van de hoed en de rand... 22 april 2018 Rotterdam
1Korinthe 10 32 Wordt geen struikelblok, noch voor Joden, noch voor Grieken, noch voor de ekklesia van God. struikelblok = obstakel iets waardoor het Evangelie gehinderd wordt
1Korinthe 10 32 Wordt geen struikelblok, noch voor Joden, noch voor Grieken, noch voor de ekklesia van God. Paulus was cultureel flexibel: "de Joden een Jood en de Grieken een Griek" -1Kor.9:19-23-
1Korinthe 10 33 Zoals ook ik in alles allen behaag, niet om het belang van mijzelf te zoeken, maar dat van velen, opdat zij gered worden. "... alles doe ik ter wille van het Evangelie" -1Kor.9:23-
1 Wordt navolgers van mij, zoals ook ik van Christus. 1Korinthe 11 1 Wordt navolgers van mij, zoals ook ik van Christus. (de opgewekte) Christus navolgen - hoe? zoals Paulus dat deed! als "leermeester van natiën" -1Timotheüs 2:7-
dat jullie in alles mij hebben herinnerd 1Korinthe 11 2 Maar ik prijs jullie dat jullie in alles mij hebben herinnerd en de overleveringen vasthouden zoals ik ze aan jullie overlever. = de feiten van het Evangelie -1Kor.15:1-3-
3 Ik wil echter dat jullie dit weten: 1Korinthe 11 3 Ik wil echter dat jullie dit weten: dat van elke man Christus het hoofd is. Maar het hoofd van een vrouw is de man. Het hoofd echter van Christus is God. geen wetten maar weten!
3 Ik wil echter dat jullie dit weten: 1Korinthe 11 3 Ik wil echter dat jullie dit weten: dat van elke man Christus het hoofd is. Maar het hoofd van een vrouw is de man. Het hoofd echter van Christus is God. volgorde = rangorde
4 Elke man die bidt of profeteert met gesluierd hoofd, 1Korinthe 11 4 Elke man die bidt of profeteert met gesluierd hoofd, doet zijn hoofd schande aan. geen hoed o.i.d. maar een sluier
4 Elke man die bidt of profeteert met gesluierd hoofd, 1Korinthe 11 4 Elke man die bidt of profeteert met gesluierd hoofd, doet zijn hoofd schande aan. d.w.z. Christus > het fysieke hoofd representeert het geestelijk hoofd
5 Maar elke vrouw die bidt of profeteert met het hoofd ongesluierd, 1Korinthe 11 5 Maar elke vrouw die bidt of profeteert met het hoofd ongesluierd, doet haar hoofd schande aan, want het is één en hetzelfde als zij die kaalgeschoren is. bidden en profeteren > voor(op)gaan = een mannelijke functie een vrouw zou bij zulke gelegenheden haar eigen glorie (=haar lange haar; 11:15) bedekken
5 Maar elke vrouw die bidt of profeteert met het hoofd ongesluierd, 1Korinthe 11 5 Maar elke vrouw die bidt of profeteert met het hoofd ongesluierd, doet haar hoofd schande aan, want het is één en hetzelfde als zij die kaalgeschoren is. = zich als (onafhankelijk van de) man opstelt vergl. Deut.21:12
6 Want indien een vrouw niet gesluierd is, 1Korinthe 11 6 Want indien een vrouw niet gesluierd is, laat zij zich dan ook het haar afknippen. Maar indien het schandelijk is voor een vrouw [het haar] af te knippen of te scheren, laat zij zich dan sluieren. = wanneer de vrouw bij het bidden of profeteren zich ontdoet van haar sluier... laat haar dan ook het haar afknippen in beide gevallen openbaart ze zich als man
6 Want indien een vrouw niet gesluierd is, 1Korinthe 11 6 Want indien een vrouw niet gesluierd is, laat zij zich dan ook het haar afknippen. Maar indien het schandelijk is voor een vrouw [het haar] af te knippen of te scheren, laat zij zich dan sluieren. dat is consequent: wie het één doet, zou ook het andere doen
een man is niet verschuldigd het hoofd te sluieren: 1Korinthe 11 7 Want inderdaad, een man is niet verschuldigd het hoofd te sluieren: aan hem behoort beeld en heerlijkheid van God. Maar de heerlijkheid van de man is de vrouw. Genesis 1:27: "... in Gods beeld schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. God is mannelijk - Hij - Vader
een man is niet verschuldigd het hoofd te sluieren: 1Korinthe 11 7 Want inderdaad, een man is niet verschuldigd het hoofd te sluieren: aan hem behoort beeld en heerlijkheid van God. Maar de heerlijkheid van de man is de vrouw.
