Stellingen Opdracht 1.2
Stelling 1 We gebruiken doorgaans maar 10% van ons brein.
Stelling 2 Welke hersenhelft dominant is, de linker of de rechter, kan helpen bij het verklaren waarom de ene persoon anders leert dan de andere.
Stelling 3 Twee leertechnieken waarvan bewezen is dat ze werken zijn gespreid leren en jezelf overhoren.
Stelling 4 De effecten van langdurig slecht slapen op studiecijfers zijn vergelijkbaar met de effecten van bingedrinking (comazuipen) op studiecijfers.
Stelling 5 Meisjes zijn slechter in wiskunde dan jongens.
Stelling 6 Wanneer een deel van je hersenen beschadigd wordt, kunnen andere delen van de hersenen de functie van het beschadigde deel overnemen.
Stelling 7 Je leert beter als je de informatie in de leerstijl van jouw voorkeur aangeboden krijgt (bv visueel, auditief of kinesthetisch).
Stelling 8 Je kunt net zo goed liggend in bed als rechtop aan je bureau leren.
Stelling 9 Veel nadenken kan leiden tot slechte beslissingen.
Stelling 10 Bestraffen van ongewenst gedrag werkt bij jongeren beter dan belonen van gewenst gedrag.
Stelling 11 Lichamelijke activiteit stimuleert de hersenen om nieuwe cellen te vormen.
Stelling 12 Het onderstrepen of markeren van tekst leidt tot veel betere studieprestaties.