HUISARREST IN CAESAREA Les 12 voor 22 september 2018

Paulus werd in Caesarea voor zijn eigen veiligheid opgesloten Paulus werd in Caesarea voor zijn eigen veiligheid opgesloten. Hij was onder Romeinse rechtsmacht. Iedereen die Paulus had verhoord, begreep dat hij niets illegaals had gedaan. Niettemin moest Paulus een beroep doen op Caesar om te voorkomen dat hij door de Joden gevangen zou worden genomen. Voor Felix. Handelingen 24. Beschuldiging en verdediging. Politieke problemen. Voor Agrippa. Handelingen 25: 13-26: 32. Koning Agrippa en Bernice. De toespraak van Paulus. Agrippa's antwoord.

BESCHULDIGING EN VERDEDIGING "Maar dit erken ik voor u: dat ik volgens die Weg die zij sekte noemen, op die manier de God van de vaderen dien, en dat ik alles geloof wat er in de Wet en in de Profeten geschreven staat." (Handelingen 24:14) De hogepriester Ananias huurde een advocaat in, Tertullus, om Paulus voor Felix te beschuldigen: Paulus moedigde de opstand onder de Joden aan. (NEE) Hij was de leider van de sekte van de Nazareners. (JA) Hij had geprobeerd de tempel te ontheiligen. (NEE) Paulus accepteerde alleen de tweede 'beschuldiging', hoewel het christendom toen nog niet verboden was. Hij legde uit dat hij ervan beschuldigd werd de opstanding van Jezus te accepteren. Hij probeerde barmhartig voor God en mensen te leven. Felix was een man met een dubieus karakter. Hij besloot het vonnis uit te stellen, zodat hij steekpenningen van Paulus kon ontvangen.

POLITIEKE PROBLEMEN “Maar Festus, die de Joden een gunst wilde bewijzen, antwoordde Paulus en zei: Wilt u naar Jeruzalem gaan en daar in mijn tegenwoordigheid over deze zaken geoordeeld worden?’” (Hand. 25:9) Festus verving Felix als de gouverneur van Judea in 60 NC. De Joden probeerden tijdens de overdracht Paulus naar Jeruzalem te brengen om hem te doden. Festus wees hun verzoeken af, dus gingen de Joden naar Caesarea om Paulus opnieuw te beschuldigen van dingen "die zij niet konden bewijzen." Paulus' verdediging was eenvoudig: “Ik heb niet tegen de wet van de Joden, niet tegen de tempel, en ook niet tegen de keizer enige zonde bedreven." (Hand. 25: 8) Festus bood Paulus een Joods tribunaal aan. Dit was een politieke zet ten gunste van de Joden. Paulus deed een beroep op de hoogste Romeinse rechtbank: Caesar (Nero!)

KONING AGRIPPA EN BERNICE "De volgende dag dan, toen Agrippa en Bernice met veel vertoon gekomen en het rechthuis binnengegaan waren, samen met de oversten en de mannen die de voornaamsten van de stad waren, werd Paulus op bevel van Festus voorgeleid." (Handelingen 25:23) Geloven in de opstanding van Jezus was waanzin voor Festus, maar geen misdaad. Wat zou voor Nero dan de beschuldiging tegen Paulus moeten zijn? Herodes Agrippa II en Bernice kwamen en Festus vroeg om hun advies. Ze kwamen met veel pracht en praal en verhulden de verstoorde relatie tussen hun familie en Jezus. Zijn grootvader had getracht Jezus te vermoorden toen Hij nog een kind was. Zijn grootoom had Johannes de Doper gedood en Jezus geoordeeld. Zijn vader had de apostel Jakobus gedood.

DE TOESPRAAK VAN PAULUS “Ik acht mijzelf gelukkig, koning Agrippa, dat ik mij heden tegenover u mag verdedigen tegen alles waarvan ik door de Joden beschuldigd word.” (Handelingen 26: 2) Paulus wist dat Agrippa zijn toespraak kon begrijpen, omdat hij een Jood was en het verhaal van Jezus kende. Paulus' rede was niet alleen een verdedigingstoespraak, maar ook een getuigenis en een oproep. Hij vertelde zijn verhaal als een ijverige Farizeeër die de christelijke kerk vervolgde (vers 4-11) Hij vertelde over zijn bekering en de missie die Jezus hem had opgedragen om te vervullen (vers 12-18) Hij ontkende dat hij de Joodse wet had overtreden, en hij introduceerde de Messias (vers 19-23)

AGRIPPA’S REACTIE Festus onderbrak Paulus. Toen probeerde Paulus het geweten van Agrippa te raken. Paulus maakte zich geen zorgen om bevrijd te worden van zijn fysieke ketenen. Hij wilde zijn publiek verlossen van de ketenen van de zonde. De zendingsdrang van Paulus overtrof zijn zorg voor zijn eigen veiligheid enorm. IJdelheid? Arrogantie? Angst om zijn positie kwijt te raken? Bijna gered! ... maar verloren. Laat niets je tegenhouden om je leven aan Jezus over te geven. “’Gelooft u, koning Agrippa, de Profeten? ‘Ik weet dat u ze gelooft'. En Agrippa zei tegen Paulus: ‘U overtuigt mij bijna om christen te worden!:'” (Handelingen 26: 27-28).

"Voor ons ligt er een les in deze ervaring van Paulus "Voor ons ligt er een les in deze ervaring van Paulus. Want hierin wordt Gods werkwijze geopenbaard. De Here kan datgene wat in ons oog ontmoediging en nederlaag schijnt, gebruiken om te overwinnen. We verkeren in gevaar dat we God zullen vergeten, wanneer we zien naar die dingen die zichtbaar zijn, in plaats van met het oog des geloofs de onzichtbare dingen gade te slaan. Wanneer ongelukken of rampen komen, staan we klaar om God van achteloosheid of wreedheid te beschuldigen. Als Hij het juist oordeelt om onze bruikbaarheid op een of ander gebied stop te zetten, klagen we, zonder er bij na te denken dat God ons bestwil voor ogen heeft. We moeten leren, dat kastijding deel uitmaakt van Zijn plan, en dat de christen onder de roede der beproeving soms meer voor de Meester kan doen dan wanneer hij actief voor God werkt.” E.G. White (De Handelingen der Apostelen [voorheen: ‘Van Jeruzalem tot Rome’, hfd. 45, p. 481)