 x 7 = 49). √ 81 = 9 (want 9 x 9 = 81). √ 25 = 5 (want 5 x 5 = 25).

Rekenen met tijd 4 45 0.35 4.00 0.10 10.25 uur 11.00 15.00 15.10 uur

4 5 8 27 Oefen dit op je rekenmachine! Zorg dat je weet hoe je dit op de toets moet gebruiken.

Les 8: rekenen in toepassingssituaties Belangrijkste: Goed lezen 6 x 120,- = 720 euro 1176 x 2 = 2352,- 6 x 6 = 36,- 2388 : 6 = 398,-

Huiswerk Rekenblokken online: Les 7: som 4, 5, 8, 9, 10 + Lestoets 7 Les 8: som 2, 3, 4, 5, 7, 8, 10 + Lestoets 8 Deadline huiswerk voor de toets af: 7 mei om 08.00 ‘s ochtends