8 Want de man is niet vanuit de vrouw, maar de vrouw vanuit de man. 1Korinthe 11 8 Want de man is niet vanuit de vrouw, maar de vrouw vanuit de man. > Genesis 2:21
1Korinthe 11 9 Want de man werd ook niet geschapen vanwege de vrouw, maar de vrouw vanwege de man. vrouw = heerlijkheid van de man uit de man vanwege de man
1Korinthe 11 9 Want de man werd ook niet geschapen vanwege de vrouw, maar de vrouw vanwege de man. vrouw = type van de schepping heerlijkheid van de Schepper uit de Schepper vanwege de Schepper
10 Daarom is zij verschuldigd volmacht op het hoofd te hebben, 1Korinthe 11 10 Daarom is zij verschuldigd volmacht op het hoofd te hebben, vanwege de boodschappers. engelen boodschappers = mannelijk, meervoud de mannen worden geacht de boodschap namens God (profeteren) of mensen (bidden) door te geven dus als vrouwen dit doen zouden ze hun volmacht demonsteren op het hoofd
11 Evenwel, er is geen vrouw zonder man, 1Korinthe 11 11 Evenwel, er is geen vrouw zonder man, noch man zonder vrouw, in de Heer. geen dag zonder nacht geen zomer zonder winter geen man zonder vrouw
12 Want zoals de vrouw vanuit de man is, 1Korinthe 11 12 Want zoals de vrouw vanuit de man is, zo is ook de man door de vrouw. Maar alles is vanuit God. Adam was eerst 'mens' door de creatie van 'manninne' werd hij man -Gen.2:23-
13 Oordeelt onder jullie zelf: is het betamend voor een vrouw 1Korinthe 11 13 Oordeelt onder jullie zelf: is het betamend voor een vrouw ongesluierd tot God te bidden? Paulus stelt geen wet hij stelt een vraag
dat indien een man lang haar zou dragen, het zonder eer voor hem is, 1Korinthe 11 14 Onderwijst de natuur jullie zelf ook niet dat indien een man lang haar zou dragen, het zonder eer voor hem is, niet: 'schande' (NBG51) maar zonder eer, alledaags, niets bijzonders (Rom.9:21)
het heerlijkheid voor haar is? Want het lange haar is haar gegeven 1Korinthe 11 15 maar indien een vrouw lang haar zou dragen het heerlijkheid voor haar is? Want het lange haar is haar gegeven in plaats van een mantel. = omslagdoek, cape (een duur gewaad) het lange haar is vrouwelijke glorie daarom zou ze het bedekken als ze een mannelijke taak uitoefent en niet juist dán afdoen...
16 Maar indien iemand meent gelijkhebberig te zijn, 1Korinthe 11 16 Maar indien iemand meent gelijkhebberig te zijn, wij hebben zulk een gewoonte niet en evenmin de ekklesia's van God. Paulus wil geen twist over 'gewoontes'. Hij wil dat gelovigen... geen struikelblok zouden vormen voor het Evangelie (10:32) zouden weten hoe het zit met het hoofd en de typologie (11:3)